Lowlands: het Grote Vrijdag Blog

Met o.a. Bleachers, Thomston, Vaults, Slaves, Haiden James, The Indien, Ben Khan, DMA's, Howling en Bad Breeding,

Tekst: Atze de Vrieze, Sjoerd Huismans, Timo Pisart, Ralph-Hermen Huiskamp, Roosmarijn Reijmer, Cécile van Wijnsberge en Norbert Pek. Foto's Atze de Vrieze, Jelmer de Haas en Tim van Veen ,

Met zo'n berg aan interessante acts op het Lowlands-affiche is het voor de 3voor12-redactie niet te belopen om iedereen een eigen artikel te geven. Maar vanzelfsprekend willen we wél zoveel mogelijk acts bespreken, en daarvoor hebben we dit blog, waarin we je dagelijks voorstellen aan the best of the rest. Dit is het groeiende vrijdag-blog met in de loop van de dag o.a. Ben Khan, DMA's en Howling.

Bad Breeding ramt er in 35 minuten doorheen
Bad Breeding komt uit Stevenage. Dat ligt 50 kilometer boven Londen en is 5 minuten met de tram van Hitchin verwijderd, waar James Bay vandaan komt. Bij de laatste heeft de saaie woonplaats geen opstandige muziek opgeleverd, integendeel, maar de vier Bad Breeding-heren hebben wel het één en ander aan te merken op hun grijze habitat. 'Living in a town where nothing really happens, except nothingness itself,' vindt het gezelschap dat in bas-gitaar-drum-zang-formatie op het podium staat. Bad Breeding heeft de verveling omgebogen naar oude punk in de richting van Conflict, Crass, Black Flag.

Ze zien er niet per se verwilderd uit, hebben juist degelijke uitgaansblouses aan met lange mouwen en doen zo nu en dan een kappertje. Maar binnen een fractie van een seconde is Bad Breeding bezeten. Nieuw is het allemaal niet, al kan de gitaar soms dissonant jammeren en heeft de drummer ook wat tempowisselingen in petto. Het publiek gaat wel mee. De pit is groot. Niet alleen de zanger verdwijnt erin, ook de gitarist mét instrument volgt hem. Binnen 35 minuten is het schijnbaar al gedaan. De haastig aangesnelde presentatrice krijgt een vol glas bier tegen zich aangegooid. Rock-’n-roll! (Norbert Pek)

Britpop-wannabe’s DMA’s overtuigen met fraaie ballads
2015 is het Australië-jaar voor Lowlands. Twee sleutelartiesten komen van Down Under: Tame Impala en Courtney Barnett. Ook psychband POND is al een redelijk gevestigde naam, DMA’s is in dat groepje de Benjamin. Ze brachten een EP uit en we zagen ze twee keer eerder aan het werk op London Calling. Je zou nooit raden dat ze uit Australië komen, in alles lijkt het zestal op een working class band uit een grauwe Noord-Engelse stad. De band roept dan ook met name (zelfs bijna uitsluitend) Oasis-associaties op, terwijl de stem van frontman Tommy O'Dell (bleek gezicht, petje) heel sterk aan die van Alex Turner doet denken. En dan niet zozeer de rockliedjes van Arctic Monkeys, meer de Alex Turner-ballades zoals op zijn Submarine-soundtrack.

DMA’s heeft ook twee van zulke songs: ‘So We Know’ wordt ingetogen gespeeld met alleen een akoestische gitaar als begeleiding. In plaats van een inkakgarantie is het zowaar een mooi, verbroederend moment en O’Dell oogst het grootste applaus van de dag. Het kampvuurtje wordt nog even aangehouden met het eveneens stille ‘Delete’, maar zelfs daar komt DMA’s mee weg, want die song is nog fraaier. Het komt allemaal akelig in de buurt van een goedkope Britpop-pastiche, maar als je zulke mooie liedjes kunt schrijven, mag dat. (Sjoerd Huismans)

Bleachers zorgt voor guilty pleasures-festijn 
Bleachers is het zij-project van Fun.-gitarist Jack Antonoff (tevens het vriendje van Girls-ster Lena Dunham). De band bracht vorig jaar het album Strange Desire uit met gastrollen voor Grimes en niemand minder dan Yoko Ono, en is sterk geïnspireerd door over-the-top-popmuziek uit de jaren tachtig. Op het podium zien we Antonoff dan ook in mauwloos spijkerjack, terwijl de gitarist eerder een Rambo-lookalike is. Vrolijke, bombastische indierock is het devies, zoals in grootste hit 'I Wanna Get Better'. Natuurlijk is die song vanmiddag de afsluiter van Bleachers, en wordt hij luidkeels meegezongen. Datzelfde geldt overigens voor de mierzoete powerpop-banger ‘Rollercoaster’, die andere hit.

