Hoe een atlas-fetisj leidde tot MysteryLand en de A’DAM Toren

Nieuwe eye-catcher aan het IJ maakt zich op voor ADE

Atze de Vrieze ,

Sinds een paar maanden heeft Amsterdam er een markante blikvanger bij: A’DAM Toren, de muziektoren aan het IJ. Naast de nu al befaamde look-out, een ronddraaiend restaurant en een hele hoop muziekbedrijven heeft het pand nu ook een ondergrondse club genaamd Shelter. Ook 3FM strijkt er voor ADE neer. In gesprek met de geestelijk vader, Sander Groet, de man die met zijn haviksoog ooit MysteryLand begon en die nu zijn grote droom waarmaakt.

Het is rumoerig in de A’DAM Toren. Een van de liften weigert dienst, terwijl een andere vanaf nu voorbehouden is aan de bezoekers van de look-out, de belangrijkste attractie van het pand. De opgewondenheid die beneden in het pand heerst, doet denken aan een club of festival die op het punt staat open te gaan. Meer dan duizend mensen per dag trekt het uitkijk-deck al. Zeker sinds het deck een schommel heeft die je tot over de rand slingert, weten mensen de weg omhoog te vinden. Daarmee ligt Sander Groet alvast op koers voor de doelstelling - 400.000 bezoekers per jaar. Dat was nog behoorlijk spannend, want een attractie als deze was er nog niet in Amsterdam. Wel in andere landen, weet Sander Groet, die in iedere stad die hij aandoet op zoek gaat naar het hoogste punt. ‘Waar andere na een minuut of tien weer naar beneden gaan, kan ik zo een uur met de kaart in mijn hand staan turen. Dit is geen gat in de markt, dit is mijn passie.’ 

Een nieuwe traktor
Geloof het of niet, maar uit dezelfde fascinatie komt op een bepaalde manier ook MysteryLand voort, een van de grootste festivals die Nederland rijk is. Vijftigduizend mensen komen er elk jaar naartoe, inmiddels al jaren op het Floriadeterrein bij Hoofddorp. Groet organiseerde samen met Brian Bout (nu Dance Valley) de eerste editie in 1993. House stond nog in de kinderschoenen, en grote festivals waren er nog niet. Ja, er waren grote raves in gekraakte loodsen, en een paar jongens uit Landsmeer hadden een mega-feest gegeven in de Jaarbeurs in Utrecht. Maar dat Groet dat jaar aan MysteryLand begon was bepaald geen gesneden koek. 

In de eerste jaren ging MysteryLand door tot diep in de nacht, en dat had als praktisch gevolg dat eigenlijk ieder jaar een nieuwe locatie gevonden moest worden. Want ja, er was in elke gemeente wel een christelijke partij te vinden die tegen het festival opgezet kon worden. En zo ging het van de Flevopolder naar het Lindebos bij Gorinchem naar het natuurgebied bij Bussloo in het oosten van het land. ‘Dan keek ik naar de luchtfoto’s: waar is de dichtstbijzijnde woonwijk, waar zijn de uitvalswegen, is er een station? We kwamen regelmatig op plekken waarvan iedereen zei: hoe wist je dit? We moesten vervolgens achterhalen wie de eigenaar van het terrein was. In recreatiegebieden was dat meestal een stichting, en die hadden altijd geld nodig. Als wij drie gulden per bezoeker betaalden, konden zij weer een tractor kopen of de beheerder betalen. Met vergunningen was het altijd moeizaam de eerste jaren. Er hing een stigma van drugs en satanisme rond de muziek. Ook bij een zaal als de RAI heb ik jarenlang aan moeten kloppen. Elke drie maanden belde ik: mogen we al? Een rottijd was dat, dan zat je aan tafel met mensen die geen idee hadden waar je mee bezig was, en die totaal niet open stonden om zich erin te verdiepen.’

