ADE15 Young Marco: "Als ik een buitenaards wezen of een naakt wijf zag, wist ik dat het goed was"

Amsterdamse dj over cratediggen, zijn nieuwe label en muzikale deadlines

Ralph-Hermen Huiskamp ,

Een kwartiertje later dan gepland komt Young Marco Redlight Records binnen gerend. "Sorry man. Zal ik je snel mijn studio laten zien, en zullen we dan ergens lunchen? Ik val bijna flauw, heb niet eens ontbeten.” De Amsterdamse dj en producer heeft het druk. De nacht ervoor moest hij nog tot laat een mix in elkaar zetten voor BBC’s Gilles Peterson, hij lanceert tijdens ADE een label met daarop meteen een eigen remix-album en vliegt ondertussen nog de hele wereld over voor optredens. Maar eten moet iedereen en dat valt prima te combineren met een interview.

Schuin boven Redlight Records, of recht boven Red Light Radio, heeft Young Marco tegenwoordig zijn studio. Midden op de Wallen, in het oude kantoor van Dekmantel. De laaghangende balken ontwijkend vertelt hij enthousiast over zijn nieuwe plek. “Laatst liep ik buiten en zag een volwassen man van een jaar of vijftig. Hij had alleen een luier aan, was geboeid en werd rondgeleid door een blauw geschminkte dwerg. Ik zag het, en dacht er niks bij. Pas een paar honderd meter verder bedacht ik me dat het best zorgwekkend is, dat ik het nauwelijks opmerk. Het is een fijne plek voor mijn studio. Ik kan hier herrie maken, dat doet namelijk de hele buurt. Er zijn altijd wel debielen aan het schreeuwen.”

Dat we uitgerekend hebben afgesproken in Redlight Records, is ook los van zijn studio, typerend. De winkel staat vol met obscure platen van over de hele wereld. Lo-fi disco uit India, ruwe kraut-parels, rammelende acid uit Azië. Het komt behoorlijk overeen met de platenkeuze van Young Marco tijdens zijn dj-sets. Ook in zijn eigen producties hoor je de voorliefde voor ongepolijste muziek. Bezoek een avond waar hij draait of zet een van zijn sets aan, en je zal altijd verbaasd staan over waar de Amsterdammer nu weer mee aankomt. Tijdens ADE zal Young Marco bij een panel vertellen en ondervraagd worden over zijn zoektocht naar nieuwe platen, en hoe hij denkt over de toekomst van cratediggen.

Hoe doe je dat eigenlijk; waar haal je telkens weer die platen vandaan die niemand kent en uit alle hoeken van de wereld vandaan lijken te komen?
Iedereen vraagt me dat, en het is eigenlijk heel simpel. Ik koop ze gewoon in winkels. Ik heb het geluk dat ik elk weekend wel weer ergens in het buitenland ben. Ik loop altijd een platenwinkel in. Onderhand weet ik waar ik naar moet zoeken. Vroeger kocht ik veel disco. Als ik dan een hoes zag met een buitenaards wezen of een naakt wijf, en er stonden wat synthesizers in de credits, dan wist ik dat het goed was. Hetzelfde geldt voor house uit de jaren negentig. Die hoezen zijn allemaal super lelijk, maar op een gegeven moment ontdek je stijlen van lelijkheid. Sommige artiesten hadden duidelijk budget voor het artwork, anderen hadden minder en moesten wat meer knippen en plakken. Die laatste soort is interessant. Waarschijnlijk maakten ze muziek op dezelfde manier als ik. Met net wat gaardere apparatuur, waardoor de muziek net wat raarder klinkt.

Je hebt zelf ook jarenlang de platenhoezen voor Rush Hour ontworpen. Ontwierp je die ook met dat idee in het achterhoofd, dat diggers de hoes meteen zo konden lezen?
Ik probeerde vooral objectief de muziek te luisteren, en er bij te maken wat nodig is. Ik zag mezelf niet echt als een kunstenaar, met een eigen beeldtaal. Ik ontwerp nu niet meer, maar laatst vroeg Hunee me om de hoes van zijn album te ontwerpen. Hij noemde zijn muziek zelf primitive techno. Vanwege zijn Koreaanse achtergrond heb ik vervolgens een soort verzonnen Koreaanse runen ontworpen.

Ben je altijd al met ontwerpen en muziek maken bezig geweest?
Ik was op de middelbare school een onwijze computernerd. Iedereen bracht zijn oude computers bij mij. Ik had een computermuseum vol oude Commodores, de eerste Macs. Ik probeerde alles wat er mee kon. De een had een gare Photoshop, de andere een soort tracker, waarmee ik dan een beetje muziek maakte. Ik programeerde veel, en had op een gegeven moment met een webcam een sequencer gemaakt. Daar legde ik dan acht keer acht blokjes onder, met verschillende kleuren. Een rood blokje op de ene rij maakte dan een bepaald geluid en op een andere plek klonk het weer anders. Die zou ik eigenlijk weer eens moeten bouwen. 

