ESNS15: De vrijdag van Eurosonic (blog)

Met oa. James Bay, Rats On Rafts, Lapsley, Dakh Daughters, Common Linnets, Spidergawd, Moodoid

Ingmar Griffioen, Ralph-Hermen Huiskamp, Sjoerd Huismans, Tim van de Steen, Atze de Vrieze, Tomas Delsing en Bas van Duren ,

3voor12 is op Eurosonic Noorderslag, hét belangrijkste showcasefestival van Nederland en Europa. Hier worden de talenten van morgen geboren en ontdekken we de festivalbands van 2015. En ook op Eurosonic werken we met een liveblog met altijd de laatste recensies en beelden, dat in de loop van de avond en daaropvolgende ochtend steeds verder wordt aangevuld. Blijf dit blog dus in de gaten houden voor het laatste nieuws.

Lapsley is al weg voor ze begint
De Britse Lapsley is danwel nog maar zeventien, doordat ze getekend is bij XL gaat haar naam al aardig rond. Haar debuut ep vol subtiele elektronica werd al opgepikt door wat grote BBC dj's, en vanavond staat ze ook nog eens op misschien wel het mooiste podium van Eurosonic, het Infoversum. Buzz vanuit alle kanten dus.

Helaas valt ze direct door de mand. In het begin lijkt het nog te komen door het haperende geluid, maar al snel blijkt het echte manko meer bij haar te liggen. Haar stem is niet alleen weinig onderscheidend en vlak, er gaat vooral geen enkele urgentie vanuit. Er is eigenlijk geen reden om écht naar haar te luisteren. Ook de muziek zelf kabbelt maar wat voort. Er is nauwelijks een moment aan te wijzen waar er echt iets gebeurt. Hoogstens de momenten waar ze met een andere microfoon haar eigen stem laag en vertraagd laat klinken. Of tegen het einde. Als het sterrenstelsel plotseling in beweging komt, vallen er wat monden open. Die verbazing wordt nog groter als Lapsley na een halfuurtje al plots van het podium loopt. Het is al afgelopen voor het echt begonnen lijkt. (Ralph-Hermen Huiskamp)

Bilderbuch vermakelijk en niet veel meer dan dat
Als vier Oostenrijkse kindjes die niet kunnen kiezen, zo kun je Bilderbuch in het kort omschrijven. In een volgepakt Vera volgen de genres in een rap tempo elkaar op: van funkrock naar indie hop, beetje disco, beetje punk, echt een allegaartje. In eigen land zijn ze al jaren een fenomeen, maar met Duitse teksten is het altijd moeilijk om buiten de taalgrenzen faam te maken, tenzij je Peter Fox of Alexander Marcus heet. In frontman Maurice Ernst kent de band een redelijk charismatische kerel, maar wel eentje die zich overschreeuwt als hij roept 'klap mee, want het is toch een showcasefestival?' om vervolgens te concluderen dat de zaal voornamelijk vol staat met boekers. Die horen een prima bandje dat door alles maar te willen doen snel te gimmicky wordt. Vermakelijk absoluut, maar mocht deze band ooit ermee stoppen, dan vloeien alleen maar in die Heimat de tranen. (Bas van Duren)

Talos blijkt anders dan Blake
Het werd vanmiddag al even aangehaald door MOJO boeker Bas Jansen in de 3voor12 talkshow: een belangrijke muzikale stroming is ook dit jaar weer die van de James Blake en The XX clonen. Jongens met gepijnigde blikken, houthakkersblousen en -baarden die liever thee dan bier drinken op het podium. En natuurlijk heel veel elektronica bij zich hebben. Het soloproject van de Ier Eoin French past, op de baard na, inderdaad prima in dat plaatje. Al zou je zijn ijle stemgeluid eerder in de folk- dan in de soulvolle hoek van Blake plaatsen en vallen er ook niet zoveel stiltes als bij dat Grote Voorbeeld.