Thunderdome shirt
Groet volgde zijn instinct, zoals dat vanaf het begin al ging. ’Het liep nogal uit de hand’, vertelt Groet over de allereerste MysteryLand. ‘Het was helemaal niet de bedoeling dat ik voor tonnen het schip in zou gaan, maar die drive is ontembaar. Ook de tweede editie maakten we nog verlies. Twee weken na het evenement ben ik elke dag naar de Maasvlakte gereden om schoon te maken. Een schoonmaakteam konden we niet betalen, dus dan maar zo. Ik nam vier jongens uit de buurt mee in mijn Opeltje Corsa, die als beloning een Thunderdome shirt en cd kregen. Na precies een dag concludeerden ze dat het dat niet waard was, dus de volgende dag moest ik vier andere jongens vinden. Ik woonde toen nog thuis, en doen de deurwaarders voor de deur stonden heeft mijn vader gezegd: misschien moet je maar eens een ander huis zoeken.’

Maar het kwam goed met MysteryLand, dat op ging in ID&T. Sander Groet werkte jarenlang in het meest succesvolle dancebedrijf van Nederland en maakte zijn festival tot een van de meest toonaangevende danse-feesten van Nederland. En daarbij speelde een oude hobby een belangrijke rol. ‘Als jonge jongen had ik een grote fascinatie voor atlassen, geërfd van mijn opa. Ik kocht een keer een hele serie luchtfoto-atlassen. Eerst van mijn eigen provincie, Noord-Holland, vervolgens van alle provincies. De ontwikkeling vond ik ook mooi: hoe Nederland van een moeras veranderde in een logistiek slim aangelegd landje. Ach ja, ieder jochie heeft wel een onzinnig talent, maar in mijn geval kwam het later enorm van pas. De helft van mijn festivalterreinen heb ik ontdekt aan de hand van luchtfoto’s.’

Look-out
Precies op die manier liet Sander Groet in 2005 voor het eerst zijn blik vallen op de oude Shell-toren aan het IJ. Hij was net gestopt bij ID&T. Moe was hij. Fysiek, maar ook moe van de voortdurende strijd met Duncan Stutterheim. Het was dan ook de meest intense en succesvolle periode van ID&T, dat aan alle kanten uit zijn voegen barstte. ‘We hadden alles: een radiozender, een blad, restaurants. Ik wilde graag dat we ons focusten op het goud dat we in handen hadden: de events. Dat sprak ik dan met Duncan af, maar de volgende dag startte ie rustig een rosé merk. Was ie weer iemand tegen gekomen met een goed idee. Ik stopte en ging reizen. En toen stond ik daar op de look-out van Melbourne. In de krant had al het bericht gestaan dat Shell weg zou gaan van het terrein en dat er een pitch zou komen voor het pand.’

Die pitch liet nog even op zich wachten. Er was nog sprake van een andere wolkenkrabber waar Groet wel in geïnteresseerd was, maar dat plan viel in duigen toen de crisis inzette. Hij stortte zich intussen maar weer op de muziek. Hij opende club AIR bij het Rembrandtplein, startte even later festival Amsterdam Open AIR en een jaar later ook nog Buiten Westen en Milkshake. Hij zat er direct weer vol in, maar verloor de toren niet uit het oog. ‘Vroeger vanaf mijn zolderkamertje in Edam kon ik het kroontje zien. Daar ligt Amsterdam, zei ik dan tegen mijn vriendjes. En later kon ik de toren ook vanuit mijn huis aan het IJ zien liggen.’

