Op 20 april 2014 kreeg ik een lift van Nick Cave. Nee, echt. Ik had zojuist een bezoek gebracht aan Beachy Head, een schitterende maar onheilspellende plek in Zuid-Engeland, waar in de loop der eeuwen honderden mensen met een sprong van de 160 meter hoge krijtrotswand een eind aan hun leven hebben gemaakt. VPRO-filmmaker Roel van Broekhoven wijdde er ooit een indrukwekkende documentaire aan. Het was een frisse lentedag, perfect voor de laatste etappe van mijn meerdaagse wandeling langs de South Downs Way. Iets na het middaguur arriveerde ik. Dus dit was Beachy Head.
Ik zag de zee, de vuurtoren in de verte, en de statige wolken boven het Kanaal. Daarna keek ik voorzichtig over rand naar beneden. Golven bruisten over ronde grijze rotsen. Het was een heel eind tot aan het stenen strand, letterlijk duizelingwekkend. Op een flink stuk van de afgrond ging ik in het gras zitten om bij te komen.
De woorden ‘I’ve been contemplating suicide, but it really doesn’t suit my style’ flitsten door mijn hoofd. Waar had ik dat nou weer vandaan? Oja! De beginregel van het nummer ‘Shivers’ van The Boys Next Door.
Dat ik aan zelfmoord dacht, was gezien de plek waar ik me bevond natuurlijk geen wonder. En dat ik aan Nick Cave’s eerste bandje dacht ook niet. De voormalige wildeman van de underground woonde namelijk al jaren in Brighton – bij wijze van spreken om de hoek. Bovendien luisterde ik die wandelweek op mijn koptelefoon bijna constant naar de twee laatstverschenen platen van Nick Cave, Push The Sky Away (2012) en vooral Live From KCRW (2013). Meesterwerken, waarmee Cave voor de zoveelste keer een nieuwe impuls aan zijn toch al indrukwekkende carrière had weten te geven.
Het mooiste nummer vond ik ‘Higgs Boson Blues’. Op een bedje van langgerekte gitaartonen en rommelende drums vertelt Cave als een bezwerende sjamaan over een nachtelijk autoritje naar Genève. Onderweg heeft hij een ontmoeting met Robert Johnson, slaapt hij in het Lorraine Motel (Martin Luther King!) en heeft hij visioenen van Miley Cyrus ‘in a swimming pool in Toluca Lake’. Ik kon het dromen.
Nick Cave over 20,000 Days on Earth: 'Vaak zegt fictie meer over de werkelijkheid dan feiten'
Jaap Boots krijgt een lift van Nick Cave
‘We doen alsof het de 20.000ste dag uit mijn leven is. Aan het begin van de film sta ik op uit bed en vanaf dat moment krijg je een verzonnen dag uit mijn leven te zien.’ Oud-VPRO-dj Jaap Boots kreeg vorig jaar in Engeland een onverwachte lift van Nick Cave. Ondertussen vertelde de Australische rockster over de film 20,000 Days on Earth, toen zijn nieuwste project.
'You are Nick Cave'
Na een uur pakte ik mijn rugzak op en vertrok. De vakantie zat er op en om 15.56 vertrok mijn trein van Brighton naar Londen. Aangekomen bij de bushalte zag ik op het informatiebordje dat de bus buiten het seizoen maar twee keer per dag ging. Een oud instinct, dat mij in mijn jonge jaren tot in voormalig Joegoslavië had gebracht (zie mijn recent verschenen bundel autobiografische memoires Donderweg – Mijn leven in de fast lane van de popmuziek) stak de kop op. Ik zette de rugzak aan mijn voeten en stak mijn duim omhoog. Na een paar mislukte pogingen stopte een grote zwarte Jaguar die me op een of andere manier bekend voorkwam.
Ik boog me naar het openzoemende raampje toe en herkende de bestuurder (zilvergrijs maatpak, zwart lang haar) onmiddellijk.
Cave bekeek mij door een Italiaanse designer zonnebril.
‘Where you going?’
‘Brighton?’
‘Brighton, sure. Hop in.’
De oude rocker reed opvallend rustig.
‘You are Nick Cave,’ zei ik dommig.
‘The one and only,’ antwoordde Cave.
Ik kon het niet geloven.
‘Wauw,’ zei ik gelukzalig. ‘Dat ik hier naast je zit! Ik heb al je platen, man! En ik heb je zelfs een keer geïnterviewd.’
Cave keek me van opzij onderzoekend aan.
‘1986! Vredenburg, Utrecht. Voor Vrij Nederland!’
Cave herinnerde zich niets, ‘but that doesn’t necessarily mean anything.’
‘En in 1993 ben ik nog een keer met je uit eten geweest, samen met Lotje. Lotje IJzermans, van de VPRO, weet je nog wel. Ten tijde van je eerste boek, En de Ezelin zag de Engel!’
‘Ah, Lotje! Now I remember! How is she?’
Ik zei dat het bij mijn weten goed ging met Lotje, en voor ik wist zaten we in geanimeerd gesprek.
Grote waarheden
Cave vertelde me dat hij met een nieuw project bezig was, een film. En dat hij net van een opnamedag terug kwam.
‘Vanmorgen zat ik zogenaamd paling te eten met Warren. Ik haat paling.’
Warren, dat was natuurlijk Warren Ellis, sinds een paar jaar Nicks nieuwe rechterhand, de man die na Mick Harvey The Bad Seeds had opgeschud met rare vioolpartijen, een gitaar met vier snaren, loops en nieuwe muzikale invalshoeken. Maar dat deed er nu even niet toe.
‘Wat is het voor film?’ vroeg ik.
De dichter-zanger trok een plechtig gezicht.
