1. Weval schaaft langzaam verder aan een sterke clubset
De twee Amsterdammers van Weval gaan een drukke festivalzomer tegemoet. Vorige week stonden ze tussen het hardcore dancepubliek op DGTL, nu tussen de indiepoppers in Rotterdam. Dat zegt veel over het potentieel van dit duo, en het zegt ook veel dat hun set nu anders voelt dan die van een week geleden. Toen noteerden we nog dat Weval’s livesound een net iets scherpere techno-edge heeft dan hun studiowerk. Vandaag valt op dat hun elektronische set vlagen van liedjes bevat. Niet alleen door het gebruik van vocalen, maar ook door de structuur van hun producties. En kennelijk permitteert het duo zich op het podium genoeg vrijheid om dit soort accenten te verleggen.
De set start vanavond met Gimme Some, hun soort van radiohitje. Gewaagd? Nee, gezien de set eigenlijk heel logisch. De melodieuze track met verspringende ritmes en hakkelende vocalen is relatief kalm en werkt heel goed als vliegende start. En Weval heeft meer troeven. Ook in de eerste helft van de set horen we bijvoorbeeld hun David Douglas Remix, waarbij wat uitschieters met de synth verraden dat alle toplagen toch echt live gespeeld worden. Ook typerend in hun geluid: tussen alle digitale elementen sluipen analoge details, gesymboliseerd in een tape machine aan het eind van de hardware set-up.
De tweede helft van de set is iets donkerder, met een soort acid track over flashing lights als hoogtepunt. Deze productie is niet te vergelijken met het bekende Gimme Some, maar zeker zo sterk. Er wordt volop gedanst, wild en knuffelig. Melancholisch en energiek is de remix van labelmaat Gui Boratto aan het eind, een man die al jaren op de warme dansvloervibe zit die ook Weval te pakken heeft. Een album hoeven we voorlopig niet te verwachten, dat wordt pas voorjaar 2016. Maar als we ze zo bezig zien, weten we dat dat eerder uit geldingsdrang dan uit laksheid is. (Atze de Vrieze)