Nee, productioneel doet het meer denken aan Mount Kimbie, maar dan wel net iets langzamer afgespeeld dan eigenlijk de bedoeling is. French en zijn twee bandleden brengen met hun liveset een voller geluid dan Blake, maar zijn net zo traag en leggen eenzelfde deken van mist over de zaal. En belangrijker: ze hebben de liedjes! Vier recente EP’s staan al op Spotify, maar veel van wat we vanavond horen is daarop niet te vinden. 'Your Ghost' bijvoorbeeld, of 'Reborn'. Het zijn liedjes met slimme hooks, om te voorkomen dat de luisteraar té ver weg zweeft. Of Talos een volledig blok in een festivallineup kan boeien blijft nog even gissen - vanavond stond ‘ie krap een half uur op het podium - maar het halfgevulde Simplon bovenzaaltje is alvast overtuigd.
(Tomas Delsing)

Condor Gruppe spreidt haar vleugels maar moet nog wel landen
Het woord 'filmisch' had evengoed op de vijf hoofden van het Vlaamse Condor Gruppe kunnen worden geplakt. In een redelijk gevulde Der AA-Theater opent de band met nummers die rechtstreeks uit de soundtracks van oude spaghetti-westerns zijn gehaald. Dat is niet alleen te horen, ook op de achtergrond lopen beelden mee van het aloude filmgenre. Ruimte voor zang is er niet: de aanwezige microfoons dienen alleen ter ondersteuning van geneurie, gefluit en ge-ah's. De koperen klanken van de incidentele saxofonist, stuurt het geheel richting de space-rock en ook gebieden als het Verre Oosten en Mexico worden aangedaan. De band speelt uitermate strak, gooit de tremolo-knop goed open en zet aan op momenten dat er wordt gevraagd om wat meer stevig werk. Maar zoals wel vaker bij instrumentale muziek is het lastig om de aandacht er vol bij te houden. Een betere setting? Op de mp3-speler zetten terwijl je door de Mojave-woestijn slentert met een fles mezcal in je rechterhand. Dan komt deze Condor nog wel het meest tot haar recht. (Bas van Duren)

Fossils is de Deense Royal Bloodier
Je moet toch even twee keer kijken bij binnenkomst in de bovenzaal van De Spieghel: twee Denen in de klassieke Royal Blood opstelling. Maar al snel blijkt: Fossils opereert harder, met meer noise en minder gitaarlijnen. Fossils is: distorted bas en drums, wild en een ongenadig tempo. Het duo schuwt ook geen stukje math of punk en gaat van ziedende heavy metal naar halverwege een zZz krautrock drive waar je U tegen zegt. Teksten zijn er niet, wel songtitels als 'Spamtastic', 'Pelvis Crust' en 'Flesh Pillar (...)', dat wat puntiger is, als een serie korte stoten onder het middenrif.

Het middenstuk dreigt even wat eenvormig te worden, maar gaandeweg wordt Fossils harder en feller. De een-na-laatste song 'Raising the Steaks' is nog wat vernielzuchtiger met krijsende bassist en tempowisselingen. Tijd voor een geintje vindt de drummer: 'Do you like 90ies dance, 2 Unlimited? This is our version.' Wow. 'Crack Horse' biedt wederom geen hitparade materiaal, ook niet in nineties-vorm, maar Ray en Anita zullen er zeker van opkijken. Wij gaan even het tweede album Flesh Hammer ophalen. (Ingmar Griffioen)

Dakh Daughters, een zeer curieuze act uit Oekraine
Dakh Daughters uit Oekraine wordt op de website van Eurosonic Noorderslag geïntroduceerd als een freak cabaret band en dat is niets te veel gezegd. De Stadsschouwburg is een passend decor voor dit gezelschap van zeven dames dat een theatrale performance neerzet in de geest van De Kift en Tom Waits ten tijde van zijn album The Black Rider. Ze wisselen veelvuldig van kostuum (van legeruniform tot bontjas), van instrument (van cello en accordeon tot een tweemeterlange hoorn) en van taal (we horen Russisch, Engels, Duits en Frans). Ze kunnen stampen en schreeuwen en krijsen en meteen daarna een heel gedragen en tragisch lied vertolken. Om vervolgens weer los te barsten in een carnavalesk feestnummer. Ze spelen zelfs een Duitstalige versie van 'Zeven Dagen Lang' van de Eindhovense 70s folkband Bots. Hoe komen ze daar nou aan? Misschien waren die destijds marxistisch genoeg om door de Sovjet-censuur heen te komen. Never a dull moment met deze Oekrainse dames, maar de Nederlandse boekers lijken er nog niet voor in de rij te staan. En dat terwijl dit het type act is waar ze op Glastonbury, Sziget of Roskilde wel raad mee weten. Ben benieuwd wie in Nederland zijn nek gaat uitsteken voor Dakh Daughters, by far de meest curieuze act van deze Eurosonic Noorderslag. (Willem van Zeeland)

