Hef, koning van de straatrap: "Serieus, ik doe de hele dag goeie shit"

Rapper laat zijn andere kant zien als vader, voorbeeld en vriend

Timo Pisart ,

Hij is de koning van de Nederlandse straatrap, en wordt door de media graag afgeschilderd als een moderne gangster. Waar hij zelf overigens net zo goed aan bijdraagt, ook op zijn deze week verschenen album 13. Maar Hef, geboren als Julliard Frans, heeft zoveel meer te bieden. Een gesprek over zijn dochtertje, Hoogvliet en workshops geven aan kansarme kinderen.

“Denk je dat Holleeder de hele dag zijn pistool zit te kussen?”, probeert Hef (28). “Nee man, die zit ook gewoon thuis te chillen en het nieuws te kijken. Gangsterdingen… die gebeuren gewoon op bepaalde momenten. Een echte gangster voelt zichzelf geen gangster, die is gewoon voor zijn familie aan het zorgen.” Tja, worstel je met het predikaat gangster, vergelijk je jezelf in diezelfde gedachtekronkel met de allergrootste die dit land ooit kende. Maar later vandaag zal Hef laten zien dat hij een ontzettend zorgzame kant heeft. En die vergelijking met Holleeder? Die lijkt vooral te slaan op de torenhoge ambities van Hef, waarmee hij een van de beste rappers van Nederland werd.

We zitten op een pleintje in Hoogvliet, ‘het Bijlmer van Rotterdam’. Er schijnt een waterig zonnetje, en Hef steekt nog maar eens een jonko op. Op een speeltoestel op nog geen tien meter afstand zitten vier van zijn matties te kletsen, en het is een komen en gaan van meer vrienden. Hef geeft ze ook wat wiet, en gaat even later bij iemand naar binnen om flesjes AA Drink en bier te halen. In de zomer is het nog veel drukker, belooft Hef, dan zitten er gerust vijftien oudjes domino te spelen en staat er een tafel voor blackjack.

Hef zelf zit op zijn iPhone te swipen. Waarom? Vandaag kwam zijn derde album 13 uit. Hij heeft Justin Bieber, K3, Coldplay en Chris Brown stuk voor stuk al “geschoven” en staat nu op 3 in de iTunes-charts. “Als ik Adele vandaag schuif?”, zegt hij grijnzend tegen een vriend, “dan móét je me respecteren, G!” Dat album 13 – vernoemd naar het huisnummer van zijn moeder - is een fantastische plaat. Hef heeft die typische lijzige flow waar de wietwolkjes vanaf dampen, en schildert daarmee het straatleven van Hoogvliet. Over die keer dat de drugs nog in de kofferbak zaten terwijl hij het geld op zijn schoot hield, die keer dat hij cocaïne uitkookte in de keuken van zijn moeder en die keer dat hij dacht dat de mannen die bij zijn vader langskwamen zijn ooms waren, terwijl het in werkelijkheid om junkies ging, op zoek naar een nieuwe fix. Het knappe is: 13 vormt bepaald geen verheerlijking van dat leven, maar een pijnlijk eerlijk portret van het leven in Hoogvliet.

Veel media gebruiken zijn werk graag om een wat eenzijdig beeld van Hef te schetsen, maar hij zit heel wat gecompliceerder in elkaar. Hij is sinds twee jaar vader van een dochtertje, hij geeft workshops aan kansarme kinderen en hij zal niet zomaar terugvallen in het leven waar hij over rapt. “Serieus, mijn hele dag is gevuld met goede shit doen, man. Maar mensen zien me graag als gangster. Ik snap dat ook wel: je verkoopt geen abonnementje als je leest over een guy die een normale jeugd heeft gehad, ze willen lezen hoe ik drie bitches heb geneukt.”

