Lowlands: The Chemical Brothers in tien cruciale samples

Britse big beat-pioniers bouwen vaak op werk van anderen

Atze de Vrieze ,

Twintig jaar na hun baanbrekende debuut zijn Ed Simons en Tom Rowlands terug met hun achtste studio-album Born In The Echoes. Bij 3voor12 riepen we het al uit tot Album van de Week, maar met hun Lowlands-show in aantocht loont het ook om het hele oeuvre eens beter onder de loep te nemen. Dat doen we aan de hand van tien samples die de hoeksteen vormen van hun hits.

Kraftwerk - Ohm Sweet Ohm (Leave Home)
De allereerste tonen van het invloedrijke eerste Chemical Brothers-album zijn afkomstig van Kraftwerk’s Ohm Sweet Ohm, de track die geldt als het beste bewijs dat de stijve Duitse robots wel degelijk over humor beschikten. Het is zeker niet een van hun bekendste tracks - het is het slotnummer van Radio-Activity - maar het is wel meteen een signature sound van The Chemical Brothers. Met de track Leave Home én debuutalbum Exit Planet Dust zette het duo zichzelf direct op de kaart. En dat deden ze op een manier die we vooral uit de hiphop kenden: ze lenen zich helemaal suf aan drumbreaks en vocals, zoals DJ Shadow dat een jaar later nog extremer zou doen op zijn tijdloze debuutalbum. Op het nieuwe album staat overigens ook nog een track die Radiate heet. De stem die je daar hoort is ‘gewoon’ van Tom Rowlands, maar het moet haast wel een ode zijn aan Kraftwerk.
Jimmy McGriff - The Worm (Chemical Beats)
De enige echte Chemical Beats komen op naam van Jimmy McGriff. Die McGriff was overigens zelf geen drummer, maar een toetsenist met het Hammond-orgel als specialiteit. Hij werd in de jaren zestig bekend in de blues/jazz-hoek, en in 1968 maakte hij een instrumentale soulplaat genaamd The Worm. Het openingssalvo van de titeltrack gaat nu dus de boeken in als het geluid van The Chemical Brothers. Wat is dat nu eigenlijk, dat geluid? Wat het meest opvalt aan de drumkeuzes op Exit Planet Dust, is dat alles heel helder en scherp klinkt. Zeker ook de sample uit The Worm, met zijn kraakheldere, stoere snare. The Chemicals zetten er wel een harde elektronische kick onder, maar het geluid blijft frivool en wordt nooit zo pompeus als The Prodigy dat deed, of zoals de grote EDM-jongens van nu dat doen.
The Crusaders - The Well’s Gone Dry (Block Rockin’ Beats)
Intro’s en drum breaks dus, zoals old school hiphopproducers dat deden. Block Rockin’ Beats, de absolute klassieker van het tweede album, leent wat dat betreft van jazzdrummer Bernard Purdie. De stem die je hoort is die van rapper Schoolly D (een track uit 1989). Toch is het meest opvallende geluid in deze track weer iets heel anders: een basloopje van The Crusaders, een band die een carrière van meerdere decennia had (ook onder de naam The Jazz Crusaders), maar het meest bekend van hun soul/jazz-fusion werk uit de jaren zeventig. The Well’s Gone Dry staat dan weer op een van de minder bekende platen uit die tijd, Southern Comfort uit 1974. In Block Rockin’ Beats klinkt ie nog net even wat scherper en sneller.
Oasis - Comin’ On Strong (Setting Sun)
Met Oasis-ster Noel Gallagher werkten The Chemical Brothers maar liefst twee keer, op albums twee en drie. Het was een soort samenkomst van twee giganten, want Oasis was op dat moment op zijn absolute top. Je zou haast denken dat in de gekte alle grote shows amper tijd moet zijn geweest voor samenwerking. Wat alleen die-hard Oasis fans weten, is dat de vocal van Setting Sun dan ook niet nieuw was, maar soort-van-geleend van een oud liedje. Comin’ On Strong heet het, en het stamt uit de begindagen van de band. Er bestaat een demo van uit 1992, waar Liam nog op zingt. Strikt genomen geen echt sample dus, maar enfin. 
Rock Master Scott & The Dynamic Three - The Roof Is On Fire (Hey Boy, Hey Girl)
