ESNS15: James Bay: “Ik wil nummer 1 worden”

Engelse zanger ziet zijn vrienden nu al te weinig

Atze de Vrieze ,

Het is een vruchtbare tijd voor de Britse popmuziek. De ene na de andere act vliegt naar de top van de Billboard-lijst, om over succes in eigen land en Europa nog maar te zwijgen. Na Ed Sheeran, George Ezra en succes-Ier Hozier dient zich op Eurosonic alweer een kandidaat aan: James Bay, die tweede werd in BBC's Sound of 2015. Je kunt hem kennen van de aanstormende hit Hold Back The River, maar dat is wat hem betreft nog maar het begin. “Ik wil niet alleen op nummer 1 staan, maar ook beschouwd worden als de belangrijkste.”

James Bay heeft er geen gras over laten groeien. Op de dag dat hij het ouderlijk huis verliet, speelde hij direct op een open mic avond in zijn nieuwe woonplaats: Brighton, een uurtje rijden onder Londen. Het is het kleine broertje van de hoofdstad, bescheidener van formaat maar met een tamelijk actieve muziekscene. Royal Blood komt uit die hoek, The Kooks en Blood Red Shoes zijn er thuis, en zelfs de grote Nick Cave woont al jaren in de Engelse kustplaats, met een pier nog roestiger dan die van Scheveningen. “Ik weet het nog goed”, vertelt James Bay over de eerste dag van zijn echte leven. “Ik groeide op in het gemiddelde stadje Hitchen, iets meer in het noorden. Ik had er een beschermde opvoeding, speelde er als kleine jongen altijd buiten, en ik hoefde niet zo nodig naar de grote stad. De paar keren dat ik als kind in Londen was, wilde ik vooral weten hoe snel ik weer naar huis mocht. Maar toen ik 19 was, verraste ik mijn familie en mezelf door toch ineens naar Brighton te willen. Mijn broer reed me, mijn vader reed achter ons aan met zijn auto vol spullen. Er stond die dag een afgrijselijke file, en toen we het centrum binnen reden viel mijn oog op een bord: The Tin Drum open mic night, come play tonight’. Dat is precies wat ik deed.”
 
Onafscheidelijke hoed
James Bay speelde vier jaar lang op elke open mic avond die hem maar wilde hebben, en gaandeweg begon hij op te vallen. Dat begon natuurlijk bij zijn looks: James Bay is een knappe jongen, en dat weet hij. Zijn scherp uitstekende jukbeenderen, een paar indringende ogen, lang haar tot op zijn schouders, en dan die onafscheidelijke hoed. Want een ding weet de zanger kennelijk alvast dondersgoed: een herkenbaar uiterlijk is essentieel. Net als een herkenbare stem natuurlijk, en die heeft hij wel, helder met een licht stoer randje. Dik een jaar geleden bracht hij zijn eerste EP uit, The Dark Of The Morning. Vijf nummers, opgenomen in anderhalve dag met vrijwel niets anders dan zijn akoestische gitaar. “Maar ik luister ook graag naar Stevie Ray Vaughan en de Rolling Stones. Inmiddels heb ik mijn pad door de hedendaagse muziek zo geëffend dat ik niet alleen een zanger van intieme, stille liedjes ben, maar ook stevig uit kan halen.”
 
In het openingsnummer van die eerste EP liet hij alvast wat kleine traantjes rollen met Move Together, waarin hij ’s nachts in bed de koude schouder van zijn geliefde probeert te ontdooien. Met single Let It Go had hij in Engeland eerder dit jaar een klein succesje te pakken. Ook al zo’n treurig liedje over een uiteenvallende relatie, met nog wat grotere tranen dan eerst: “And now we're slippin' at the edge / Holdin' somethin' we don't need / Oh, this delusion in our heads / Is gonna bring us to our knees.” Engeland brengt momenteel van dit soort muziek voort, met Ed Sheeran als belangrijkste exponent. De rossige zanger brak dit jaar genadeloos groot door in Amerika. Net als Sam Smith, die zich muzikaal op een iets ander terrein begeeft - soul meets mainstream pop - maar dezelfde emotionele lading in zijn stem legt.
 
Er is nooit genoeg tijd
James Bay is absoluut van plan in hun voetsporen te treden. Daar zit hij dan, achter een schaakbord in het Americain hotel in Amsterdam. Schaken kan hij niet, maar klaar om het Grote Spel te spelen is hij wel. Hij zegt het eerlijk gezegd niet eens met een Liam Gallagher-achtige bravoure, maar vanuit een soort laconieke common sense houding. Het is nu eenmaal een feit dat hij op weg is naar succes, althans zo ervaart hij het zelf. “Ik kan best tevreden zijn als ik liedjes schrijf die een paar mensen horen, maar waarom zou ik niet voor goud gaan? Ik wil graag bovenaan de charts prijken, maar ik wil ook de beste op mijn terrein gevonden worden. Ja, om dat te bereiken moet ik inderdaad ook een hit in Amerika scoren, dat is de grootste uitdaging. Ik ben er het afgelopen jaar veel geweest met Hozier, en heb veel van hem geleerd. Het belangrijkste: je moet daar zijn, overal in de VS en zo vaak mogelijk.”
 
Het betekent ook: keihard en eindeloos werken. Dat ondervindt de zanger zelfs nu al, nu het echte werk nog niet eens begonnen is. Hij is ertoe bereid, zelfs als dat betekent dat hij huis en haard achter moet laten voor het grote doel. Maar het bracht hem wel tot Hold Back The River, een grootse song over vriendschap. Het beeld: als een ware Mozes laat Bay het water in de voortrazende rivier even wijken, om stil te staan bij waar het echt om draait: “Tried to keep you close to me, but life got in between.” Hold Back The River is een song over het aloude ‘de wijde wereld in trekken’, dat de basis vormt van de rock ’n roll, maar tegelijk een verlangen naar geborgenheid en vriendschap, een thuisbasis. Precies een combinatie die in het huidige popklimaat perfect past. 
 
“Ik had eind vorig jaar twee weken vrij. Mijn laatste optreden van het jaar was mijn eerste headline show, in Londen. Er kwamen veel vrienden en familieleden naartoe, maar er waren ook voor het eerst echt fans die voor mij een kaartje kochten. Die avond vloog voorbij, en ik had nauwelijks tijd om met mensen te praten. Gelukkig had ik die twee weken erna, meer dan genoeg tijd, dacht. Maar toen ook die weken plotseling verdwenen waren realiseerde ik me: er is nooit genoeg tijd. Maar al met al weet ik: hoe veel ik de komende tijd ook alleen zal zijn, er zijn altijd mensen die achter me staan. En dat wilde ik hen ook zeggen: ik ben misschien wel weg, maar ik ben niet verdwenen.”