Handjevol mensen getuige van boeiend experiment M-Band
Als er een prijs zou zijn voor de IJslander Met Het Raarste Haar, dan zou producer M-Band (maar één persoon) hem zeker winnen. Alsof er een soort mutsje op zijn hoofd groeit. Zijn muziek past daar eigenlijk wel bij: ambient elektronica met dromerige vervormde (live) zang. Hij bouwt zijn set heel langzaam op en gaat gaandeweg meer richting techno met diepere beats. Een kwartier later laat hij het dan weer compleet stilvallen.

Helaas blijft deze show een soort theekransje voor een handjevol mensen in de patio van het Platform Theater. Zelfs de soundcheck van Throes + The Shine – hierna in het andere gedeelte van de zaal – overstemt de show van M-Band hinderlijk. Gelukkig gooit hij er een tandje bij in de hitje 'All Is Love' en afsluiter 'Heist', dat gaandeweg ontspoort in soundscapes van een welhaast Sigur Rós-achtige bombast. Op dit soort momenten weet hij wel degelijk de aandacht van het publiek te grijpen. M-Band zet best een interessante en spannende show neer, helaas is slechts een handjevol mensen daar getuige van. (Sjoerd Huismans) 

Moodoïd: de plus grande cultband van Eurosonic
Op de tiplijstjes voorafgaand aan Eurosonic prijkte de naam Moodoïd geregeld, als een van de interessantere bandjes in de culthoek. De Franse band (sommige songs hebben Engelse teksten) kwam vorig jaar met de dromerige psychpopplaat Le Monde Möö en eerder met een EP geproduceerd door Tame Impala’s Kevin Parker. Live blijken ze nog heel wat meer in huis te hebben. Glamrocksolo’s, een heerlijke disco-vibe, wilde noise-uitbarstingen en percussie-intermezzo’s. En toch allerminst een allegaartje maar een passend geheel. Denk aan Arcade Fire, Phoenix of TV On The Radio als mogelijke referenties, maar eigenlijk brengt Moodoïd een heel oorspronkelijk geluid.

Frontman Pablo Padovani, die eerder gitaar speelde bij Melody’s Echo Chamber (ook uit de Kevin Parker-schuur), laat zich flankeren door vier Franse schonen in glitterjurkjes. Zelf steekt hij daar in zijn gouden jasje met bijpassende schmink trouwens in het geheel niet schril bij af. Sterker, hij blijkt de absolute ster van de band te zijn, vooral door zijn uitstekende gitaarspel. Opener ‘Je Suis La Montagne’ wordt helaas wat stroef gespeeld, maar nummers als ‘La Lune’ oogsten even later flink applaus. Na de wilde afsluiter ‘De Folie Pure’ schreeuwt het publiek zelfs om meer; dat maak je toch niet vaak mee op een showcasefestival. 'GRANDE!,' schreeuwt een gast vooraan die het hele optreden als een bezetene heeft gedanst. En dat was het. (Sjoerd Huismans) 

James Bay is geboren voor grote festivals
Terwijl sommige van zijn collega's het hier moeten doen met een klam keldertje of een krap kroegje, staat James Bay bij zijn eerste optreden op Nederlandse bodem meteen in een flinke festivaltent. 'Niet slecht voor een eerste keer,' concludeert hij zelf, en hij laat zich allerminst intimideren. Verbazingwekkend hoe gemakkelijk hij de achterste rijen weet te bereiken met zijn zelfverzekerde gitaarpop. Af en toe heeft hij een flinke bluesy uithaal, soms ook ruimte voor een snik. Op de eerste rij staat een meisje met precies zo'n hoed als James. Zij eet nu al uit zijn hand, en hij weet precies wat hij daar in moet stoppen om nog veel meer hongerigen te lokken.

