ADE15: Mislukkingskunstenaar Larry Gus terug in de anus van Europa

Griekse cultfiguur met nieuw album naar Amsterdam Dance Event

Atze de Vrieze ,

Als een wervelwind raasde hij de afgelopen jaren over de Nederlandse podia: Larry Gus, een freaky Griek met vreemde elektronische liedjes en een explosieve performance. Nu heeft hij een nieuw album. Met een aanstekelijke lach onthult hij zijn fascinatie voor ‘falen’, de zwarte wolk van het vaderschap en de zonzijde van de Griekse crisis.

Je hebt mensen die altijd anderen de schuld geven, en je hebt Panagiotes Melides, een Griekse muzikant die zichzelf voor het internationale publiek omgedoopt heeft tot Larry Gus. De zanger zit in het huis van zijn moeder in een Grieks dorpje klaar om te praten over zijn nieuwe album I Need New Eyes, en de techniek laat het afweten. Storing bij Skype. “Het spijt me heel erg”, begint hij het gesprek, dat na enig vogelen toch tot stand kon komen via een andere videostreamer. “Ja, ik weet dat ik er niet echt iets aan kan doen, maar toch voelt het als mijn schuld.” 

Mislukkingskunstenaar
Larry Gus, de man die zijn eigen ‘falen’ tot kunst verhief. Op Best Kept Secret twee jaar terug bijvoorbeeld viel de helft van het geluidssysteem halverwege uit, en na afloop scandeerden de mensen evengoed minutenlang zijn naam. Op zijn Twitter schrijft hij zwartgallige tegelspreukjes als deze: “I wish I could find a different way of living happily, other than the constant lowering of all kinds of expectations.” En dan dat nieuwe album, waarvoor hij met vallen en opstaan instrumenten leerde beheersen, en dat voortdurend reflecteert op zijn eigen tekortkomingen. “Don’t forget: the success of everyone else always includes failed attempts”, houdt hij zichzelf voor in het openingsnummer, The Black Veil Of Fail (de zwarte sluier van het falen), om even later evengoed te concluderen: “All of my efforts lead up to defect and the success of others just makes me kneel unable to act straight or even think clear.” 
 
Je zou denken dat er met zo’n mentaliteit niets uit je vingers komt, maar dat is bij Larry Gus niet het geval. De dertiger stopte een paar jaar geleden met zijn studie en stortte zich - met goedkeuren van zijn vrouw - volledig op de muziek. Een jaar lang nam hij de tijd om muziek te maken, om zo zeker te zijn dat hij het beste leverde dat hij in zich had. “Zonder mijn vrouw had ik het nooit gedaan. Zij is een enorme steun voor me. En dat terwijl ze niet eens echt om mijn muziek geeft. Ze heeft mijn nieuwe album nog niet eens gehoord. Ik ben een beetje een masochist, ik houd van het gevoel dat mensen niet om me geven. Het maakt haar ook niet uit om een maand alleen thuis te zijn met de baby als ik op tour moet, maar ik vertel mezelf dan graag dat ze waarschijnlijk liever alleen wil zijn dan bij mij.”
 
Bebaarde Griek
Het lukte, zijn missie. Larry Gus maakte in dat jaar wel vijf albums, waarvan er een op het bureau van DFA belandde, het hippe New Yorkse label dat we kennen van o.a. Hot Chip, LCD Soundsystem en The Juan MacLean. Daar belandde Larry Gus in eerste instantie in de prullenbak, totdat een van de oprichters van het label - een fan van Aphrodite’s Child en Vangelis - bedacht dat een bebaarde Griek op hun label helemaal zo’n gek idee niet was. DFA bracht Years Not Living (2013) uit, een plaat vol caleidoscopische samplepopliedjes. Larry Gus brengt zijn liedjes in zijn eentje tot leven op het podium. Met zijn woeste energie, de aanstekelijkheid waarmee hij foutjes oploste en zijn keiharde grappen tussendoor groeide hij uit tot een cultfiguur dat zo’n beetje ieder Nederlandse festival aandeed. Een man met de lach aan zijn kont, ook al stort alles op het podium in elkaar, en ook al maakt hij misantropische opmerkingen waarvan je niet zo goed weet of je er wel om mag lachen.
 
Harde grappen maakte hij bijvoorbeeld volop over zijn pasgeboren zoon, nu ruim een jaar oud. Op Lowlands deed hij dat bijvoorbeeld, een maand na de geboorte. Een roze wolk? Welnee, een poepend en jankend monster, dat hadden ze gekregen. “Mijn vrouw en ik wilden dolgraag een kind”, zegt hij nu. “Er was niets dat we zo graag wilden, maar er is ook niets waar we zoveel spijt van hebben. We maken er wel grapjes over, maar eigenlijk vinden we het diep van binnen echt. Kijk, mijn vrouw en ik zijn al tien jaar bij elkaar, en elk jaar was geweldig, totdat we een kind kregen. Ik verwachtte een oceaan van geluk. Ik verwachtte elke ochtend wakker te worden met een voldaan gevoel. Ik zag mijn leven als een enorme boom van mogelijkheden. Ik kon muzikant worden, schrijver, computer engineer. Ik kon in Tokio leven, in Amsterdam. En dan komt je baby met een grote bijl om alle wortels door te hakken. Dat was mijn eerste jaar als ouder.”
 
