Weval, Noorderslag, Benedenzaal, zaterdag 17 januari 2015
ESNS15: Weval graaft de Oosterpoort-kelder nog wat dieper
En tovert nog een konijn uit de hoed
Harm Coolen en Merijn Scholte Albers zijn al even aardig aan de weg aan het timmeren. Vooral qua releases. Onderhand is het tijd om de live reputatie op het niveau te trekken van hun producties. Of nog daar bovenuit, als het even kan.
HET CONCERT:
DE ACT:
Het gaat hard met Amsterdams producersduo Weval. Vorig jaar begeleidde al een track van hun Penelope Cruz in een internationale frisdrankreclame, later dat jaar werden ze getekend op het grote Kompakt. Logisch, want hun sound met hun stuwende bassen en gevoelige vocale samples passen ze goed in het straatje van dat beroemde Duitse label.
HET NUMMER:
Opener Gimme Some, van hun laatste EP, blijkt nog veel meer de boel in de fik te kunnen zetten dan je zou verwachten als je de track alleen nog maar op een koptelefoon hebt gehoord. Het tempo is dan wel laag, maar ze hebben je binnen een paar seconden al in de houdgreep. Je ziet de mensen elkaar aankijken en gesprekken stilvallen. Op een groter geluidssysteem waarschijnlijk alleen maar nog indrukwekkender.
HET MOMENT:
De hele set lang heb je als luisteraar al het idee er schouderdiep in te zitten, maar dan tovert Weval nog een konijn uit hun hoge hoed. Met Lights Flashing My Face trekt het tweetal de kelder nog wat meer naar binnen. Zonde dat er geen grote stroboscopen in hangen.
OOK OPMERKELIJK:
Het geluid lijkt niet helemaal te zijn wat je bij een een dergelijke act wil. Niet dat er dingen verloren gaan in de mix, maar er lijkt te weinig vermogen achter te zitten. Er hoeft maar iemand te niesen en de hele kelder hoort het.
HET PUBLIEK:
Zaterdagavond, twee uur 's nachts en iedereen staat al vanaf een uur of negen binnen. Natuurlijk willen er mensen dansen, natuurlijk willen mensen in zo'n kelder stiekem peukies roken en natuurlijk heeft een deel al net te veel gedronken. Weekend!
HET OORDEEL:
De tracks die we al kennen van Weval zijn goed, de live-set blijkt nog beter. Het is verleidelijk om het organisch en warm te noemen, maar dat dekt de lading niet. Het is meer dat de tracks je echt omsluiten, het duo trekt je steeds wat dieper mee. Het lijkt erop dat ze aan het begin een taperecorder aanzetten met een clicktrack, die door de hele set door weer terugkomt. Vlijmscherp snijden er zo nu en dan kleine tikjes en subtiele shakers door de afgestompte four on the floors. Precies op de goede momenten klinken er analoge kraakjes, een fractie voordat er weer opgeschakeld wordt. Wanneer het warme geluid weer overheerst, wordt de lead synth opeens naar een killere, industriële sound gedraaid. En andersom. Als de programmeurs een beetje opgelet hebben gaat Weval niet alleen de clubs in Nederland plat spelen komend jaar, maar net zo goed die in de rest van Europa.