Deze zanger past namelijk perfect in de eindeloze reeks conservatieve mainstream gitaarpop-acts die Engeland momenteel uit knalt. Niet credible en al helemaal niet vernieuwend, wel gemaakt voor het grote succes. Deze James Bay is artistiek gezien nog een stuk minder spannend dan concurrenten George Ezra, Hozier en Ed Sheeran, maar hij heeft wel een enorme power in zijn performance. Met name de tweede helft, vanaf de kalme oude single 'Let It Go' (in Engeland een bescheiden hitje), tot aan de hit 'Hold Back The River', een song over hoe het jachtige leven dat gekoesterde vriendschappen onder druk zet. Universeler krijg je ze niet. (Atze de Vrieze)

Spidergawd is de reïncarnatie van Led Zeppelin, Kyuss en Motorpsycho
Ze staan geafficheerd als Noorse superband en met twee Motorpsycho-leden valt dat te billijken. Spidergawd is wel veel meer dan een Motorpsycho-zijproject, zanger-gitarist Per Borten is een meer dan waardige frontman bijvoorbeeld. Gezegend met een dijk van een heavy metal-stem bovendien en een Josh Homme-pose. En dan is er nog saxofonist Rolf Martin Snustad, die een jazzy stoomboot blaast over het ritme van de bas. Maar je kunt niet ontkennen dat de ritmesectie van Motorpsycho een verdomd jaloersmakend duo is. Drummer Kenneth Kapstad en bassist Bent Sæther leggen een groove neer, die de volle Vera doet meedeinen en haarslaan.

Spidergawd heeft het zware seventies hardrock gevoel, de progressieve en hardrock gitaarsolo's, een bluesy rock 'n roll feel en ook zompige stonerjams. Blues For The Red Sun anyone? De Noren smeden zo'n beetje de erfenis van Led Zeppelin, Kyuss, Motorpsycho en MC5 samen tot een verslavend en heavy groovend geheel. En zo zorgt een typische Vera-band voor een vroeg hoogtepunt. Het tweede album Spidergawd II komt eraan en is iets om naar uit te zien, evenals de Roadburn-show. (Ingmar Griffioen)

Zentralheizung Of Death Des Todes geeft een dwingend drinkadvies
Een zanger die zijn hoofd door een tafelkleed gestoken heeft, de rest van de band in een soort fanfarejasjes. Het Duitse viertal heeft er schijnbaar over hun presentatie nagedacht. Geen idee wat het idee erachter is, en eigenlijk maakt het ook geen klap uit. Net als de teksten en songtitels. En de liedjes zelfs, want die zijn niet eens heel goed.

Dat maakt allemaal niet uit, Want Zentralheizung Of Death Des Todes is ongelooflijk goed in de boel ophitsen. Al na twee nummers steken er vooraan wat benen de lucht in. De crowdsurfer is dan wel niet zo succesvol, hij is wel de eerste bij wie de vonk over slaat. Direct daarna veranderen de rijen vooraan in een venijnige pit. Aangemoedigd door de striemende riffs (met soms zelfs mathrock neigingen), de drummer die de blaren op zijn klauwen ramt, de bassist in het net te korte voetbalbroekje, en de Hives-achtige schreeuwzang beuken de gastjes vooraan elkaar murw. De beveiliging probeert het zelfs even allemaal te sussen. Of het allemaal even wat minder kan. Nee, natuurlijk niet. Op zijn best om even een biertje te 'adten' om het zweetverlies te compenseren. En omdat dit gewoon muziek is om lekker dom veel bier bij te drinken. De zanger snapt dat. 'Are you drunk already? Me not.'(Ralph-Hermen Huiskamp)
 

Rats On Rafts begint gretig van voren af aan
Voor Rats on Rafts staat O'Ceallaigh Irish Pub zo volgepakt dat een Murphy's spiegel naar beneden komt, de bas telkens verstrikt raakt in een microfoonsnoer en bier bestellen alleen via via kan. De Rotterdamse post-punkband hier zien, is dan ook een buitenkansje. Rats On Rafts heeft net het tweede album aangekondigd en keert voor de opvolger van The Moon Is Big terug naar Subroutine Records. De presentatie op 3 april in V11, Rotterdam is al uitverkocht.