Via skatevideo’s was ik wel heel erg bezig met muziek. Ze waren enorm eclectisch. De ene skater gebruikte punk, de ander weer hiphop. Je had ook hele experimentele video’s, van Alien Workshop. Cultvideo’s, heel abstract, vol religieuze symboliek. Nu ik er over nadenk hebben die video's mijn muzieksmaak wel gevormd. Ik keek er totaal niet van op dat er allemaal stijlen door elkaar gebruikt werden."

Onderhand lijk je, zoals misschien wel elke dj in de stad, vergroeid met de Amsterdamse scene. Je studio zit in het oude kantoor van Dekmantel, boven Redlight, je werkte bij Rush Hour, je zat in de band van Tom Trago. Maar je woont hier niet je hele leven, pas vanaf je achttiende. Hoe kwam je in dit hechte, bijna dichtgetikte wereldje terecht?
Het voordeel van Amsterdam is dat het zo klein is en dat je dus snel mensen leert kennen. Tom Trago kwam ik al snel tegen in het nachtleven. Rush Hour hield vroeger veel feesten in Paradiso, waar iedereen heen ging. Of naar Bitterzoet. Op een gegeven moment ben ik samen met Orpheo (van Red Light, red.), feestjes gaan geven. Dat was niet altijd een succes. Niemand wil nu nog toegeven dat ze het draaiden, maar het waren de hoogtijdagen van minimal. Mensen hadden echt geen zin in disco. Van tevoren wisten we bij elk feest welke dertig mensen er gingen komen en eigenlijk ook al hoeveel verlies we zouden maken. Nu ja, de zalen waarin we de feestjes organiseerden. Op een of andere manier regelden we dat wel goed. We zijn zelf maar een paar keer het schip in gegaan. Dat kwam ook omdat de mensen van plekken als Club Up en de Flexbar het echt tof en belangrijk vonden wat we deden.

Disco is nu overal en intussen kan steeds meer publiek het ook aan als er meerdere stijlen door elkaar gedraaid worden. Vanaf wanneer merkte jij dat dat begon te komen?
Vroeger was Amsterdam echt een hiphop-stad. Je had de platenzaak FatBeats, Appelsap organiseerde clubavonden, iedereen ging naar hiphop-feesten. Op een gegeven moment is dat geïmplodeerd. Mr Wix was toen echt de spil in het Amsterdamse nachtleven, hij ging alles door elkaar draaien. Je kon The Smiths horen, en meteen daarna Wu-Tang. Dat brak het helemaal open, mensen werden er ook meer open minded van. Aardvarck is ook een goed voorbeeld, hij is daar nog wat erger in. Hij doet echt geen concessies, heeft lak aan iedereen. Toen hij afgelopen december als verrassing weer in Trouw stond, heeft hij volgens mij eerst Rachmaninov gedraaid en daarna de Mosselman. Ik vind dat geniaal. Niemand weet nog wie dat weekend draaiden, of wat ze draaiden. Bij hem weten we dat nog precies, ook al liep het meteen leeg. En we hebben het er nu nog steeds over.

Je speelde zelf ook nogal eens in Trouw, niet zozeer in het begin, maar vooral later. Je nummer Biology Theme werd zelfs gebruikt voor de closing movie, en kreeg daar door een totaal nieuw leven.
Het was inderdaad opeens de soundtrack van Trouw, grappig. Toen ik het nummer in de laatste nacht draaide, gingen er zelfs mensen huilen. Maar ja, Trouw. Ik kan er veel over zeggen, of weinig. Het was in ieder geval een van de grootste tandwielen die Amsterdam gemaakt heeft tot wat het nu is. De club heeft een enorme groep kids opgevoed. Ze gingen er heen toen ze achttien waren en zijn nu vijfentwintig. Die Malawi kids bijvoorbeeld. Je ziet nu jonge mensen platenzaken afstruinen naar obscure muziek, of uit hun dak gaan als ik iets raars draai. Je kan nu zo veel meer draaien, tien jaar geleden had ik gewoon een blik bier tegen mijn hoofd gehad. In feite bracht Trouw de twee werelden bij elkaar. Aan de ene kant de wat oudere garde als Aardvarck, Tom Trago, San Proper en ik, en aan de andere kant de jonge generatie.

