Kraftwerk Der Katalog 8: Tour de France

Al veertig jaar lang de soundtrack bij het moderne leven in de moderne grote stad

Gerard J. Walhof ,

De zon schijnt en het is vrieskoud. Als ik vanochtend boodschappen ga doen in Amsterdam Noord verbeeld ik me in een tegemoet komende racefietser, die bij de t-splitsing linksaf slaat richting Durgerdam, Ralf Hütter te herkennen. De oudere man rijdt behoedzaam met een te groot verzet. Hütter is wielrenfanaat, en ook nog een verwoed schaatser. Hij komt in de winter regelmatig naar de schaatsbaan in Eindhoven, het is uiteindelijk maar vijf kwartier rijden vanuit Düsseldorf.

Ik hoorde Kraftwerk voor het eerst bewust in 1974. Autobahn, de lp-versie. Bij Radio Bremen, op de jongenskamer van mijn buurjongen Arend Geul, op zijn Grundig middengolf transistorradio. Het moet in de winter op een zondagavond rond een uur of elf zijn geweest. Er brandde geen licht in de kamer en we luisterden allebei doodstil. Ik hoorde iets wat ik in mijn leven nog nooit had gehoord. Vergelijkbaar met de eerste keer dat ik The Beatles en Jimi Hendrix hoorde. Elke keer wist ik dat de toekomst was begonnen.

Vandaag is de eerste wetenschappelijke conferentie over de muziek en de betekenis van Kraftwerk gehouden in Birmingham, in aanwezigheid van Stephen Mallinder, lid van één van de eerste Engelse elektronische groepen uit de jaren zeventig, Cabaret Voltaire, en David Stubbs, auteur van het vorig jaar verschenen standaardwerk over krautrock, ‘Future Days’.

Kraftwerk is dan wel popart, maar er was geen museum te vinden in Nederland waar, na plekken als het MoMa in New York, de turbinehal (nomen est omen) van de Tate Modern in Londen, de Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen in Düsseldorf, en, twee weken geleden, de Neue Nationalgalerie in Berlijn, ruimte was voor ‘Der Katalog in 3-D’. Het Stedelijk noch Eye in Amsterdam lukten, dus werd het na het Tokio, Sydney en over ruim een maand Kopenhagen een gewone concertzaal. Paradiso moest er de hele zaal voor strippen. Kraftwerk bracht zijn eigen geluid, projectie, licht en podium mee. Ik ken maar één andere act op de wereld die dat ook doet en dat is André Rieu. De zaal ontving ruim tienduizend mensen die één of meerdere kaartjes hadden gekocht. En draaide een omzet van om en nabij de zeven ton. Maar het is maar de vraag of deze krankzinnige productie Paradiso veel geld heeft opgeleverd. Ich bin der Musikant mit Taschenrechner in der Hand.

Die kleine, wat gedrongen man die zich gisteravond in de linker hoek achter de soundbooth achter een 3D-bril probeerde te verschuilen was Michiel Romeyn van Jiskefet. Hij maakte ooit met Herman Koch en Kees Prins als TechnoFax de briljante Kraftwerkparodie ‘Bunte Illustrierte’. Check ‘m op YouTube. En als je dan toch bezig bent, kijk en luister dan ook naar het eerste geregistreerde optreden van Ralf en Florian, in 1970 in het kleine plaatsje Unna, samen met Can. En naar het optreden in 1971 in het tv-programma van Radio Bremen en de WDR waar ik in die dagen altijd op zaterdagmiddag ademloos naar keek, al kon dat ook met de korte rokjes van presentatrice Uschi Nerke te maken hebben, Beat-Club. Mèt Florian Schneider, Michael Rother en Klaus Dinger, later Neu!, maar zònder Ralf Hütter. Die naar verluidt toen een paar maanden nìet in Kraftwerk heeft gezeten omdat hij van zijn vader moest afstuderen als architect.

De laatste avond. Een licht gevoel van verlatingsangst dringt zich op. De relatie was weliswaar kort maar heftig en opwindend. Kraftwerk is als piek in mijn chemische systeem gaan zitten. Schoonmaken en boodschappen doen helpt, weet ik van wanneer het uit was met een vriendinnetje. Als ik de zaal binnen kom valt meteen op dat de stemming uitgelatener, opgewondener is dan de andere avonden. Als ‘Tour de France’ opent met het titelnummer joelt het publiek harder, schreeuwt het uitbundiger. Ook aan Ralf Hütter kun je zien dat hij er zin in heeft. Niet als in “blij dat ik straks naar huis kan” maar als in “wat is dit toch fabelhaft’. Hij is voor zijn doen beweeglijk, moduleert feller en slaat de toetsen van zijn keyboard harder aan dan op de andere avonden. Na de lange, dampende uitvoering van ‘Tour de France Étape 1, 2 en 3’ volgen ‘Chrono’, een briljante uitvoering van ‘Vitamin’ (de tweede keer deze acht dagen), ‘Aerodynamik/Titanium’ (de derde keer) en Elekrto Kardiogramm (de tweede). Paradiso reageert extatisch en is op stoom bij de laatste keer Greatest Hits. Net als Die Fantastischen Vier op het podium. Radio-Activity, Spacelab, The Model, The Man Machine en de vier nummers van Computerworld spatten in 3D de zaal in op fundament van pompend laag waarop je niet stil kunt blijven staan. Nu begrijp je waarom dat ook voor Afrika Bambaataa gold aan de wieg van de hiphop, voor de Drie van Detroit, de Belleville Three aan de wieg van de techno. Nu begrijp je waarom ‘Trans Europe Express’ het eerste moment was waarop de blanke popmuziek iets begon terug te geven aan de zwarte.

Het is ook het eerste moment waarop Ralf Hütter een zin spreek tot de zaal, in het Nederlands: ‘Deze compositie hebben wij voor het eerst gespeeld hier in Paradiso’ (op 11 september 1976). De zaal blijft in een gezamenlijk hoogtepunt, Paradiso is weer een kerk. Tot en met de laatste ‘Musique Non-Stop’, waarbij Falk, Henning, Fritz en Ralf één voor één met een diepe buiging afscheid nemen. Maar… ik mis ‘Autobahn’… En voor het eerst komt Kraftwerk terug voor een echte toegift. De lange versie. Met overdonderende, gierende, bijna uit de bocht vliegende geluidsimprovisaties. En dan neemt de VW Kever de laatste Abfahrt… en is het klaar. Met The Man Machine was dit de beste show.

Als ik een half uur later het voorrecht heb Ralf te mogen ontmoeten in de kelders van Paradiso staat hij te stralen. Vertelt dat hij een geweldige avond heeft gehad, een geweldige tijd. Hoe heerlijk het is wanneer je in het verloop van zo’n acht dagen steeds beter in je eigen geluid groeit, je er in nestelt, één mee wordt. En hoe hij er zich op verheugt om heel snel weer te kunnen gaan schaatsen.

Kraftwerk is al veertig jaar lang de soundtrack bij het moderne leven in de moderne grote stad. Als je om je heen kijkt in je huis zìe je Kraftwerk, als jij uit het raam kijkt zìe je Kraftwerk, als je het raam open doet hòòr je Kraftwerk. Ik verwacht morgenochtend een onbestemd, zoekend gevoel. Ik was acht dagen lang ’s avonds in een andere dimensie en het was verslavend. Ik moet afkicken. Maar waar hoop is, is dope: “Kraftwerk, wir werden uns sehr bald wieder sehen”.