Het eerste nummer klinkt als een losse Vampire Weekend-schets met zo'n Afrikaans gitaartje. De tweede is een stuk stuwender en vooral manisch en gelijk hangen ze in hun vertrouwde post-punkgroove en zien we weer een van de beste live-bands van Nederland. Geen 'The Moon Is Big' of 'God Is Dead' vanavond, maar wel 'Jazz', uiteraard in ruim tien heerlijke minuten. Dan doet cultjournalist Richard James Foster een spoken word intro van een fijne nieuwe track. Ja, de Rats zijn weg bij label TopNotch, maar dat een herstart goed kan uitpakken bewezen o.a. Racoon en Kensington al. En ja, dan speel je niet in een vuige bar maar op dit Subroutine-event in een Ierse pub, maar ach, dat is ideaal voorproeven, zo bewees The Ex afgelopen jaar. Rats On Rafts is terug en we willen snel veel meer horen, desnoods met RJ Foster... (Ingmar Griffioen)

Skip & Die heeft Eurosonic niet meer nodig
Ze stonden al eerder in 2011 en in 2013 op Eurosonic Noorderslag, dus eigenlijk kun je je afvragen waarom Skip & Die in vier jaar tijd voor de derde keer op het festival staat. 'Een nieuw album' zal het antwoord zijn, maar als in de praktijk blijkt in de Cathedral dat de nieuwe nummers van Cosmic Serpents live amper te onderscheiden zijn van de rest, rijst de vraag dan toch weer 'waarom'? Het afgelopen jaar stond de band al in Brazilië, Argentinië, Frankrijk, Spanje en nog veel meer landen, dus voor de exposure is het allang niet meer nodig. Natuurlijk klinkt het goed: de nadruk ligt wederom op dikke percussie, de capriolen van Cata.Pirata en de vette beats die Jori Collignon uit alle gaten weet te toveren, maar het 'dat kennen we wel'-gevoel lijkt ook in de zaal te overheersen. Pas wanneer Cata.Pirata zo tegen het einde aan het publiek in duikt, ontlokt ze eindelijk wat enthousiasme. Of hit 'Love Jihad' nog wordt gespeeld, maken we niet meer mee. De act gaat over haar tijd heen en we moeten door. (Bas van Duren)

Rae Morris probeert zich risicoloos naar de top te zuchten
Na wat succesvolle bijdrages aan tracks van onder andere Bombay Bicycle Club en Clean Bandit gaat de Britse singersongwriter het solo proberen. Dat voor haar aanstaande debuutplaat topproducer Ariel Rechtshaid werd ingevlogen maakt duidelijk dat het voor haar en haar platenmaatschappij menens is.

Het is bijna ongemakkelijk hoe het plaatje klopt. Niet alleen is de hele band en vooral de zangeres zelf bovengemiddeld aantrekkelijk en hebben ze het leuk met elkaar, de liedjes lijken allemaal deel uit te maken van een groter charme offensief. Met wat valse adem en met een constante glimlach en gezellige liedjes pakt ze de zaal in. Haar toetsenist gooit er op de goede momenten wat samples en strijkers in, de drumster is de meest blije van heel Groningen en grooved zelfs op de meest ingetogen momenten lekker mee. En bij elk applaus zucht Morris er weer een intens gelukkig bedankje . De meest aanstekelijke liedjes 'Do You Even Know' en 'Love Again' bewaart ze natuurlijk voor het slot. Dat hoort immers. Toch, het zou allemaal nog iets meer blijven hangen als er eens iets niet zou kloppen of wat meer risico gezocht zou worden. Het voelt een beetje als Ikea pop. Maar laat dat nou net een enorm populaire winkel zijn. (Ralph-Hermen Huiskamp) 

The Common Linnets klaar voor de Pop Prijs
Het zou goed kunnen dat Ilse DeLange en haar Common Linnets morgen de Pop Prijs winnen, maar deze show in de Schouwburg is voor haar veel en veel belangrijker. De Almelose wil zo graag de grens over. Nooit lukte het, en nu is men over de grens ineens geïnteresseerd. “Ik weet niet zo goed welke taal ik moet gebruiken. Laten we maar Engels doen, wel zo professioneel." 
 