Van Aardvarck is bekend dat hij zijn nummers heel erg snel maakt. Hoe gaat dat bij jou?
Hoe hij het doet is niet normaal. Volgens mij zit hij onderhand op 10.000 nummers. Ik zet al mijn apparaten aan en ga gewoon pielen. Niet heel conceptueel, ik ga niet naar de studio voor een liefdesliedje. Ik jam een paar uur en knip daar liedjes uit. Het zijn altijd live takes. Het werkt goed. Al spelend wordt je steeds beter in het idee dat je voor ogen had. En als het saai wordt, dan pas je het automatisch aan. Ik maak sowieso ook geen duistere muziek. Ik wil in de studio wel mezelf vermaken. Als ik depressief ben, ga ik op de bank zitten en tv kijken. Niet in de studio werken. 

Een paar maanden geleden deed je een ambient set in het Muziekgebouw. Het was volgens mij de eerste keer dat ik je live zag. Als je zo vertelt hoe je produceert, verbaast het me dat je niet vaker live optreedt.
Die set kwam inderdaad aardig overeen met hoe ik werk in de studio. Ik speelde dingen in op een synthesizer, loopte me zelf en improviseerde daar weer over. Het was volgens mij de eerste keer dat ik in mijn eentje live speelde. Ik vind live-sets altijd zo veel gedoe. Al die apparatuur meeslepen, kabels oprollen, dingen gaan stuk. Ik doe heel soms iets live met Wolf Müller (aka Jan Schulte, die zaterdag als Bufiman draait op Pan-Amafropeans, RH). Hij doet dan de percussie, ik de melodie. De eerste keer was het best, op een popfestival. Dan kun je tenminste rustig opbouwen en alles klaarzetten. In een clubsetting hoor je jezelf weer niet goed, is het lastiger soundchecken. Dan voelt het vaak toch niet goed.

Ik hoorde dat je een album hebt opgenomen op Bali met lokale muzikanten. Werkte je daar op dezelfde manier?
Ja, ik was bij Aardvarck op bezoek en heb er twee weken een huis gehuurd. Ik heb in die tijd opnames gemaakt met een gamelan-orkest. Ik had maar een microfoon, dus ik kon maar een instrument per keer opnemen. Best lastig. Ik zette een drumcomputer aan, met een hi-hat en een kick en vroeg ze dan om mee te spelen. Hun Balinese muziek staat zo ver van westerse muziek af. Niet alleen qua toonladers, maar vooral qua timing. Ze zaten er telkens naast. De tijdseenheden verschuiven constant, zo’n 4/4 maat kennen ze niet. Later heb ik opgenomen met wat jongere gasten, die volgens mij wel eens in een discotheek kwamen. Zij konden al wat meer meespelen.

Uiteindelijk moet het een langspeler worden. Als je daar op Bali rondrijdt op een scooter, hoor je heel veel van die orkesten. Bij elke tempel spelen ze, omdat ze zo met de goden communiceren. Die tempels zien er uit als enorme antennes. Je hoort al rijdend dus constant die muziek in- en uitfaden. Ik heb veel field recordings gemaakt, uiteindelijk moet het album zo’n ervaring als op de scooter worden. Ik hoop het dit jaar nog af te krijgen.

Tijdens Amsterdam Dance Event lanceer je je eigen label, Safe Trip, en meteen ook een remix-album: Sorry For The Late Reply: Various Remixes For Various Reasons. Vanwaar die naam?
Heel veel van de remixes die ik maak komen een keer uit, maar raken dan snel weer buiten beeld. Ik vond er ook wat die ik zelf totaal vergeten was, daarom wilde ik ze bundelen en eens echt uitbrengen. Toen ik een selectie had gemaakt, zat ik te denken aan wat ze allemaal verbindt. Ik heb ze allemaal te laat ingeleverd. Muziekdeadlines zijn namelijk nooit echte deadlines, daar kom je snel genoeg achter. Meestal heb ik een een maand of twee de tijd, maar dan begin ik natuurlijk pas de week van tevoren. Ik heb dan vaak toch nog extra tijd nodig. Dingen afmaken is het lastigst. Het jammen in de studio is het leukst. Alles terug luisteren, knippen, misschien wat plakken; daar heb je geen zin in. Dat merk ik ook met die opnames van Bali, ik heb iets van dertig opnames van een uur, die moet ik nog allemaal terug luisteren. Inmiddels ben ik wel wat beter geworden, en wat netter met deadlines. Ik knip nu meteen nadat ik het gemaakt heb, dan zit ik nog een beetje in die roes. Dan heb ik in ieder geval een begin.

Young Marco is tijdens ADE te zien bij:

Donderdagmiddag: Lancering Safe Trip / Sorry for the Late Reply, 17u, Red Light Radio 
Donderdagnacht: Dekmantel x Hessle Audio, North Sea Jazz Club
Vrijdag: The Future of Crate Digging, 16u, Felix Meritis
Zaterdagnacht: ZeeZout // Disco Demolition, Undercurrent
Zaterdagnacht: Pan-Amafropeans, OT301
Zondagnacht: MyHouse x Our Society, Radion