ESNS15: The Indien is mooi, maar prikkelt te weinig

Fijne psychedelische pop is eigenlijk nog te degelijk

door Petra Huijgen, foto's Jan Westerhof ,

Na twee jaar werken achter de schermen is het maandag eindelijk zover: de EP van The Indien komt uit. 'Als je onze naam dan op Spotify intikt, krijg je een foto van mij te zien. En dan kun je onze liedjes luisteren,' voegt Rianne Walther snel toe. Vandaag het laatste optreden voor het zover is en dat klinkt prima.

HET CONCERT:

The Indien, Noorderslag, Marathonzaal, zaterdag 17 januari 2015

DE ACT:

Helemaal nieuw is het Haagse The Indien niet: eerder opereerde de band onder de naam Ryan. En ook de bandleden hebben we eerder gezien. Zangeres Rianne Walther was te horen in Before Eve, en bassiste Janneke Nijhuis speelde in meidengroep Bad Candy en speelt momenteel ook in The Deaf. Naar eigen zeggen zweven ze muzikaal ergens tussen Fleetwood Mac, Tame Impala en The Black Keys. Live draaide de band de laatst maanden overuren: ze speelden in het voorprogramma van Di-Rect, mochten na Ben Howard in de HMH spelen en reisden rond met de Popronde.

HET NUMMER:

Van de invloeden die ze zelf noemen past Tame Impala hen het best: The Indien heeft alles in huis om de psychedelische sound nog meer eigen te maken. Deze sound is het best terug te horen in 'Don't Hurt Me Now', dat zich door de opbouw van de set het meest onderscheidt. Wanneer het nummer halverwege openbreekt en de band de teugels een beetje laat vieren, krijgt iedereen volop de ruimte en ontstaat er iets bijzonders.

HET MOMENT:

De chemie tussen zangeres Rianne Walther en bassiste Janneke Nijhuijs heeft iets aanstekelijks: iedere keer als ze elkaar opzoeken en aankijken komt er een grote glimlach op hun gezichten. Met name in openingsnummer 'All You Gotta Do' slaat dit over op het publiek en trekt de goedgevulde Marathonzaal massaal de telefoon om het vast te leggen.

HET PUBLIEK:

Zoals gezegd, het publiek heeft de Marathonzaal goed weten te vinden, want zodra de eerste tonen klinken staat het tot achterin vol. Aan interactie onbreekt het alleen: wanneer Walther bij het tweede nummer aankondigt dat het publiek mag dansen, geeft niemand hier gehoor aan. Geeft niet. Dansmuziek maakt The Indien gewoonweg niet. Wel zou de band het publiek dan moeten inpakken met de muziek, maar naarmate de set vordert verliest de band steeds meer de aandacht. Dan gaat het publiek zich maar tot de buurman of de telefoon richten.

HET OORDEEL:

Dat er bijzonder kundige muzikanten op het podium staan moge duidelijk zijn: de zang van Walther is bijzonder sterk en doet denken aan Selah Sue. Ook hebben ze in de persoon van Nijhuijs een bijzonder energieke en aanstekelijke podiumpersoonlijkheid in huis. De nummers zitten stuk voor stuk goed in elkaar, maar zijn nog te weinig spannend en eigenzinnig om de aandacht drie kwartier vast te houden. In potentie zeer geslaagd dus, maar nog een extra stapje verder richting de psychedelische sound waarmee ze nu voorzichtig flirten kan een interessanter en eigenzinniger act opleveren.

DE FOTO: