London Calling loves Concerto dag 2: The Undertones zijn nog steeds kicken

Met oa Tobias Jesso Jr., Seinabo Sey en Ezra Furman

Cécile van Wijnsberge ,

London Calling loves Concerto is toe aan de tweede dag van haar eerste editie, en 3voor12 is erbij. We zien onder meer de jonge gehypete singer-songwriter Tobias Jesso Jr., de Zweeds-Gambiaanse soulzangeres Seinabo Sey en vreemde indierockvogel Ezra Furman tussen de spelende kinderen en het speciaalbier. De belangrijkste act van de dag is toch wel The Undertones, makers van de ultieme punkrockklassieker Teenage Kicks. Kunnen zij wat pit brengen op dit prettige maar punkloze festival?

De tweede dag van London Calling loves Concerto begint al een stuk fortuinlijker dan de eerste: het zonnetje schijnt, en we beginnen vandaag met een publiekstrekker. De jonge Tobias Jesso Jr. krijgt het voor elkaar om de tent in de tuin om half twee al vol te krijgen, waarschijnlijk op basis van zijn veelgeprezen debuutalbum Goon en de buzz die hij genereerde met How Could You Babe, in Nederland uitgeroepen tot 3FM Megahit. Jesso begeleidt zichzelf op een vintage elektrische vleugel en doet vandaag ook twee liedjes op akoestisch gitaar. In zijn eentje zit hij op het podium, met een goed glas rode wijn erbij. De vogels kwetteren en de door bezoekers meegebrachte kinderen rennen gillend rond over het gras. Al met al een heel romantisch plaatje. Dat is dan ook precies wat Jesso weet te brengen: ultieme, oprechte romantiek. Zijn ongemakkelijke charme is de perfecte tegenhanger voor zijn sentimentele songs, die ergens zweven tussen Randy Newman en Elton John. Hij is op zijn gemak vandaag, ook al gaat het net als toen we hem op SXSW zagen niet overal even goed. Al bij de opener, een cover van Thirteen van Big Star, gaat het mis. “I just fucked up the lyrics, but I’ll just keep on going,” zegt hij. Prima. Hij herpakt zich inderdaad, het lijkt hem niet eens te deren. Het voelt alsof we bij hem in de huiskamer staan. Hij vertelt over de verhalen achter zijn songs, er is tijd voor een anekdote en een grapje. Zijn pianospel is eenvoudig, maar daardoor klinken zijn nummers bijna doeltreffender dan op de plaat. Goon is door de orkestrale productie soms wat melodramatisch; Jesso’s simpele nummers blijken vandaag juist gebaat te zijn bij een simpele begeleiding. Een overtuigend optreden voor wie niet al overtuigd was van deze onbeholpen charmeur.

Je kunt je bijna geen groter muzikaal contrast voorstellen dan dat tussen Tobias Jesso Jr.’s sentimentele pianoliedjes en de industriële post-punk van LoneLady. De Britse Julie Ann Campbell bracht dit jaar haar tweede album Hinterland uit. Ook vandaag klinken Campbell en haar band zwaar en duister, met Campbell op een snerpende gitaar en gesamplede percussie rechtstreeks uit de donkerste hoek van de jaren ’80. Soms is het wat ontoegankelijk, soms zoekt ze de randjes van de pop op. Waar het begin van de set qua invloed het meest weg heeft van Siouxsie and the Banshees, horen we tegen het einde zelfs een heel klein beetje Madonna in tracks als Hinterland en Groove It Out. Dit alles speelt zich af tegen een achtergrond van stevige, bijna funky bas en drums. Dansen mag, maar wel met een boos gezicht.

De Zweeds-Gambiaanse zangeres Seinabo Sey is zowel muzikaal als fysiek een opvallende verschijning op de line-up. Waar London Calling normaal gesproken de focus legt op gitaarbandjes, maakt Sey elektronische soulpop die op de hitlijsten niet zou misstaan. Haar nummer Younger heeft zijn weg daar naartoe dan ook al gevonden, in een remix van de eveneens Zweedse producer Kygo. Vandaag ziet ze er bijzonder elegant uit, geheel in het zwart gekleed met grote gouden oorbellen. Haar uitstraling is gracieus, koninklijk bijna. Sey combineert soulmelodieën met electropop-productie, een effectieve en frisse formule. Ondanks haar kalme houding is te merken dat ze nog aan het begin van haar carrière staat, vooral aan de hoeveelheid materiaal die ze vandaag laat horen. Een van de songs die ze zingt heeft nog geen titel, zegt ze, en ook nog geen productie. “Daarom zing ik hem vandaag a capella voor jullie. Als iemand een titel weet, roep hem vooral, want ik kan er echt niet op komen.” Haar stem is krachtig en aangrijpend, en zelfs aan dit skelet van een nummer is al te horen dat het hitpotentie heeft. Ook doet Sey een cover van Rather Be, de opbeurende synth-meets-strijker-pophit van Clean Bandit. Sey’s versie wordt slechts begeleid door haar pianist, en wordt daardoor wat melodramatisch, maar ze komt er mee weg. Seinabo Sey voelt door haar serene energie en sterke nummers al als een grote ster, en het zou ons niet verbazen als ze die belofte binnenkort waarmaakt.

