LGW15 Kamasi Washington: "Als ze doorhadden dat je talent had, lieten ze je met rust"

Saxofonist over jeugd in L.A., Malcolm X, Kendrick Lamar en driedubbeldebuutplaat

Sjoerd Huismans ,

2015 is het jaar van Kamasi Washington. De saxofonist leverde een flinke bijdrage aan To Pimp A Butterfly, het bejubelde album van rapper Kendrick Lamar. Maar de echte klapper kwam in mei met de release van zijn debuutplaat: het bijna drie uur durende jazz-epos The Epic. Zaterdag staat hij op Le Guess Who?, 3voor12 sprak Washington alvast over zijn jeugd, Kendrick Lamar, de anti-racismebeweging in de VS en de reden dat zijn muziek zo breed aanslaat: “Je kunt wel degelijk instrumentaal een verhaal vertellen.”

Onderaan dit artikel maak je kansen op kaarten voor Lowlands 2016, waar Kamasi en zijn band dit jaar ook staan.

We spreken af in Bitterzoet, waar Kamasi Washington en zijn band gaan repeteren voor hun tweede show op Europese bodem ooit. Zijn allereerste deed hij een dag eerder in Bird. “Ja, het was erg, erg cool. Het publiek was heel ontvankelijk en enthousiast, we hebben veel lol gehad.” Een van de bijzonderste momenten in Rotterdam ontstaat als hij zijn vader, Ricky Washington, het podium oproept om mee te spelen op dwarsfluit en sopraansaxofoon. Het nummer Hero van The Epic draagt Kamasi op aan zijn oma. “Het maakt me erg gelukkig dat hij erbij is, hij zal er voor alle shows deze tour zijn. Hij heeft me alles geleerd vroeger, hij was mijn enige muziekleraar. Maar ik ken de hele band al sinds mijn vroege jeugd, we zijn allemaal samen opgegroeid in L.A.. History repeated.”

Dat hoor je af aan het optreden, waar een zeldzaam organisch jazz-ensemble een virtuoze show geeft, met een hoofdrol voor de twee drummers. “Een ervan, Ronald (Bruner Jr., de broer van Thundercat, red.) ken ik het langst van iedereen. Onze vaders waren vrienden en speelden samen in een band. Voor mijn derde verjaardag kreeg ik een drumstel. Ronald was toen anderhalf, echt pas een baby. Iedereen had het erover dat er een baby op het feestje was die scheen te kunnen drummen. Dus werd aan mij gevraagd: Kamasi, mag de baby op het drumstel? Ik zei nog verontwaardigd: dit is geen babydrumstel! Dit is een kinderdrumstel! Maar hij kon het wel, nog geen twee jaar oud. Blijkbaar ontstond er een behoorlijk hevige drum battle tussen iemand van drie en iemand van anderhalf. Nee, zelf weet ik er bijna niks meer van, alleen nog hoe klein hij was.”

Van een paar jaar later kan Washington zich veel meer herinneren. “Ronald was op zijn zevende of achtste al serieus bezig met de muziek. De rest van ons pas veel later. Mijn ouders zijn allebei muzikanten, maar mijn moeder is scheikundelerares van beroep. Voor mij was het tweeledig: ik was geïnteresseerd in muziek maar ook in wiskunde, wetenschap. We woonden in een slechte buurt, maar toch was er veel cultuur. Je had een gebied, Leimert Park waar iedereen bezig was met jazz, poëzie, kunst. Het bleef South Central, dus die andere kant was er ook: de gangs. Maar als ze doorhadden dat je goed in iets was, dat je talent had, dan lieten ze je met rust. Ze hadden daar respect voor, bewondering zelfs. Muziek was voor mij niet zozeer een ontsnapping, maar eerder de reden dat ik er nooit verzeild in ben geraakt.”