De plek waar dromen komen om te sterven
Voor zijn kind verhuisde Larry Gus met zijn vrouw terug naar Athene, de plek die hij twee jaar terug bij zijn allereerste Nederlandse optreden op Eurosonic nog ‘de anus van Europa’ noemde. Vier jaar hadden ze in Milaan geleefd, waar zij werkte als architect/ontwerper en hij elke dag een rondje door het park liep. “Ik had in Milaan precies nul vrienden, het was perfect. Milanezen zijn snobistisch en arrogant, en ze gaven mij de gelegenheid om volledig transparant te leven. Maar Milaan is ook een dure stad. Voor hetzelfde appartement dat in Athene 300 euro kost, betaalden we daar 1000 euro. Mijn vrouw betaalt in Athene 25 euro voor een studio van dertig vierkante meter. Het leven in Griekenland is voor ons nu gemakkelijk. Omdat enorm veel panden leeg staan, kun je eenvoudig een galerietje openen of feestjes geven. Voor de kunstscene is de crisis dus vruchtbaar. Mensen denken: ik heb geen baan, er is toch geen toekomst, ik ga liever gelukkig dood. Mensen gaan uit tot vijf uur, het eten is goedkoop, en ze maken mooie dingen. Athene is op dit moment een geweldige stad, vooral als je niet uit Griekenland komt.”
 
Het is de zonkant van een crisis die het land natuurlijk keihard raakt. Ook de meeste vrienden van Larry Gus zijn werkloos, en de muzikant knijpt zijn handen dicht met de shows die hij overal in Europa mag doen. “Ik speel nu op alle plekken waar ik van droomde toen ik als 16-jarige de NME kocht, het is ongelofelijk”, zegt hij. “En dan zijn er nog muzikanten die klagen over de catering. Man, je kunt als je wilt elke avond voor vijfhonderd euro in het duurste restaurant van de stad eten, en als je thuiskomt alsnog een huis kopen. Dan weet je echt niet wat de echte problemen van mensen zijn. Het dorp waar mijn moeder woont, dat is de plek waar dromen heen gaan om te sterven. Het is als een verlaten dorp in een Western. De winkels zijn gesloten, de mensen zijn weg, het is onwerkelijk.”
 
“Iedereen in Griekenland is op dit moment politiek”, vervolgt hij. “Ik maak er graag grappen over, omdat we ook niet zo goed weten wat we moeten. Moeten we uit de euro stappen? Ik denk het eerlijk gezegd wel. Een langzamer harakiri moeten we plegen, en dan het land opnieuw opbouwen. Ik voel me eerder lid van de Servische mafia dan Europeaan. Ik groeide op in een klein dorp, afgesloten van de werkelijkheid. Een gekleurd persoon zag ik pas op mijn 22e. Homo’s hadden we niet, en de het enige stel op onze school werd in de hoek gedreven. En als jij de trein pakt, ben je zes uur later in Berlijn. Als ik zes uur ging rijden, was ik bij de Turkse grens, een plek waar absoluut niets te doen is. Dat is hoe ik opgegroeid ben, en dat heeft natuurlijk enorm veel impact.”
 
Wortel van alle problemen
Alsof het allemaal niet ingewikkeld genoeg is, wordt het noodlijdende Griekenland ook nog eens getroffen door de vluchtelingencrisis. Met duizenden tegelijk melden ze zich elke dag aan de grens van het failliete land. De Grieken weten zich er geen raad mee, denkt Larry Gus. “Hoe kun je je identificeren met zulke getraumatiseerde mensen”, zegt hij. “Terwijl je vrienden ook problemen hebben. Een vriend van me heeft al jaren een goed-betaalde baan in de reclame. Hij onderhoudt drie, vier vrienden van zijn salaris. Dat vind ik een mooi principe, waar je een balans in moet vinden: help de mensen om je heen, maar probeer tegelijk empathie te hebben voor de mensen die verder van je af staan. Want wat die mensen doorgemaakt hebben is krankzinnig. Kinderen met traangas in hun ogen, vernietigde steden, dat is niet te bevatten.”
 
Zo is er altijd wel iemand met een groter probleem dan jij, realiseert Larry Gus zich. En dat is dan weer gevaarlijk voor zijn creatieve beginselen. “Het risico is dat je denkt: mijn leven is fantastisch. Ik kan in mijn huis in Athene blijven, elke dag eten, de World Series kijken, en vredig slapen. Maar dat kan ik niet. Ik moet geobsedeerd raken door de prestaties van anderen. Ik moet bitterheid en jaloezie voelen. Ik had een tijdje een briefje in mijn portemonnee waarop stond: ‘Julia Holter puts out a great album every year’. Haar muziek is zo intimiderend. Het is abstract en vol met soul, precies waar ik van houd.” 
 
“Woody Allen zei ooit: ‘Jullie vinden mijn films geweldig, maar zelf weet ik zeker dat ik nooit het niveau van een Fellini, een Bergman of een Tarkovski zal halen. Het is niet dat ik de kans niet krijg: mensen hebben me geld gegeven, ik kon met de beste acteurs ter wereld werken. The only thing standing between greatness and me, is me’. Zo werkt het voor mij ook: ik ga voor het hoogste, the sky is the limit, maar zodra ik het af heb verwacht ik over de ontvangst het allerergste. Het is heel makkelijk om je label of de pr-persoon de schuld te geven. Ik beschouw mezelf als de wortel van alle problemen. Als iemand nu iets negatiefs over mijn album schrijft denk ik: zie je wel, het is niet goed genoeg. Maar dat is goed, want dan kan ik met goede moed de studio weer in en proberen iets beters te maken.”
 
Larry Gus speelt zaterdag 17 oktober in de Melkweg tijdens Amsterdam Dance Event. Tijdens het festival draait in de Melkweg Cinema ook de documentaire My Friend Larry Gus.