Dekmantel festival dag 2: Verbreden, verdiepen en verwarren

Amsterdam overspoeld door muziekliefhebbers uit alle windstreken

Atze de Vrieze ,

De eerste volle dag van het Dekmantel Festival zit bomvol met verrassingen. Waar veel housefestivals drijven op steeds terugkerende namen die altijd waar voor hun geld bieden, neemt Dekmantel dit jaar risico’s. Niet omdat de geboekte acts (Madlib, Roy Ayers, Squarepusher) geen kwaliteit bieden, wel omdat ze de context van het festival verbreden. Hoe pakt dat uit?

Voor de deur van het derde Dekmantel festival staat een jongen met een ouderwets wit A4'tje: 'Need ticket'. Hij is zeker niet de enige, zo bleek uit de krankzinnige moeite die je moest doen om via de 'faire' verkoopsite Ticketswap een van de spaarzame tickets te bemachtigen. Het opvallende aan deze jongen hier, is dat hij de gok waagde om helemaal vanuit Frankfurt hierheen te rijden zonder toegangsbewijs. "I don't trust these websites", zegt ie. "People want to make money. I’m just gonna try for a couple of hours.” 
 
Het waren verder vooral de Nederlanders die misgrepen bij de tickets, zo lijkt het. Er zijn echt overweldigend veel Fransen, Duitsers, Engelsen, Spanjaarden, Amerikanen, zelfs een groep Japanners. Hoeveel buitenlanders er precies zijn wil Thomas Martojo van Dekmantel niet zeggen, wel dat het er meer zijn dan de 50% van vorig jaar. Het lijkt wel op zijn minst 75%. Moet je daar nu blij mee zijn? Moeilijk te zeggen. Aan de ene kant zie je super ‘dedicated’ publiek, superhippe Aziaten of Italianen bijvoorbeeld, die precies weten waar ze zijn. Zij zijn het die San Proper al om drie uur op de tafel hebben staan, terwijl hij met een plaat onder zijn arm op zijn Rush Hour tattoo staat te wijzen. “This record is so nice, I’m gonna play it twice!” Je hebt ook de vele Engelsen die het festival een ordinair randje geven door nog voor de avond valt met tollende ogen over het veld te zwalken. Een ding is zeker: ze komen hier niet om de kat uit de boom te kijken. 
 
Al die technotoeristen zien dat Dekmantel dit jaar zijn horizon enorm verbreedt, en dat het terreinen opzoekt die gek genoeg iedere concurrent overslaat. Het festival beslaat dit jaar echt de hele geschiedenis van de elektronische dansmuziek. Ook de hiphop van Madlib, die aantreedt in een prachtig pak en met een hypernauwkeurig gesoigneerde baard. Zonder meer de scherpst ogende dj van de dag (sorry, Ben Klock). De producer uit LA blijkt een uitstekende dj te zijn, maar dan wel totaal anders dan we gewend zijn op een festival als dit. Madlib heeft weinig geduld en zijn mixen zijn eerder cuts, maar het klopt wel. Hij gaat binnen een paar minuten van een obscure Nigeriaanse funktrack van Bola Johnson via een paar dubtunes naar een rapclassic van Mos Def. Verfrissend en energiek. 
 
Even later staat ie glunderend achter het podium naast Steven de Peven te kijken naar Roy Ayers, de 74-jarige vibrafonist en godfather van de spacegroove. Er zijn heel wat dj's hier die een tune als Running Away af en toe draaien, en ze staan nu allemaal achter hem. Ayers is echt een man van de groove, meer dan van het liedje. Soulzangeres Tasha's World helpt hem een handje bij Searchin', en dan begint hij met een grote glimlach aan het gedroomde nummer voor tijdens de eerste zonnestralen na een lange nacht: Everybody Loves The Sunshine. Die fantastisch ijl klinkende synth staat iets minder hard dan je graag zou willen, en nota bene de vibrafoon hoor je eigenlijk helemaal niet, maar jawel hoor, dit is hem. Ayers' muziek heeft een spiritueel randje, maar het is toch vooral de no nonsense groove die hier opvalt. Bas, drum en synth, meer is het eigenlijk niet. Geweldige en originele boeking, die ook nog eens goed uitpakt.
 