Maar zoals hij zelf rapt: ‘Spenden in de club of zorgen voor mijn dochter? Dan kies ik voor het laatste.’ Hef: “Als er een kind in je leven komt, verandert dat alles, G. Al die clichés zijn waar. Ik vind Brooklyn het mooiste wat er is. Ze let op alles wat ik doe, elke move die ik maak. Ik was al een voorbeeld voor veel jongeren, maar nu? Nu ben ik écht een voorbeeld, en dat heeft me op een goede manier gemotiveerd. Het heeft me anders laten denken over.. nou ja, over alles.”

Hoe heeft dat je veranderd?
“Vroeger kon ik niet begrijpen waarom sommige mensen problemen hadden met mijn muziek. Nu wel. Je wil toch niet dat je kids mijn shit luisteren? Op een dag gaat Brooklyn al m’n tracks horen.. Hoe ga ik dat uitleggen? Ik moet echt genoeg energie en tijd in haar stoppen, om een goede relatie op te bouwen. Ik heb een dochter en ik rap bijna niet anders dan over bitches. Mijn grootste angst is dat ze dingen gaat doen waar ik over rap.”

Het viel mij juist op dat er op 13 een stuk minder bitches voorkomen.
“Inderdaad! Ik denk er nu veel meer over na: ‘Mag ik dit zeggen, of niet?’ En als ik over een bitch rap, weet ik over wélke bitch ik rap.”

Wat wil je voor ’n vader zijn voor Brooklyn?
“Van mij mag ze álles doen. Mijn moeder heeft me ook zo opgevoed. Over seks praten was geen taboe, en als ik iets had gestolen of had gevochten op straat, zei ik dat tegen haar. Niet dat mijn moeder dan reageerde met ‘Goed gedaan!’, maar ze wíst het wel. Ik hoefde niets voor haar te verstoppen. Er is geen persoon die ik meer vertrouw dan mijn moeder, en ik wil dat mijn dochter dat ook voelt naar mij toe.”
“In Droom rap ik: ‘Ik droomde altijd over voetballen, maar ik ben verpest door in de hood te hangen.’ Op mijn twaalfde was ik een hele goede voetballer, maar ik ben toen een keer opgepakt door de politie en door hen thuisgebracht. Om me wakker te schudden hebben mijn ouders me van voetbal gehaald. ‘Als je zo doorgaat, word je passie van je afgepakt’, was de boodschap. Daardoor ben ik allerlei shit gaan eten, veel te dik geworden en fouten gaan maken. Dat ga ik nooit zo doen.”

 Zo komt het gesprek ook op de ouders van Hef. Zijn vader dealde vanuit huis, hij en zijn moeder hielpen heel lang mee, maar inmiddels zijn zijn ouders gescheiden en woont zijn vader op Curaçao. “Hij heeft een paar jaar terug een hartinfarct gehad, sindsdien werkt zijn hart nog maar voor de helft. Het is dus beter dat hij daar woont, omdat er maar weinig stress is. Ik ben heel lang boos geweest op hem, hoor. Ik kon niet begrijpen waarom hij mijn moeder zó woest heeft gemaakt, dat ze moest zeggen: ‘Oké, optiefen nu.’ Dat ik hem uit huis moest zetten, omdat hij te ver was gegaan.
“Maar nu ik zelf een kind heb, ben ik het veel beter gaan begrijpen. Kids rennend door het huis, rekeningen, wat een stress. Misschien wil je net seks gaan hebben? Dat kan niet meer, broer, moet je echt even wachten tot ze gaat slapen. En zelfs dán moet je nog stiekem zijn. Je hele leven is veertien jaar weg. Dat is wel… dat is wel zwaar, ofzo.”