Het gebeurde met die nieuwe band, een terugkeer naar haar rootsy basis en 'that little stage called Eurovision Song Contest’. De buitenlandse gasten zien hier een buitengewoon professionele rootsband, met Ilse DeLange als leider, maar ook JB Meijers en Amerikanen Rob en Matthew Crosby en Jake Etheridge zijn prominente aanwezig. Ze zingen allemaal, en ze spelen allemaal gitaar, op sommige momenten zelfs vijf man (plus basgitaar) tegelijk. Dat leidt niet tot een pompeus geheel, maar juist tot een zorgvuldig geweven, vol geluid. De set is professioneel gevarieerd, en alles klopt tot in de details: de nette pakken, de hoge hakken en het opgestoken haar van DeLange, een drummer met clicktrack, zij laten niets aan het toeval over.
 
Toch zit er wel degelijk een soort frivoliteit in de band, dankzij de nerveuze glimlach van de frontvrouw, die even een momentje ontspanning pakt om gedag te zeggen tegen een fan die via Facetime meekijkt. Er zijn plannen voor de toekomst, er zijn zelfs al nieuwe liedjes, een nieuw album moet in mei of juni uitkomen. Boek ons, wij willen spelen, aldus DeLange. Morgen meer. “Ik vond het best een beetje spannend hoor.” (Atze de Vrieze)
 
Dolomite Minor, toch nog een halfuur uitstekende hardrock
Eurosonic 2015 is niet echt de editie van de hardrock. Ook niet het meest levendige genre binnen de popmuziek momenteel, maar bij tijd en wijle zit er natuurlijk nog altijd een steengoed rockduo tussen. Denk aan Royal Blood vorig jaar, die op Eurosonic het begin van een succesreeks inzetten. Geldt dat ook voor de twee Southamptonaren van Dolomite Minor?
 
In elk geval spelen ze een thuiswedstrijd. Een archetypische Vera-band, dit. Ze beginnen al met het steenharde Talk Like An Aztec, meteen een van de beste nummers. Een groovy stoner-achtige riff met onderkoelde, monotone, bijna ongeïnteresseerde zang a la Black Rebel Motorcycle Club. Op andere momenten komt de band meer bluesy uit de hoek, zoals in het slepende Let Me Go, de onverwacht vroege afsluiter van de set. 

De ‘Royal Blood van 2015’ zou te veel eer zijn - daar hebben ze de songs niet voor - maar niettemin is Dolomite Minor absoluut een van de meest veelbelovende rockbands van deze editie van Eurosonic. Die gaan we vaker tegenkomen, bijvoorbeeld op Down The Rabbit Hole. (Sjoerd Huismans)
 

Polygrains krijgt Simplon na stroeve start aan het dansen
Een producer met Griekse roots en een weelderige baard die elektronische (sample)pop maakt. Geen wonder dat je dan in eerste instantie aan Larry Gus denkt, maar zijn vriend Polygrains blijkt toch uit ander hout gesneden. Niet alleen houdt hij zich een stuk rustiger op het podium, ook in zijn muziek doseert hij de gekte. Dat krijgen in eerste instantie maar weinig mensen mee. Hooguit een mannetje of twintig zijn aanwezig in de bovenzaal.

Maar als het optreden van Batida beneden is afgelopen, stroomt de zolder in rap tempo vol. Dat ziet een verraste Vasilis Moschas pas tussen twee nummers in als hij even opkijkt van zijn apparatuur. Hij speelt nog even een paar mellow electropopsongs, die vakkundig in elkaar zijn geprutst en bovendien mooi hoog en helder gezongen. Maar dan is het toch echt tijd voor de disco, met diepe beats die soms zelfs richting house en techno gaan. En daar bovenop een geweldige samplegekte met onder meer een minutenlange fluitsolo. Vanaf dat moment gaat het los. We zullen Polygrains nooit meer met Larry Gus vergelijken, want dit blijkt een zeer eigenzinnige producer die weet hoe je een set perfect opbouwt. (Sjoerd Huismans)

