Milkshake laat zien dat alles door elkaar het lekkerst is

Erwin Olafs Opiumkit en Hercules & Love Affair als hoogtepunt

Tekst en beeld: Ralph-Hermen Huiskamp ,

Hoewel er tegenwoordig genoeg festivals zijn met een brede line-up, is het publiek vaak opvallend eenzijdig. Niet gek, uiteindelijk zegt muzikale smaak toch best wat over wat voor type je bent. Daarnaast is het iets wat zichzelf in stand houdt: als bepaalde types de overhand hebben op een festival, ligt de drempel voor anderen hoger. Maar stiekem is het wel een beetje saai, want iedereen weet dat feestjes het leukst zijn als er zo veel mogelijk verschillende types bij elkaar zijn. En precies dat gebeurt op Milkshake.

Bij binnenkomst wordt het eerste vooroordeel meteen overboord gegooid. Recht tegenover de entree staan een stuk of tien wat oudere dames op een verhoging, met protestborden leuzen te scanderen. 'I'm oud and I'm proud , ‘oud is the new goud’. Een flinke knipoog dus, maar ondertussen maken ze meteen duidelijk dat vandaag echt iedereen welkom is. Iedere geaardheid, iedere afkomst, maar ook iedere leeftijd. En dat betaalt zich uit. Want op welk festival zie je nou een vrouw van vijftig plus die duidelijk de beste moves in huis heeft bij een massale twerkpartij op 'Wiggle Wiggle'? En op welk ander festival is dat nou vooral een motivatie voor de andere twerkers om er ook een schepje bovenop te gooien? 

Opiumkit
Alles op Milkshake ademt die diversiteit. Zo is er een podium, het Vieze Poezendek, waar tussen metershoge posters van een naakte Kanye West en Kim Kardashian alleen maar hiphopbangers geknald worden. Een schnabbelende Valerio, inclusief Pharrell-hoed, weet ook zonder koptelefoon en de met meest willekeurige scratches de mensen met een skihutset vol r&b-klassiekers en happy hardcore gek te draaien, en dankzij Willie Wartaal weten we nu dat SBMG’s ‘Oeh Na Na’ met dit publiek een gouden greep is. D live-acts als zangeres Zannilya en rapper Cakes Da Killa lijken een stuk minder goed werken. Door de stabiele aanvoer van echte hits van de DJ’s tussendoor is dat echter niet eens zo’n probleem. Zo heb je wat extra tijd om de rest van het festival te verkennen.
 

Want hoe leuk zo’n blote Kanye en Kim er ook uitzien, het echte spektakel vindt plaats in de tent die topfotograaf Erwin Olaf voor zijn rekening heeft genomen. Vorig jaar liet hij nog de New Yorkse gayscene van de jaren tachtig herleven in een aardedonker Transformatorhuis, nu pakt hij écht uit in de grootste tent van het terrein. De tent is ingericht als de kinky variant van de opiumkit zoals je kent uit Kuifje en de Blauwe Lotus. Grote gouden leeuwen op het podium, maar dan ook vrouwelijke paaldansers met monddoekjes, mannelijke met enorme hanenkammen, dragqueens met de meest uitbundige Aziatische kimono’s, kapsels en make-up, en natuurlijk honderden rode lampionnen. Dankzij de zwaar op disco leunende house-sets krijg je even het gevoel deel uit te maken van de tijd dat clubs nog echt een plek waren waar outsiders even alles konden ontvluchten. Als Roxy-veteranen de DiscTwins dan ook nog, vlak na een ongetwijfeld van te voren afgesproken ‘Queen of China Town’, nog even opschakelen met een remix van ‘I Feel Love’ is het compleet. Dansen op dat nummer terwijl er links van je een bear in leren tuigje, hotpants met daaraan een paardenstaart en ‘My Little Pony’-bord in zijn hand staat, aan de andere kant een schattig ouder echtpaar, voor je wat snelle Zuidas-types, en achter je een vriendinnengroep hun zakjes zo grondig hebben uitgelikt dat ze genoeg liefde hebben voor de hele tent, is het beste wat er is.  