Zijn vader is er nooit echt voor hem geweest, zegt Hef. De slottrack van 13 draagt hij op aan de zo’n twintig jaar oudere en inmiddels overleden vriend Bolle, “de man die wel als een vader voor me was. Ik weet nog hoe ik van de Korianderstraat naar de Saffraanstraat liep en, hem zag staan met een groepje, waaronder een guy die ik kende van school. Ik kocht een frietje en ging er gewoon bij staan. Al gauw leerden we elkaar beter kennen. Hij had een schuur, repareerde daar auto’s van mensen en voerde scooters op. Ik hielp eerst met gereedschap aangeven en opbergen. Hij heeft me daar alles geleerd wat ik weet van de straat. Hij leerde me auto’s, scooters en fietsen repareren. Ik ben superhandig geworden dankzij hem. Ja, en ik leerde ook scooters stelen. Mijn pa heeft me nooit geleerd hoe ik een bitch moest likken, hoe je iemand’s kut moet natmaken, wat er gebeurt als je piemel hard wordt.. Ook al was het verpakt in grapjes, Bolle vertelde dat wél.”

Hef laat een tatoeage zien op zijn onderarm: ‘Be a man, don’t be a mouse.’ “Dat zei hij altijd. Hij sloeg ons, man. En Bolle was groot, daarom noemden we ‘m zo. Niet dik, maar breed, en strak van de spieren. Als hij je sloeg, voelde je die shit. Ook als we dingen gingen stelen, zei hij dat, met een fokked op Antiliaans accent. Dan wilde je meteen je mannetje staan, dan wilde je laten zien dat je het kan.”
“Niet dat hij degene is geweest die me heeft leren stelen, ik was al een dief. In de eerste zat ik tijdens gym al in de kleedkamer om mobieltjes en money te pikken. Bolle heeft me vooral streetwise gemaakt, hij heeft me de codes geleerd van het stelen. Steel van mensen die meer hebben dan jij, niet van iemand die armer is. Het is sowieso al een zonde, maak er geen doodzonde van. Wij gingen naar de duren wijken om te stelen, die niggers hebben een verzekering. En doe het ook niet met geweld, je wordt wakker en je shit is weg. Je weet niet wie en je weet niet hoe. Dat is de veiligste manier, hoe raar het ook is om dat te zeggen. Er waren motors die we vier, vijf maanden gingen observeren, zodat we wisten wanneer die gast thuis was en hoe z’n dienst was.”

Die ‘domme shit’ is verleden tijd, bezweert Hef. Tegenwoordig maakt hij zijn money schoon, en naast het rappen geeft hij workshops. Soms in buurthuizen aan kids die willen leren rappen, maar net zo goed aan jongeren in de gevangenis.

Wat probeer je die jongens te leren?
“Ik probeer ze te laten zien dat ze iets fout hebben gedaan, anders zit je niet in de gevangenis. ‘En waarschijnlijk ben je niet goed genoeg voor het straatleven, dus ga gewoon een fucking baan zoeken, want je gaat hier nog eens terecht komen.’ Dat is mijn message, een-op-een bij die jongens: gebruik je hoofd, man. Ik heb de guys gesproken die die scheidsrechter naar de tering hebben geschopt. Ik laat die boys gewoon huilen, broer.”

Hoe dan?
“Ik hou ze een spiegel voor, en vraag ze: ‘Is dit wat je wilt? Maar de hoofdpijn die je aan je ouders en familie hebt gegeven? Voor bullshit! Die homies die je op je 15e had, die zie je op je 22ste waarschijnlijk nooit meer. Terwijl je daar wel álles voor hebt gedaan.’ In mijn liedjes heb ik het over hele andere dingen, maar ik zal nooit tegen een guy van zestien zeggen: ‘Je moet veel jonko roken, en je moet níét naar school gaan.’ Ik zeg juist: ‘Maak je school af, zoek een baan, zorg voor je moeder en familie, en zorg dat je kleine cool is.’ Een dief is eigenlijk nergens goed voor. Als je een overval kunt plannen, kun je ook iets moois plannen. Boys gaan gerust drie weken voor een winkel zitten voor een inbraak, maar wat kun je in die drie weken nog meer? Een shirtje bedenken, een merk oprichten, een label beginnen of een album maken. Jullie zijn niet dom, maar jullie gebruiken je hersenen op de verkeerde manier.”