Schuchter All We Are moet meer lef tonen
De Beurs puilt uit voor All We Are: de meest multiculturele band van Eurosonic, want met drie leden uit Brazilië, Noorwegen en Ierland zijn de airmiles ongetwijfeld al binnen. Verwacht geen samba-indie-folk, maar vooral een combinatie van indiepop met R&B en een beetje shoegaze. Zelf omschrijven ze het als Bee Gees op kalmeringsmiddelen, maar die vergelijking loopt spaak. Denk eerder Toro Y Moi, maar dan wat minder trippy. De songs an sich zijn goed te pruimen: meeslepende gitaren, vette effecten op de bas en goede ritmes. Het is echter de zang die een hoop stuk maakt. Die wordt niet met de volste overtuiging gebracht, zit teveel in dezelfde regionen als de gitaarpartijen en is soms amper hoorbaar. Dat nare gevoel dat je kunt krijgen als een zanger constant van de microfoon af zingt, heerst bijna het hele optreden. Alleen bij lichtpuntje/cover 'Can't Do Without You' van Caribou komt eventjes alles tot haar recht en hoor je de potentie die dit drietal heeft. All We Are gaat duidelijk voor een zwoele sound en moet vooral zorgen dat het zichzelf niet moeilijker maakt dan nodig is. (Bas van Duren)

Moullinex springt in gat dat Whitest Boy Alive achterlaat
“Ja, het is moeilijke muziek. Met dingen als Disco en New Wave.” De presentator heeft het maar moeilijk met Moullinex, die het een paar tellen later allemaal haarfijn uitlegt: “It’s just music to dance to.” Een half jaar geleden kwam de Portugees Luis Clara Gomes in Nederland pas echt voor het eerst op de muzikale radar, met een fijne remix die hij maakte van Röyksopp & Robyn’s Again. Een remix ja, want ondanks de drie man sterke liveband die vandaag het Grand Theatre laat dansen, is Moullinex een producer en DJ. Voor de liefhebber: zijn Boilerroom set van vorig jaar is zeer de moeite waard.

In Groningen vanavond geen lang uitgesponnen houseplaten, maar puntige nu-discoliedjes zoals ook Aeroplane en 2 Bears ze maken. Opzwepend en strak als The Whitest Boy Alive ook was op het podium en net als bij die laatste is dansen onontkoombaar. Opschrijven voor Pitch en Lowlands dan maar? Met potlood dan, want er moeten wel nog wat dingetjes gebeuren: zo kakt het tempo nogal in tijdens de langere instrumentale breaks en zijn die lange pauzes als drummer en bassist van plek ruilen (waarom wordt niet duidelijk) erg irritant. Maar alles is snel vergeven: als meezing-oorwurm Take My Pain Away wordt ingezet staat het hele Grand Theatre weer met een grote grijns. "Tell me you're here to staaaaaaaaaay!" Moullinex ga je deze zomer nog wel tegenkomen. (Tomas Delsing)

Kate Tempest boeit als een bokser met een boodschap in de Stadsschouwburg
Kate Tempest is 29, je zou het haar niet geven. Ze oogt jong, is een beetje mollig, heeft warrig haar, een gat in haar vale spijkerbroek en draagt geen make-up. Haar band (twee drummers met kleine elektronische set-ups, een zangeres en een toetsenist) speelt een strakke groove voor zij opkomt. Voor ze de microfoon pakt fokt zij zichzelf nog even op, als een bokser die de ring in stapt. De band valt stil en ze begint te spreken.

Het is geen hiphop, haar raps zijn meer spoken word over catchy elektronische beats. Ze spuwt haar teksten fel, eloquent en soms razendsnel in haar platte Britse accent. Het gaat niet om uiterlijk vertoon maar om het brengen van een boodschap. Haar plaat Everybody Down werd in 2014 genomineerd voor de Mercury prijs. Tempest is een poëet, die met haar verhalen in de Stadsschouwburg weet te boeien. (Tim van der Steen)

Liefde voor nerveuze troubadour Gavin James in Groninger Forum
“This song is called Nervous, which I am.” Gavin James is een beetje zenuwachtig voor zijn show in het Groninger Forum. Nergens voor nodig. De Ierse singer-songwriter doet hetzelfde als Passenger, mooie liedjes brengen, in zijn eentje met zijn gitaar. Het is muisstil in de zaal als hij speelt, het is hoorbaar dat iemand een leeg plastic bekertje dat op de grond staat omstoot. Enkel mooie liedjes spelen is vaak niet genoeg om een zaal bij de les te houden, gelukkig heeft James ook een aardige dosis humor. Goede songs en flink wat grappen daar tussendoor zorgen ervoor dat hij de zaal in zijn greep heeft tijdens Eurosonic.