Schuilkelder
In 2012 won Groet dan eindelijk de pitch met een eigenlijk bizar idee: de toren moest een attractie worden, maar ook een soort cultureel bolwerk worden. Er moest een restaurant in komen met een goede kaart, geen steakhouse. En de club onderin, die moest een underground feel hebben. Shelter werd het uiteindelijk, met een klep als ingang die doet denken aan een schuilkelder. ‘Geïnspireerd op een club in Beirut die daadwerkelijk in een oude schuilkelder zit. En qua naam natuurlijk op het feit dat Shell hier vroeger zat. We wonnen destijds de pitch van allerlei vijfsterrenhotels en dure kantoortorens. Toch bijzonder dat dat kan in een stad als Amsterdam. In Londen bijvoorbeeld zouden ze veel eerder voor het grote geld gekozen hebben.’

Wat dat betreft speelt de Toren een cruciale rol in een van de belangrijkste verschuivingen in de stad Amsterdam. Na Eye is het een nieuwe grote trekpleister in Noord, en opnieuw is het cultuur dat de motor is. Maar niet iedereen is blij met hoe het nu gaat met Amsterdam. De stad wordt overlopen door toeristen, huizenprijzen rijzen de pan uit, clubs verdwijnen een voor een naar de rand van de stad. ‘Logisch, want het centrum is veel te duur,’ zegt Groet. ‘En het centrum kent veel beperkingen en weinig goede venues, op het Leidseplein kun je slecht parkeren, etcetera. En juist als je buiten het centrum zit kiezen mensen bewuster voor je. Wat betreft het toerisme: het is maar net hoe je het bekijkt. De stad is altijd druk geweest, al zo lang als ik hier kom. Bij toerisme denk je al snel aan de lallende vrijgezel uit Liverpool, maar ik heb hier bovenop de look-out elke dag leuke ontmoetingen met mensen uit pak hem beet Nieuw-Zeeland. Amsterdam is nog altijd een stuk leefbaarder dan Londen, zeker ook als je bedenkt hoe bereikbaar de steden er omheen zijn. Vanuit Almere of Utrecht ben je ook in een half uur in Amsterdam, er is een connectie.’

De Amerikanen
In de toren zit ook SFX. Of eigenlijk: het Amerikaanse bedrijf dat het mogelijk maakte dat Duncan Stutterheim en Sander Groet deze stap konden zetten. SFX trok de beurs niet alleen voor ID&T, maar ook de club en festivals van Groet. ‘Na de crisis hebben we veel moeite gehad om dit gefinancierd te krijgen. We hadden dit geld nodig. Anders hadden we een andere constructie gehad en waren we nu niet met zijn vieren eigenaar van de toren. Dat we zelf eigenaar en exploitant zijn biedt zoveel meer mogelijkheden. We kunnen ervoor kiezen de club een lage huur te geven of drie ton te investeren om het gebouw mooi uit te lichten. Voor het ronddraaiende restaurant hadden we bijvoorbeeld raamkozijnen nodig die 40.000 euro meer kosten. Dan kan ik gewoon mijn andere pet opzetten en zeggen: ‘we doen het’, zonder dat we met de gebouweigenaar moeten overleggen.’

Maar het ging wel mis met SFX. De aandelen kelderden, het ene na het andere festival in Amerika leed verlies, Duncan Stutterheim trok zich gedesillusioneerd terug en de grote baas - Robert X Sillerman - moest met de staart tussen de benen vertrekken. ‘Wanbeleid’, concludeert Groet. ‘Er zaten daar meer lawyers op kantoor dan mensen met verstand van muziek. Er was een veel te grote overhead, en je kunt niet zomaar een landkaart pakken en vlaggetjes neerzetten waar je een festival wilt. Je moet er gevoel in leggen om je boodschap over te brengen. Of ik erover denk het terug te kopen? Het zou kunnen. De Toren is nu voor de bank al een heel ander verhaal dan een jaar geleden, het zou als onderpand kunnen dienen. Maar ik heb hier een zwaar jaar achter de rug, ik zou dan mensen moeten vinden die het voor me kunnen runnen. En dat moeten dan wel mensen van mijn eigen bloedgroep zijn. Ik denk er eerder over iets nieuws te beginnen.’