Waarom doe je dat eigenlijk?
“Zo ben ik gewoon, man. Ik wil iedereen cool zien. Als er meer mensen money hebben, betekent dat dat ik minder hoef uit te geven en iedereen voor zichzelf kan zorgen. Dan kun je ook anderen om hulp vragen, en daar worden we allemaal sterker van. Ik krijg al zoveel van de community, ik probeer altijd wat terug te geven.”

Als ik zie hoe je net met de gasten op het pleintje omgaat en er nu over praat: volgens mij probeer je echt voor de wijk te zorgen.
“Ja, man. Als je door Hoogvliet loopt, zie je zelf wel wat de vibe is. Ook de boys die hier net op het pleintje stonden, die doen de hele dag fokked op shit. Maar ik vraag ze elke dag: wanneer kom je met een idee voor iets anders? Laten we een stripclub beginnen, een discotheek, laten we íéts doen. In je eentje kun je dat misschien niet, maar wel samen.”

Je rapt ergens: ‘De streets zijn veranderd, de boys pullen nu fast.’ Hoe is Hoogvliet veranderd?
“Het is wel erger geworden: er is nu minder geld te verdienen. Vroeger waren er veel meer junkies, maar die hebben ze allemaal van de straat gepakt. Ze moeten om vijf uur ’s avonds in de Pauluskerk zijn, en ze krijgen hulp om clean te worden. Dat is ook goede shit, maar voor de straat is het fokked op omdat er geen money meer te maken is. Vroeger had je enerzijds dealers en anderszijds mensen die dealers probeerden te overvallen. Nu moeten de dealers zelf ook andere manieren vinden om geld te maken.
“Tegelijkertijd heb je nu jongere boys met guns, die de bang-bang-shit van Chief Keef en Chicago vet vinden en dat gedrag kopiëren. Die jongens die hier net stonden, die hadden allemaal wat bij zich. Dat zie je niet, dat ga je ook niet weten, maar het is er wel. Niet omdat ze stoer willen doen, dan zou je het zien, maar omdat ze in dingen verwikkeld zijn.”

Probeer je hen dan niet hetzelfde mee te geven als die gasten in de gevangenis: ga iets beters zoeken?
“Dat is moeilijk om te zeggen, hoor. Je kunt mensen pas shit leren als ze er zelf klaar voor zijn. Niggers in de streets, die denken dat ze het beter weten dan ik. Die hebben misschien wel drie keer in 2 minuten 20.000 euro verdiend. Wat ga ik zeggen? Voor hen pak ik kleine money.”

Dan lijkt het me voor jou best moeilijk om zelf niet terug te vallen.
“Nee hoor, waarom denk je dat het moeilijk is? Ik heb iets góéds, het zou heel dom zijn als ik nu word gepakt voor iets. Zolang het niet noodzakelijk is, blijf ik scherp en weet ik wat mijn missie is. En al mijn niggers weten dat. Niemand gaat tegen mij zeggen: ‘Ik moet 500 gram verkopen, kun je me even rijden? Ik heb je echt even nodig.’ Dat wordt bij mij uit de buurt gehouden.
“Je hebt slimme guys en domme guys. Er zijn ook gasten die zeggen: ‘Bundy, als ik kon rappen zoals jij, dan zou ik NU met je ruilen. Ik heb thuis twee blokken en veertigduizend euro liggen.’ Mijn money is schoon, ik laat iets achter en doe iets waar m’n moeder trots op kan zijn. Dat is allemaal motivatie. Dat is écht heel fijn, broer. En daarom is het voor mij niet moeilijk om terug te vallen. Ik weet waar mijn niggers in zitten, ik weet waar nóg meer niggers in zitten. Het is geen grapje hier buiten, broer. Als mensen zeggen: er is geen ghetto? Er is wél een ghetto! En het is de sterkste die overleeft.”