Die duik in de geschiedenis past perfect, want Dekmantel boekt alleen maar dj's met historisch besef. Mensen die oude tunes boven water kunnen halen alsof ze vandaag uitgekomen zijn. Hoeveel hoogtepunten hoor je hier nu die uit 2015 komen? Is house nog steeds leuk na vijfentwintig jaar? Ja! Juist! Hoe langer het bestaat, hoe meer de dj’s hebben om uit te putten, zeker als je de immense disco-archieven erbij pakt, en jezelf de vrijheid veroorlooft om verder te kijken. San Proper vlamt met Diana Ross en de James Bond Goldfinger soundtrack, Juan Atkins brengt zijn klassieker Clear van Cybotron live (de missing link tussen Detroit en Kraftwerk), nota bene Madlib komt met de Duitse krautrockband Can aan, Joy Orbison verwent ons met een Zuid-Afrikaanse houseplaat van Black Motion van een paar jaar terug. Mooi ook om de bewondering van de ene 'selector' voor de andere te zien. Hunee - net klaar bij Boiler Room - gaat compleet uit zijn dak bij iedere plaat van Carlos Souffront. En terecht, want zij behoren vandaag allebei tot de favorieten aan de onderkant van het programma. Aan het eind van de avond staat technopionier Robert Hood een keiharde aardse discogroove van Ben Sims (Dollar Bill Y’All!) te pompen, om het te laten overgaan in de gospelhouse die hij onder de naam Floorplan maakte. Het leidt tot euforische taferelen in de Boiler Room en gedrang voor de draaitafels. Meer dan ooit op Dekmantel ligt vandaag het accent op de zwarte Amerikaanse roots. 
 
Maar het slot van de dag is voor Squarepusher, een buitenbeentje pur sang. De Engelse IDM-producer heeft normaal gesproken eigenlijk helemaal niets te zoeken op een festival als dit, en dat maakt het juist een spannende boeking. Hij staat in de tent waar het de hele dag het hardst gaat, de enige tent waar techno de hele dag regeert. Het is er donker, en op het grote visualscherm zien we er grijze wolken, terwijl buiten het zonnetje zachtjes door de bomen blaast. Je zou zeggen dat ze in deze tent wel wat gewend zijn, maar Squarepusher jaagt binnen een paar minuten zijn halve tent leeg. Dat was te verwachten, en toch kun je zijn komst hierheen wel een succes noemen. Squarepusher staat in een schermpak achter zijn apparatuur, terwijl eentjes en nulletjes als lava vanaf het scherm over hem heen rollen. Uit zijn apparatuur tovert hij hypersnelle, drum ’n bass achtige beats, maar dan abstracter. Zijn nieuwe album Damogen Furies is weer een test voor iedere liefhebber van experimenteel experiment: hard en snel, ontdaan van iedere aardse betekenis, zonder sexy melodieën of aansprekende refreintjes. Dan gaat het masker af en pakt hij zijn basgitaar erbij. Wat ie achter de knoppen precies doet weet je niet, dat hij verbluffend kan bassen kun je simpelweg zien. Als een volleerd publieksmenner staat Squarepusher de mensen op te jutten, en zo laat hij zien meer concessies te kunnen doen dan zijn labelgenoten van Autechre een dag eerder. Hij wil er hier graag bij horen, en dat is wederzijds.
 
Het is een dappere en goede keuze, deze verbreding en verdieping, ook al weet je van tevoren toch wel dat de meeste mensen op dit tijdstip bij Ben Klock en Marcel Dettmann staat. Dat is wat de eerste twee edities nog ontbrak op dit festival: het lef om je publiek in verwarring te brengen. Ze moeten wel bij Dekmantel. Al die andere festivals komen muzikaal gezien steeds dichter in de buurt. Dit is de volgende stap, en dat leidde tot een geweldige eerste dag.