‘Nou, het is om te beginnen natuurlijk een film over mij. En over mijn werk. Een soort biopic, maar dan anders. Fictie. Niets is echt, en alles wordt gescript. Maar in die fictieve setting worden niettemin grote waarheden verteld.’
De slingerende zwarte tweebaansweg glom in de zon. Af en toe zag ik de zee achter de heuvels.
‘Schrijf je zelf het script? Dat heb je vaker gedaan.’
‘Nee, ik doe dit met twee vrienden van me, Iain Forsyth en Jane Pollard. Ik heb eerder met ze gewerkt, ze maakten de laatste jaren veel van onze video’s. Aanvankelijk was het de bedoeling dat we zo’n duffe studiofilm zouden maken over de totstandkoming van het album Push The Sky Away, maar al pratend kwamen we tot een ander idee. Dat was toen ik me realiseerde dat ik al meer dan 20.000 dagen op de aarde rondloop.’
‘Dus het is een documentaire?’
Cave trommelde op het stuur. Hij wilde een vrachtauto passeren. Onwillekeurig dacht ik aan de ‘opfriscursus autorijden’ die hij kreeg opgelegd na aanrijding met een snelheidscamerapaal in 2010. Cave keek nog één keer, gaf toen richting aan en haalde keurig in.
‘Nee. Dit wordt iets heel anders. Kijk, in normale rock-’n-rollfilms zitten gepensioneerde muzikanten zichzelf te bewieroken en eindeloos te ouwehoeren over hoe ze toen die fader open deden en hoeveel ruzie ze maakten in de studio bij het “altijd moeilijke” derde album. Dit is fictie. We doen alsof het de 20.000ste dag uit mijn leven is. Aan het begin van de film sta ik op uit bed en vanaf dat moment krijg je een verzonnen dag uit mijn leven te zien: ik ga naar kantoor, ik typ, ga naar een psycholoog en bezoek mijn archief.’
Ik kon het nauwelijks geloven. Dus het opperhoofd van de alternatieve rock had een psycholoog? En een archief?
Cave lachte, kort.
‘Nee, ik heb geen psycholoog. Tenminste, niet meer. Maar ik heb wel een archief. Ik ben een grote verzamelaar van mijn eigen spullen. En ik schuim nog steeds rommelmarkten af… Ik heb bijvoorbeeld ooit drie lange strengen vrouwenhaar gekocht, in een doos… die doe ik nooit weg. Plus al mijn manuscripten, songs, foto’s, knipsels, dagboeken. Ik heb zelfs een tijdje een dagboek over het weer in Brighton bijhouden. Al die spullen heb altijd van mijn bureau afgeveegd als ik ze zat was en bewaard in een doos. Die spullen zijn verbonden met mijn ziel. Die zijn belangrijk.’
‘Maar zit er ook wel muziek in de film?’
‘Sure. Je ziet me in de studio aan het werk met de band, een paar optredens. En verder ik maak ritjes in de auto met oude vrienden.’
‘Met wie bijvoorbeeld?’
‘Blixa, Kylie…’
Wauw. Blixa Bargeld, Kylie Minogue. Ik raakte opnieuw in vervoering.
‘Allemaal in deze Jaguar?’
‘Yep.’
De echte Nick Cave
We reden de buitenwijken van Brighton binnen, en ik besloot dat het tijd was voor de hamvraag.
‘En dat alles moet een beeld geven van de echte Nick Cave, de man achter het masker?’
Cave verstrakte.
‘Je stelt wel een heleboel vragen, man. Ik dacht dat je zei dat je radio-dj was. Of ben je soms nog steeds popjournalist?’
‘Sorry,’ zei ik.
‘De echte Nick Cave,’ zei de gedreven performer, nu opeens bozig, ‘ik weet niet wie dat is, man. Het is niet alsof ik een masker kan afnemen en kan zeggen: hee mensen, kijk allemaal eens even hier! Dit is nu de echte Nick Cave.’
Hij zweeg even.
‘Ik heb mezelf in mijn jeugd een identiteit aangemeten als rockgod, en nu kan ik niet meer terug, zelfs als ik zou willen. Dus: wie ben ik? Wat is echt? Wat is waar en wat is verzonnen? Zeg jij het maar. Vaak zegt fictie meer over de werkelijkheid dan feiten. Feiten kun je googelen, maar ze brengen je niet heel ver.’
We stopten voor een zebrapad. Ik zei niets, maar dacht van alles. Cave zette zijn zonnebril af – er waren wolken voor de zon geschoven. Een oude blinde man stak over, zijn roodwitte stok tik-takkend op het asfalt.
‘De transformatie,’ ging Cave opeens verder, ‘die is waar. Die is echt. Niet elke avond, maar vaak wel.’
We trokken weer op.
‘De wat?’ vroeg ik.
‘Ik heb het over artistieke processen.’
De rock-’n-rollgentleman keek op zijn horloge.
‘Ooo…shit.’
‘Wat is er?’ vroeg ik.
‘Ik ga je er zo uitgooien, ik moet nog iets doen.’
‘Oké. Maar wat zei je nou?’
‘Ik had het over transformatie. Maar…’
Cave stopte abrupt, half op de stoep.
‘Out.’
Ik was verbijsterd.
‘Hee, sorry Nick dat ik het vraag, maar… kun je niet even doorrijden tot het station alsjeblieft?’
‘Out!’
Ik griste mijn rugzak mee. Cave boog opzij en sloot het portier.
‘Nick!’ probeerde ik nog.
Maar de enigmatische artiest zoefde al weg in het drukke verkeer op de boulevard.
Ik keek zijn zwarte Jaguar na tot ik hem niet meer zag.
Het uur van de wolf: Nick Cave - 20,000 Days on Earth
VRIJDAG 13 FEBRUARI, NPO 2, 23.15-0.50 UUR