James' nummer Book Of Love is de kersverse megahit van 3FM (“Which is mad!”). Als hij het speelt komen telefoons tevoorschijn om het te filmen en stelletjes pakken elkaar vast, het is ook ontzettende knuffelmuziek. Hij springt van het podium om You Don't Know Me van Ray Charles te spelen, onversterkt tussen het publiek. Het is allemaal niet nieuw, wel mooi. Als het slotapplaus klinkt kijkt de 22 jarige troubadour een beetje beduusd en bijzonder dankbaar. Benieuwd hoe lang hij dat blijft doen, we gaan hem veel vaker zien. (Tim van der Steen) 

IJslandse vikingen van Skálmöld pieken laat
Skálmöld is een zeskoppige viking/folkmetalband uit IJsland. De mannen beklimmen het podium op de tonen van een orgelhymne en zien er uit zoals je verwacht: zwart gekleed, leren armbanden, met name de bassist is imposant met zijn baard. Skálmöld mikt op het epische strijdgevoel, iets dat Amon Amarth en Ensiferum zo goed beheersen, gecombineerd met stukken IJslandse volkszang. De teksten zijn gebaseerd op heidense poëzie, al versta je die alleen als je IJslands spreekt. Technisch is de band zeer vaardig en er wordt retestrak gespeeld. De grunt van frontman Björgvin Sigurðsson mist soms wel dynamiek, iets dat deels wordt opgevangen door de screams van een van de gitaristen.

Opvallend is dat de best gespeelde nummers van debuutplaat Baldur komen en niet van Með Vættum, de meest recente langspeler. Tracks als Með Fuglum slibben dicht tijdens stukken met veel dubbele basdrum, de gitaren verzuipen en het beoogde epische gevoel komt niet uit de verf. Dat lukt later in de set wel, met name tijdens het meer folk georiënteerde Narfi en afsluiter Kvadning. Skálmöld heeft duidelijk het beste voor het laatst bewaard in Grand Theatre. (Tim van der Steen) 

Kuenta i Tambu zet Simplon op z’n kop
In hamsterballen over het publiek lopen. Zwaaien met vlaggen met je eigen beeldmerk erop en blazende CO2-kanonnen. Als je recent bij een optreden van Major Lazer bent geweest, kun je ze allemaal afvinken. Maar wat zou je krijgen als je al die gekte zou schrappen? Als het gewoon weer om de muziek zou gaan, en enthousiasme? Het antwoord: iets dat verdomd veel lijkt op Kuenta i Tambu. Een pompende elektronische basis - Caribische dancehall voert de boventoon, maar ook good ol’ dubstep komt voorbij - afgetopt met geweldig opzwepende live percussie en vocalen: tropical bass uit onze eigen hoofdstad!

Het mag dan zo zijn dat Groningers bekend staan als bovengemiddeld stug, daar is vanavond in Simplon niks van te merken. Vanaf de eerste klanken gaat het los in de zaal. Maar écht los. KiT gaat niet voor de platte festivalexperience of radiohits, maar heeft intussen wel heel goed begrepen waar het om draait: keihard feesten. Vergeet die stomme hamsterbal, niets werkt zo opzwepend als vijf mensen (een DJ en officieel twee, maar eigenlijk vier kopstukken) die zich voor je neus in het zweet werken om jou een mooie avond te geven. Ik kan nog net ontsnappen aan een reus van een vent die tegen alles aanschuurt dat een hartslag heeft, en hoor ‘m met zwaar Gronings accent richting z’n volgende slachtoffer brullen: 'Vind je het ook zo geweeeeeeeeldig?!' Zonder een antwoord af te wachten blaast ‘ie weer keihard op z’n fluitje. Mooi feestje? Allermooiste feestje. (Tomas Delsing)