Op het album zit er nog wel een prettig soort gekheid in de productie, maar live is het echt alleen maar gas geven. Op het moment dat het publiek compleet uit zijn dak gaat bij Fleetwood Mac-cover ‘Go Your Own Way’ belandt dit optreden definitief in de guilty pleasures-sfeer. Even later proberen Antonoff en de saxofonist elkaar te overtreffen met solo’s, terwijl ze tegenover elkaar op de speakers staan - vooral de foeilelijke glamrocksound van de gitaar valt op. Het feest is aan bij Bleachers, maar het is wel een heeeeeuuul fout feest. (Sjoerd Huismans)

The Indien: conservatoriumbandje met een zweetsnor
Na het aanvankelijke gemopper en gescherts kunnen we rustig stellen dat de professionele popscholen tegenwoordig een enorm stempel drukken op de Nederlandse popmuziek. Na Krezip, Mister & Mississippi en Ronde hebben we nu ook The Indien, een groep gevormd rond zangeres Rianne Walther. Die blijft hier zo vroeg op de dag niet onopgemerkt. Niet alleen dankzij haar kittige glitterjurkje, maar ook door haar heldere, scherpe stem. Er zit wat soul in, maar wel beschaafd. Zij reikt behoorlijk ver de tent in, de band om haar heen (vriendje als gitarist, meisje op bas en producer op drums) is wel een beetje erg gewoontjes. Ze hebben een lichte sixties schwung, maar lang niet zo sterk aangezet als onze vrienden van PAUW. Al hebben ze met Serious Talent single 'Done' wel een heel pakkend, midtempo popliedje gemaakt. Echt sterk, en we mogen er zelfs even op dansen. Zomaar ineens verrast Rianne ons dan ook nog met een onvervalst stukje Haagse brutaliteit: 'Wie van jullie heeft een zweetsnor? Ja, jullie? Gelukkig, ik dacht dat ik de enige was.' Gelukkig maar, het rook allemaal wel heel fris. (Atze de Vrieze)

Thomston is de stiekeme hit van de X-Ray
Alle jonge meisjes die net vooraan stonden bij Years & Years, zullen er over een paar maanden achter komen dat ze ook bij deze jongen hadden willen staan: Thomston, een 19-jarig gastje uit Nieuw Zeeland. Hij schijnt te werken met de manager die ook Lorde in eerste instantie onder zijn hoede nam, en je snapt wel waarom. Thomston maakt intelligente elektronische pop, zijn teksten overstijgen de bubblegum met gemak. Een paar jaar geleden zag je ineens een aantal hippe indie acts die opgroeiden met de commerciële r&b hits van de jaren negentig. Deze artiest is daar nog veel te jong voor, maar al die stembuigingen zijn te herleiden tot hetzelfde gouden glittertijdperk. Hijzelf zit een beetje tussen de hipsterkant en het grote hitwerk in, dus de potentie is groot. De zanger oogt fris, maar ook nog wat ongemakkelijk, de spierwitte trui boven een zwarte riem in de broek gestoken, blosjes op zijn wangen. Hij verklaart dat we nu pas naar zijn zesde optreden ooit kijken, en dan is het toch wel opvallend hoe overtuigend hij hier al staat. Beste nummers zijn Burning Out en Motley Crew, die zelfs al voorzichtig meegezongen worden. 'I'm too young to worry about burning out,' zingt Thomston, maar hij voegt eraan toe: 'believe me when I say: I'm in this for the long haul.' We zullen het zien. (Atze de Vrieze)

Zweterig Slaves sloopt Charlie
Binnen één minuut een kolkende pit, binnen twee nat van het rondvliegende bier en binnen drie de eerste crowdsurfer: in de kleinste tent van Lowlands is het zweten vandaag, zo bewijst Brits punkrockduo Slaves al halverwege de middag. De twee belandden in de BBC Sound of 2015-longlist, gingen viral met een cover van grime-anthem 'Shutdown' en brachten begin deze zomer debuutalbum Are You Satisfied? uit. En dat met een minimale bezetting: een drumstel zonder bassdrum, een enkele gitaar en rechtlijnige punkrockliedjes. Maar meer is er ook niet nodig om de Charlie op z’n kop te zetten. ‘If you live your life like an animal, you shall die like an animal,’ spuwt de drummer/zanger de tent in, tussendoor steekt hij zijn tong viezig uit de mond en halverwege belandt hij al crowdsurfend in het midden van het publiek. De twee lullen meer dan ze spelen en de liedjes zijn wel érg simplistisch, maar daar bluft Slaves zich doorheen met plat-Britse branie en de versterker op 11. (Timo Pisart)