John Coltrane en Flying Lotus
Later studeerde hij aan de universiteit van Californië etnomusicologie (muziek binnen haar culturele context) en had al langer de band Young Jazz Giants. “Dat was ik, Thundercat, Ronald en Cameron Graves. Onze eerste gig was een John Coltrane-competitie, ik was toen zestien of zeventien. We wonnen die wedstrijd, en we ontmoetten Alice en Robbie Coltrane  - de oom en tante van Flying Lotus. Robbie had hem – toen nog gewoon Steven – meegenomen en hij en ik hielden contact, hij en Thundercat nog meer. Maar in 2008 kwam ik hem tegen bij een willekeurige jamsessie. Hij deed zelfs mee, met zijn complete set-up, even een elektronisch kwartiertje. We begonnen samen aan dingen te werken, en in 2010 vroeg hij me voor zijn label.”

Kamasi Washington raakt bij een breder publiek bekend door zijn features op hiphopalbums: hij werkt met onder meer Nas, Snoop Dogg, Lauryn Hill en uiteraard op Flying Lotus’ baanbrekende albums Cosmogramma en You’re Dead. Maar dit jaar maakte vooral zijn bijdrage aan Kendrick Lamar’s To Pimp A Butterfly veel indruk. “Oorspronkelijk werd ik er alleen bij betrokken om wat strijkerspartijen te schrijven voor die laatste skit, het interview met 2Pac, het moest een soort filmscore worden. Maar toen gingen we erover praten en speelde producer Terrace Martin – een fantastische saxofonist - het album voor me en waren er wat meer nummers waarop ze me wilden laten spelen. Kendrick is geweldig om mee te werken, aan de ene kant zit hij er heel erg bovenop maar aan de andere kant staat hij er open voor om iedereen zijn hart, zijn eigen karakter, erin te laten stoppen.” Zijn eigen rol in het project wil Washington niet overdrijven: “Toen ik aan boord kwam, hadden Thundercat en Terrace het meeste al gedaan. Ik was er al volledig door weggeblazen, alles eraan is zo uniek, organisch, weelderig en verfrissend.” 

“Oké. Wauw, maar oké.”
Maar 2015 is voor Kamasi Washington toch vooral het jaar waarop hij eindelijk zijn officiële debuutplaat uitbracht op FlyLo’s Brainfeeder, een meer dan drie uur durend jazz-avontuur met de wollige doch toepasselijke titel The Epic. “Het was nooit de bedoeling om het zo groot te laten worden”, zegt Washington. “We hadden gewoon zo ontzettend veel muziek gemaakt. De band en ik, toen we opgroeiden gingen allemaal veel verschillende gigs doen. We zijn nooit echt uit elkaar geweest, maar deden allemaal hier en daar wat. In 2011, na allemaal veel los van elkaar op tour te zijn geweest, besloten we om voor één maand bij elkaar te komen en alleen met elkaar muziek te maken. Best een opoffering, maar we hebben in die maand heel veel gemaakt. Ikzelf hield er 45 songs aan over, en zat er over na te denken hoe ik dat moest terugbrengen naar één disc. Flying Lotus had gezegd: kom maar terug met wat dan ook je wil maken, maar we hadden wel afgesproken dat het in principe één disc zou zijn. Ik kwam dus aanzetten met drie discs, maar hij deed er totaal niet moeilijk over. Hij zei alleen maar: ‘Oké. Wauw, maar oké.” Hij vroeg me om volledig te doen wat ik wilde, dus onbedoeld had hij er ook om gevraagd, haha.”

De reden dat The Epic zo’n enorm project werd, is in eerste instantie een behoorlijk onbegrijpelijk verhaal. “Ik had twee gekke dromen, die het album door elkaar geschud hebben. Opeens leek het logisch. Er is een oude gast, een strijder, die een poort van een stad bovenaan een berg bewaakt. Beneden is een dorp, waarvan de inwoners dag en nacht trainen om hem op een dag uit te dagen. Eén van hen slaagt er uiteindelijk in. Dat werd openingsnummer Change Of The Guard. Toen ik een volgend nummer ging maken, zette ik dat verhaal voort, dat bleef ik met elk volgend nummer doen. Het ging ook werken als een spiegel voor ons eigen levensverhaal, waarin elk nummer een doel had. Eén song weghalen zou het al incompleet maken.”