Milkshake Anthem
Hoe goed de sfeer en aankleding overal ook is, veel écht noemenswaardige optredens zijn er niet. Op één na. Op het gigantische Supertoys-podium, opgebouwd als flatgebouw waar in de kamers bewoond worden door dansers, acteurs, paaldansers, sporters die hun borsten bloot squatten, grote vrouwen in lingerie en ga zo maar door, treedt primetime Hercules & Love Affair aan. De groep rond New Yorkse DJ Andy Butler brengt met twee vocale krachtpatsers ouderwetse house, die door het aanstekelijke enthousiasme en de kwaliteit van de songs nergens gedateerd voelt. Ze weten zelfs tijdens een wolkbreuk de meest fanatieke dansers aan het podium gekluisterd te houden. 

Opeens ziet het hele publiek er hetzelfde uit. Uitgelopen mascara, drijfnat haar, en allemaal in diezelfde blauwe poncho’s. De breedgeschouderde diva van Hercules & The Love Affair vindt het prachtig. Ze stapt ook de regen in, gooit de bontjas van haar af en onthult haar jarretels. ‘I already planned to get naked with you guys! My hotel number is 54!’ De andere zanger, wat schrieler en met leren pet, moedigt haar aan er nog voller in te gaan. In de grote finale van de set weet hit 'Blind' ook zonder Antony de zon weer door te laten breken, en bijna cliché een regenboog achter het reuzenrad te laten verschijnen. Terwijl de kitscherige discoblazers naar een hoogtepunt werken, gooit een jonge jongen in doorschijnend schooluniform al dansend zijn been in zijn nek. Nog eens, en nog eens, want elke keer beginnen de omstanders harder te joelen.

Als dan ook nog als afsluiter emo-houseballad 'Keeps Changing Your Mind' van South Street Player gecoverd wordt, aangevuld met motivational quotes zoals alleen Amerikanen dat kunnen ('dance the way you dance', 'be who you are', 'never ever change', etc.) is het hoogtepunt compleet. In elke andere setting zou het er veel en veel te dik bovenop liggen, maar hier valt het precies goed. Na zo'n stortbui, en de verhalen die nog steeds rond gaan over idioten die denken dat ze iets moeten vinden over mensen die anders zijn dan zijzelf, over taxichauffeurs en willekeurige voorbijgangers die agressief worden om wiens hand je vasthoudt, voelt het als een anthem voor het hele festival.  

Dichter bij elkaar
Hoe divers het publiek het ook is, uiteindelijk heeft elk podium wel duidelijk een thema. Naast de hiphop bij het Vieze Poezendek, de discohouse in de Opiumkit en de mierzoete acts op Supertoys (zoals de bizarre latex/ j-pop act Aquaaerobika), heeft ook ieder ander podium een uitgesproken eigen karakter. Een podium met stevige shirt-uit-en-stampen house, het transformatorhuis met vooral veel glitterende diva’s, een verstopt hoekje voor standtenthouse, een groot buitenpodium met wat meer electro en oude house, en ook voor de liefhebber van dansen op saxofoonsolo’s is ook genoeg te vinden. 

Er is zelfs een mini-podium verstopt tussen de toiletten, bereikbaar via een opengewerkte Dixie. Al met al opvallend veel house dus, niet gek, gezien de geschiedenis van het genre. Er is dan ook, veel meer dan op andere festivals, het gevoel dat het publiek de echte ster van de dag is. Het grootste deel de festivalgangers heeft duidelijk werk gemaakt van hun pakjes, waarbij ze zich niks aantrekken van zogenaamde gender-regels. Anderen doen juist hun best om zo veel mogelijk van hun lichaam te laten zien, of dat nou afgetraind is, of juist niet. De meest extravagante types genieten van de complimenten, poseren alsof ze nooit anders doen, en schrijden tussen het dansen door op enorme naaldhakken over het modderige terrein. Geen idee hoe, maar het lukt ze.

De muziek is vandaag meer een smeermiddel om al deze verschillende mensen bij elkaar te krijgen. Toch opvallend dat er dat er dan toch nog steeds mensen zijn die denken dat vanuit een stoel naar Mozart luisteren moreel hoger moet worden ingeschat dan met totaal uiteenlopende mensen dansen op house. De ervaring leert dat een milkshake met zo veel mogelijk lekkere ingrediënten niet te drinken is. Maar een festival met al die ingrediënten blijkt verdomd goed op smaak.