Oscar & The Wolf: het liefdesverdriet van België

Een uitgebreid interview met frontman Max Colombie over beroemdheid, zelfdestructie en Kanye West: "Ik kijk íédereen in de ogen"

Timo Pisart, foto's Nick Helderman ,

Eén album bracht Oscar & The Wolf slechts uit, maar daarmee doet de Vlaamse band al de allergrootste zalen van België aan. Nu gaat ook Nederland voor de bijl: de grote zaal van Paradiso is uitverkocht en in juni volgt Pinkpop, maar dit weekend staat Oscar & The Wolf al op Where The Wild Things Are in Zeewolde met broeierige synthpop en een obsessie voor beroemdheid.

 ‘Nee, echt, hij keek me rechtstreeks in de ogen,’ kirt een meisje vooraan bij het optreden van Oscar & The Wolf in Paradiso Noord, bij 3voor12’s Song van het Jaar-uitzending in december 2014. Grappig genoeg had ik hetzelfde gevoel, en ook de keren dat ik de band later zag, leek mijn blik direct die van de frontman te kruisen in die ‘Miami jungle’ van palmbomen en neonkleuren op het podium.

Met die grote donkerbruine ogen kijkt Max Colombie – zweverige jongen van 23, licht-androgyn, vlassig baardje – me twee maanden later weer aan, ditmaal van over een bord spaghetti in zijn lievelingscafé in Brussel. Wat blijkt: dat aankijken flikt Max Colombie elk optreden en bij iedereen. Hij lacht: ‘Dat klopt, ik kan het publiek zó gemakkelijk aanraken, hun blikken vasthouden. Ik ga een voor een elk gezicht in de zaal af, na drie nummers heb ik iedereen in de ogen gekeken.’ En dan? ‘Dan kan ik zeggen: nú gaan we dansen.’

Met die grote donkerbruine ogen heeft Max Colombie – feitelijk is hij Oscar & The Wolf – België al een dik jaar in zijn greep. Gestaag groeit Oscar & The Wolf uit tot grootste band van Vlaanderen: razendsnel verkocht de groep de Lotto Arena uit (8000 man), vandaag verklapt Max uit onhandig enthousiasme dat ze ook het Sportpaleis zullen aandoen, waar circa 20.000 man in past. ‘Zeg daar gerust Jezus tegen, hè? Ik weet niet of ik daar oogcontact met ieder individu kan maken, maar amai, ik ga mijn best doen.’

Crancing: crying and dancing
In Nederland hebben we Kensington, dat stadionfähige rock maakt die al gemaakt lijkt voor grootse massa’s. Daarmee verkoopt de band dit jaar twee keer de voor het geluid zeer passende Ziggodome uit. Het succes van Oscar & The Wolf, in België nu van vergelijkbare grootte, is wat lastiger te verklaren. In mei 2014 kwam het debuutalbum Entity uit, een donkere synthpopplaat in navolging van James Blake, Sohn en Blood Orange. De muziek is stroperig traag en intiem, eerder geschikt voor de slaapkamer dan het stadion. Maar het spreekt een vrij universeel gevoel aan: dansend de nacht in met een gebroken hart. De Jeugd Van Tegenwoordig schreef daarover ‘Huilend naar de club’, The Opposites ‘Sukkel voor de liefde’ en de Zweedse groep Alcazar scoorde een wereldwijde hit met ‘Crying at the Discotheque’. Het album Entity is helemaal rondom datzelfde thema gevormd, aldus Colombie. ‘Liefdesverdriet had me gebroken, en dan wil je kapot. Alles beweegt in slowmotion, alles is wazig, een beat op dat trage tempo voelt dan natuurlijk.’ Dat gevoel voor destructie is eigen aan de mens, denkt Colombie. ‘Zeker als je een onbereikbare verliefdheid koestert, dan wil je jezelf vernietigen op de dansvloer. Het is als een ventilator waar je je vinger door wilt steken, als die afgrond waar je voor staat en je even nerveus wordt van de gedachte dat je kunt springen. Je wilt gewoon iets ergers zoeken dan de pijn die je voelt op dat moment. Zo is het, denk ik.’

Crancing, zou je het kunnen noemen: crying and dancing. Max Colombie doet het graag tijdens optredens, met een glitterjasje en als een buitenaards wezen over het podium. ‘Iedere show moet voelen alsof ik uitga.’ Om telkens weer na het optreden zwierend de stad in te trekken, de nacht in. En dan het liefst ‘echt destructief.’ ‘Ik zal het zo zeggen: na het optreden feesten we nogal graag. De eerste dag van een tour is dat met een kleine kater, de tweede dag wordt die kater erger, de vijfde dag hoop ik alleen nog maar niet flauw te vallen op het podium. Het is grappig om af te wegen hoe ver je kunt gaan zonder te slapen.’

Wereldsterren
Nee, een gevoel voor drama is Max Colombie niet te ontzeggen. Met datzelfde gevoel vertelt hij over zijn ontmoeting met de wereldberoemde Peruaanse modefotograaf Mario Testino. Op een dag werd Colombie gebeld door diens assistent: of hij een keer met Testino wilde dineren? ‘Wat bleek: elke keer als hij in België is, vraagt Testino zijn assistent wie de hippe vogels op het moment zijn, en wie hij in de gaten moet houden. Ik moest twee foto’s opsturen, en zo zat ik een paar dagen later opeens tussen de wereldsterren tegenover Testino in een verlaten huis.’ Colombie bekent een obsessie te hebben voor beroemdheid. ‘Ik heb met hem gediscussieerd over liefde en geloof in monogamie. Door de kerk hebben we dat aangeleerd: till death do us part. Nu de kerk valt, valt het idee van monogamie ook weg bij mensen. Testino zei daarop: “The only reason I’m religious, is to be able to confess.” Dat klinkt fout, maar hij is superintelligent en mega-lief.’

Colombie is sowieso geen vreemde in de modewereld: door de vooraanstaande Belgische ontwerper Dries van Noten werd hij gevraagd de muziek te maken voor diens modeshow in Parijs. Daar aangekomen werd Colombie vooraan in het midden geplaatst bij de catwalk: de allerbelangrijkste plek. ‘Daar werd al heel fel over gedaan. De madame zette me neer op de laatste lege stoel en zei: ik ga nu Kanye halen.’ Kanye, dat is Kanye West, een van de grootste sterren ter wereld. ‘Ik zat precies tegenover hem. Een flitsbom aan fotografen volgde hem naar zijn stoel. Iedereen in mijn rij leek hem te kennen, iedereen zwaaide naar elkaar, behalve ik. Ik weet nog dat hij naar mij keek: “Wie is dat?!” Hij voelde als een dementor uit Harry Potter: alsof het leven uit me werd gezogen. Alleen een celebrity als Kanye West durf ik niet zomaar in de ogen te kijken.’