Het Australische DMA’s gonst al ruim voor hun optreden over het terrein. We horen in het voorbijgaan minstens drie mensen de naam van de band noemen, zonder uitzondering vergezeld van “klinkt een beetje als Oasis!”. Al bij het eerste akkoord wordt duidelijk dat die vergelijking op geen enkele manier vergezocht is of zelfs maar te ontkennen valt. Laat dat “beetje” maar zitten, DMA’s klinkt werkelijk exact als Oasis ten tijde van hun eerste twee albums. Op geen enkel front onderscheidt de band zich, niet door het geluid, niet door de melodieën of akkoorden, niet door de stem van de zanger. Zelfs de outfits en attitudes van de bandleden zijn exact “working class hero circa 1993”. Er zijn niet eens invloeden van andere bands uit die periode te vinden. De grote compenserende factor die DMA’s nog net redt van het stempel “coverband” is het feit dat de songs wel verdomd goed zijn. Liedjes als Delete doen zeker niet onder voor het werk van de gebroeders Gallagher in hun glorietijd. Voor degene die niets liever zou willen dan dat Liam en Noel het weer bijleggen is er nu dus een geschikt alternatief, maar wie ook maar een beetje eigen identiteit verwacht zal worden teleurgesteld.

In een halflege Noordzaal staat Ezra Furman. Wellicht heeft hij een beetje pech: het laatste kwartier van zijn set overlapt met die van The Undertones, de act waarvoor het grootste deel van het publiek vandaag gekomen is en dus op tijd wil zijn. We gaan toch even een stukje kijken, want die recent uitgebrachte singles Restless Year en Lousy Connection zijn beide onwijs leuke powerpoptracks met een prettig gestoord randje. Furman is gehuld in een rood-wit gestreepte legging en jasje, als een zuurstok, met bijpassende rode lippenstift op. Hij heeft naast een drummer, toetsenist en bassist ook een saxofonist bij zich. Furman is een rare vogel, hij flappert rond op het podium, verliest een schoen en maakt maffe grapjes. Maar bovenal speelt hij uitstekende liedjes: een rammelende, aanstekelijke mix van fifties- en sixties-pop en rock ’n roll, met een glamrock-attitude gebracht. Samen met het publiek bouwt hij een onweerstaanbaar feestje, een van de eerste keren dat men echt uit z’n dak gaat op dit toch wat brave festival.

Het punkgevoel dat we zowel vandaag als gisteren een beetje misten tussen het speciaalbier en de dartelende kinderen moet haast wel worden teruggebracht door veteranen The Undertones. De Ieren zijn verantwoordelijk voor Teenage Kicks, een van de meest herkenbare nummers uit de popgeschiedenis. Je zou zeggen dat het dan bijna alleen maar kan tegenvallen, zeker omdat in de huidige line-up de originele zanger Feargal Sharkey is vervangen door Paul McLoone. Teleurstellen doet de band echter geenszins. De Ieren geven een enorm energieke show van ruim anderhalf uur, waarin alle hits voorbij komen, die met groots enthousiasme worden ontvangen. Teenage Kicks spelen ze zelfs al halverwege de set, maar ook degene die eigenlijk alleen kwam om dat nummer even te horen kan het niet laten om toch te blijven staan en mee te pogo-en. McLoone zingt goed, en als radio-dj van beroep is hij een echte entertainer. Soms overcompenseert hij, probeert hij té lollig te doen en werkt hij té hard om het publiek mee te krijgen dat al lang en breed om is. Toch is hij een zeer geschikte frontman voor een band die voornamelijk graag weer een ouderwets hosfestijn neer wil zetten. En hossen doen we, zelfs al is vrijwel het hele publiek de veertig ruim gepasseerd, net als gisteravond bij Bettie Serveert, de andere headliner.

Al met al zien we op twee dagen London Calling loves Concerto een ruim aanbod aan goede shows, precies wat je wil van een festival. We vragen ons echter aan het einde ervan wel af in hoeverre dit nog de naam London Calling zou moeten dragen. Als het publiek bij de twee headliners twee keer zo oud is als de gemiddelde London Calling-bezoeker en veel van de hoogtepunten eigenlijk niets te maken hebben met de opkomende indie-gitaarbandjes waar het festival zich in Paradiso op focust, is het verband een beetje zoek. Toch is het een prettig, toegankelijk en sterk geprogrammeerd festival met veel potentie. Waarschijnlijk zou LCLC prima kunnen floreren als een op zichzelf staand festival, met wellicht een wat pakkender naam.