Synthpop van Vaults is sympathiek maar saai
Het Britse electropoptrio Vaults heeft officieel pas een EP en een paar singles uit, maar vergaarde daarmee al wel genoeg hype om op de soundtrack van Fifty Shades of Grey te belanden. Muzikaal past de band precies tussen het rijtje zangeressen dat het filmfenomeen bijeen heeft geraapt. Net als Jessie Ware, Laura Welsh en Ellie Goulding bevindt Vaults zich in de categorie 'serieuze synthpop'. Helaas bewijst de band vandaag dat het maken van goede dansbare pop altijd moeilijker is dan het lijkt. Zangeres Blythe Pepino heeft een stem als Kate Bush: helder, krachtig en een beetje klassiek. Ze is erg sympathiek, maar elke keer als ze iets aardigs wil zeggen - 'Wat is het fijn om hier te zijn! Bedankt dat jullie zijn gekomen!' - stijgt er een enorm geouwehoer uit het publiek op. Ondanks haar bezwerende armbewegingen is de X-Ray niet bepaald gebiologeerd, maar wat er op het podium gebeurt is dan ook niet bijzonder intrigerend of memorabel. We horen wat Massive Attack-beats, af en toe een beetje soul-inspiratie en een boel kleffe violen uit een doosje. We raken er niet opgewonden van, en dat is nu juist wat goede pop moet doen. In plaats daarvan blijft Vaults jammerlijk vlakjes. (Cécile van Wijnsberge)

Hayden James de juiste man op de juiste plek

Zo verrassend als Flume, zo toegankelijk als Disclosure: de Australische producer Hayden James is de man op de juiste plek met een uitzinnige X-Ray voor zijn neus. De sensuele tracks zijn zeer dansbaar en vallen vooral goed bij de dames in het publiek. James maakt poppy electrofunk met deephouse invloeden en is warm en verfrissend tegelijk. Dit is een man om in de gaten te houden. De Australiër maakt er een leuke show van en speelt de elektronische drums live mee. Het zweet gutst over zijn Ableton-controller, maar dat kan hem niks schelen. Hij kan zijn ogen niet geloven als hij ziet hoe enthousiast het publiek reageert bij zijn laatste nummer 'Something About You'. De track wordt met uitzinnig gegil en gefluit ontvangen en is kennelijk nu al een hit. (Menno de Meester)

Ben Khan wil iedereen in zijn eigen trip
Ben Khan is een 21-jarige Londenaar die dit voorjaar werd getipt op de muziekblogs met het nummer '1000'. Hij maakt hipsterfunk met electronische en R&B elementen. Er zijn inmiddels enkele nummers verschenen en aan het debuutalbum wordt hard gewerkt. Daarvoor gaat Khan zelfs zover dat hij komende herfst zijn complete tour heeft gecancelled om in de studio te kunnen werken.

Voor zijn liveset heeft hij drie muzikanten meegenomen die de gelaagde nummers live kunnen brengen. De nachtdieren van Lowlands komen zich laven aan de eerste beats, als ware het hun ochtendkoffie voor de lange nacht die nog gaat komen. Veel te zien op het podium is er niet, de hele band hult zich in het donker en Ben Khan duldt zelfs geen simpele spotlight. Typisch een artiest die de muziek wil laten spreken en het publiek wil meevoeren, ieder in zn eigen trip. Lowlands kan vast een grotere tent reserveren voor 2016, want dat debuutalbum kan niet anders dan prima worden. (Roosmarijn Reijmer)

Dansen met je ogen dicht bij Howling
Howling, het melodische deep house-project van singer-songwriter Ry X en Frank Wiedemann (bekend van z'n andere duo Âme), zijn wars van bombast. Debuutalbum Sacred Ground is minimalistisch, uitgekleed en nauwelijks dansbaar, zeker voor een (door) house (beïnvloed) album. Live wordt alles gelukkig iets aangepast aan het festivalpubliek. Vandaag wordt de X-Ray getrakteerd op een extra lange versie van hit 'Signs', waarvan het refrein enthousiast wordt meegezongen. Het nummer wordt vandaag in een heavier, meer clubwaardige versie uitgevoerd. Aan iets plats als drops doen we natuurlijk niet, in tegendeel: spanning wordt continu opgebouwd om hem vervolgens geleidelijk weer te laten vervliegen of hem in zijn geheel te laten vallen. Reken daarbij de felle, industrieel aandoende lampen op het podium en je kunt maar beter je ogen dicht doen en je laten meevoeren. Ineens hoor je een stukje van Radioheads 'Everything In Its Right Place'. Daarna, als laatste, speelt Howling de track waar het duo zichzelf naar vernoemde nadat ze het samen schreven. 'Howling' zou moeten opvallen in de set – eigenlijk is het gewoon een gitaarnummer, het heeft niks met deep house te maken – maar omdat de band zo'n continue sfeer weet neer te zetten is het slechts een mooie comedown na een prettige trip langs de binnenkant van je oogleden. (Cécile van Wijnsberge)