ADE15: 25-jarig Ninja Tune viert feest met Machinedrum en George Fitzgerald in de club

'Ouderwets' feesten in de Melkweg

Tekst Jochem Boom, foto's Jelmer de Haas ,

Op haar twintigste verjaardag kwam Ninja Tune al met een prachtige boxset vol herinneringen in tekst, beeld en natuurlijk geluid. Mooi, dat plaatjes kijken en draaien, maar gelukkig besloot het label om de vijfentwintigste verjaardag gewoon weer ouderwets in de clubs te vieren. Aldus trokken Leon Vynehall, Romare, Machinedrum, Bonobo en George Fitzgerald donderdag naar de Melkweg.

Dat het label gebouwd is op de trouwe aanhang is ook vanavond te merken. Er hangt dan ook een opvallend positieve en open vibe – een combinatie van blijde verwachting en gelijkgestemdheid. Er staat een glimlach op ieders gezicht en iedereen smult uit de handen van Leon Vynehall, die een allegorie van disco, soul en een vleugje house serveert. 

Hij deelt subtiele speldenprikjes uit om het publiek uit te nodigen tot dansen, maar vervalt nooit zodanig in de rol van opener dat gekeuvel de overhand neemt. Pas in de laatste drie kwartier komt Vynehall echt op stoom en draait langzaam naar de wat eenzijdiger draaiende Romare. Zeker in contrast met de brede variatie die Vynehall tentoonspreid valt dat wat rauw op ons dak.

Machinedrum beloofde 's middags in het Compagnietheater al af te stappen van zijn feestsets vol knallers uit hiphop en bass. En inderdaad. Vanavond laat hij zijn eigen producties voor zichzelf spreken. De typische combinatie van snelle, tegen drum 'n bass aanleunende garage, waar je evengoed op kan meedeinen door de op halve snelheid toegoevoegde melodielijnen, zijn nog steeds een lust voor het oor.
 

De afwezigheid van hits geeft veel meer ademruimte, waardoor de composities veel beter uitkomen. Zo gestructureerd als Machinedrum draait, zo rommelig gaat het er bij Bonobo aan toe. Aan het eind herpakt hij zich weliswaar, maar de door zijn voorganger zo zorgvuldig opgebouwde spanning gaat al snel jammerlijk verloren. Zijn kruit verschiet Bonobo al vroeg, wanneer hij hit Kong opzet. Een klein beetje spanning bouwt hij op met een remix van Moloko's Sing It Back, maar het is too little too late.

Aan George Fitzgerald de taak om het overgebleven publiek – na Bonobo haakt ruim de helft van de zaal af – tot het eind aan toe vast te houden. Dat kost hem echter weinig moeite. Zeker een half uur teaset Fitzgerald nog met logge techno, maar dan gaan toch echt alle remmen los. Ruim een uur passeren hit na hit na hit de revue. Hij wekt het onweerstaanbare 'nog eentje dan' gevoel op met steeds maar zsingender melodieuze techno. Zonder schaamte slingert hij als kers op de taart nóg een keer de hit 'Full Circle' aan.