En zo werd The Epic dus een drie uur durend epos met een terugkerend impressionistisch verhaal, over een strijder op zoek naar zichzelf. Hoe doe je dat eigenlijk, in een grotendeels instrumentaal album? “Je kunt wel degelijk een ervaring delen met muziekinstrumenten”, zegt Washington. “Met woorden kan ik het voor je beschrijven, het vertellen, maar je voelt het dan nog niet echt, je ondergaat de emotie niet. Als je het instrumentaal vertelt, deel je het gevoel van de ervaring die je bijvoorbeeld had toen je een tiener was, je kunt die liefde, haat, woede of verdriet kanaliseren en delen.”

“Dus dat heb ik gemist!”
Het is al vaak gezegd over The Epic: ook niet-jazz-liefhebbers kunnen de plaat waarderen, terwijl die toch grotendeels uit aardig freaky spul bestaat. Volgens Washington heeft dat ook met het verhalende aspect van zijn album te maken. “In jazz zit een helend soort vrijheid, liefhebbers voelen dat altijd. Maar mensen die niet into jazz zijn, krijgen die ervaring niet altijd. Ik denk dat het komt doordat jazzmuzikanten zichzelf vaak tot op zekere hoogte uit hun muziek wissen, het wordt dan een soort hommage aan het verleden – of juist een vlucht uit het verleden. Bij ons zitten alle karakters, wie wij zijn, wél overal in. Zelf speel ik veel hiphop, R&B, latin, Afrikaanse muziek en meer, maar ik heb er bewust voor gekozen dat er niet te dominant in te stoppen. Maar er zitten nét genoeg subtiele referenties naar al die stijlen in om mijn muziek vertrouwd te maken voor liefhebbers ervan. Zij voelen ineens ook die ervaring: dus dit heb ik gemist! Maar tegelijk is het ook herkenbaar voor ze.”

“In de VS word ik gezien als bedreiging”
The Epic, hoewel grotendeels instrumentaal, is ook een politieke plaat geworden. Washington staat bekend als uitgesproken, en tegen het einde van het album is er bijvoorbeeld Malcolm’s Theme, gebaseerd op de lijkrede van de Amerikaanse acteur Ossie Davis voor de vermoorde burgerrechtenactivist Malcolm X. “De nummers met tekst presenteren inderdaad vrij direct een idee. Het is een expressie van wie ik ben, en ik ben een politiek persoon. Net als iedereen, we leven in deze wereld, we hebben te dealen met beleid. Ik zie wat er aan de hand is; ik wil dat adresseren, dat ervaren, het beleven." Voor het eerst verheft Washington zijn stem: "De beweging die nu in de VS opstaat: I’m dead in the middle of it. Ik ben een grote Afro-Amerikaanse man en ik word gezien als bedreiging. Alleen vanwege de manier waarop ik eruitzie, ben ik bedreigend. Ik heb mijn hele leven met die realiteit geleefd, het zit diep verankerd in wie ik ben, en dus zit het diep verankerd in mijn muziek. Ik kan dat niet weghalen. Maar tegelijk is mijn muziek niet alleen dat, omdat ik ook niet alleen dat ben, ik ben niet alleen een probleem dat de wereld heeft. Ik ben een geliefde, een broer, een oom, een vriend, een muzikant. Dat is inderdaad een van de redenen dat het zo’n enorm album is geworden, ja.”

Prijsvraag

Op welke Nederlandse festivals was Kamasi Washington eerder te bewonderen voor hij terugkeert naar Lowlands 2016?

Kaarten winnen voor Lowlands? Stuur dan het antwoord op de bovenstaande vraag, plus je naam, adres, geboortedatum en telefoonnummer naar 3voor12-prijsvraag@vpro.nl, met als onderwerp 'Kamasi Washington'. Je maakt kans op twee vrijkaarten voor het gehele festival. De winnaar wordt vanavond in 3voor12 Radio bekend gemaakt, van 21:00 tot 00:00 op 3FM.