Dat is de stem van Rock Master Scott wel. De old school rapper uit The Bronx scoort in 1984 zijn enige hit met The Roof Is On Fire. De hook is bekender dan het nummer en al helemaal dan de groep: "We don’t need no water, let the motherfucker burn!" Dat stukje gebruiken The Chemical Brothers niet, zij lenen slechts het intro, inclusief de elektronische kick. Een van de Dynamic Three noemde zich overigens Slick Rick, maar hij is niet ‘de grote Slick Rick’, die even later een paar classics zou maken. 
Jim Ingram - Drumbeat (It Began In Afrika)
Naast hiphop en psychedelische gitaarmuziek is er nog een belangrijk element in de sound van The Chemical Brothers: Afrikaanse muziek. Niet zo vreemd als je je primair met ritme bezig houdt natuurlijk. It Began In Africa, van het toch wel behoorlijk zwakke vierde album Come With Us, leent van Jim Ingram, een sproken word artiest uit de jaren zeventig. Hoewel bepaald geen grote hit, kun je het ook geen origineel sample noemen. Onder andere Norman Cook en The Jungle Brothers gebruikten precies dit fragment al lang voor The Chemical Brothers. Het hele stuk past heel goed in de black power beweging van begin jaren zeventig. Die Jim Ingram meende het met zijn roots-benadering. In 1968 werd hij zelfs nog opgepakt bij de beruchte rellen in Detroit na de dood van Martin Luther King. Met die politieke lading doen The Chemical Brothers overigens niets.
Najat Atabou - Hadi Kebda Bayna (Galvanize)
Nog maar een exotisch sample, maar dan uit een heel andere hoek. Met hun eerste drie albums scoort het duo in Engeland meerdere dikke hits. Setting Sun en Block Rockin’ Beats gingen zelfs naar nummer 1, en toen zakte The Chemical Brothers toch een beetje weg uit de publieke belangstelling. Tot Galvanize, de track die misschien nog wel het meest leunt op een sample van alle Chemical Brothers-producties. De hook komt van de Marokkaanse Najat Atabou, een levensliedzangeres die opkomt voor de rechten van vrouwen in haar land. Daar horen we in Galvanize overigens niets van: haar vocalen zijn vervangen door rapper Q-Tip, die dit jaar nog eens samenwerkte met The Chemical Brothers op hun single Go. 
Razor-N-Guido - Do It Again (Do It Again)
Je moet even geduld hebben voor je hem hoort, maar daar is de enige echt ‘do it again’. We zijn dan dik vijf minuten op weg in een track met dezelfde titel van Razor-N-Guido, een tribal house-duo uit Long Island. Hun Do It Again kwam uit in 1998, en rond die tijd vergrepen ze zich ook aan tracks van onder andere George Michael en The Notorious BIG. Na een paar springerige eerste minuten wordt overduidelijk een snuif genomen. “You still want more?”, klinkt een stem, “Do it again?” Vanaf dat wordt het een groot coke-festijn, dat nog bijna vijf minuten doorgaat. Die boodschap wordt in de track van The Chemical Brothers juist omgekeerd: “Oh my God what have I done? All I wanted was a little fun. Got a brain like bubblegum, blowing up my cranium.”
The Who - Baba O’Riley (Escape Velocity)
Uitgerekend op hun meest dansvloergeoriënteerde album Further grijpen The Chemical Brothers terug op een van de grootste klassieke gitaarbands uit de Engelse geschiedenis: The Who. Baba O’Riley, ook wel bekend onder de titel Teenage Wasteland, een klassieker uit 1971. En inderdaad, het synthesizer-intro van het nummer kun je je prima voorstellen in een elektronische context. Leuk weetje: afgelopen juni stonden The Who en The Chemical Brothers allebei als afsluiter op Glastonbury. The Who op de grote Pyramid, The Chemical Brothers op The Other Stage. 
Big Moses - Brighter Days (Sometimes I Feel So Deserted) 
Tot slot deze van Big Moses, een garage/house track uit 1997, die belandde in het nieuwe album van The Chemical Brothers. Het origineel is behoorlijk upbeat, maar de vocal van Big Moses (echte naam Moise LaPorte) is al behoorlijk emo. De Brit maakte tussen 1996 en 2004 een aantal singles, en verdween toen weer uit beeld. The Chemical Brothers zetten zijn melancholie nog wat extra aan tot een totaal andere track. Het is de opener van het album, heeft een lang intro en komt uiteindelijk tot een heel merkwaardige climax: van heel kalm tot woest en overstuurd, en weer terug naar handclaps en zang. Deze gaan we ongetwijfeld terughoren in de Lowlands-set.