Dat was een valse start voor Jacco Gardner, die wereldwijd gelijktijdige release van single Find Yourself. Per abuis was een instrumentale versie van het nummer op SoundCloud terechtgekomen. Toch kon het nummer zelfs zonder zang op een uitstekende ontvangst rekenen. “Despite the lack of Gardner’s whimsical vocals, the song’s cinematic qualities carry a narrative of their own”, staat nog steeds te lezen op een van de obscuurdere blogs die het nummer oppikten. Dat zegt natuurlijk wat over de muziek van de kleine man uit Hoorn: het gaat grotendeels om arrangementen, gedetailleerde productie, bijna vergeten instrumenten en de psychedelische sfeer. Maar toch maakten zijn kenmerkende mistige vocalen de goede versie van het nummer – die foute upload werd natuurlijk al snel hersteld – nog een stuk beter.
3voor12 Award genomineerde: Jacco Gardner - Hypnophobia
Hypnophobia is een dreigende lucide droom
In aanloop naar de 3voor12 Awards bespreken we alle genomineerde albums. Vandaag: Hypnophobia van Jacco Gardner. Twee jaar geleden won Gardner de 3voor12 Award voor zijn debuutplaat Cabinet of Curiosities. Het stond van tevoren vast dat die plaat moeilijk te overtreffen zou zijn, maar toch slaagt Gardner er met opvolger Hypnophobia het niveau van zijn debuut minstens te evenaren. Dat doet hij door een duistere sprookjessfeer te creëren en de klavecimbels te vervangen door verwrongen kinderinstrumenten. Een plaat als een jaren zeventig horrorsoundtrack is het gevolg.
Voor zijn nieuwe plaat Hypnophobia liet de Hoornse multi-instrumentalist zich inspireren door de zogenoemde ‘library music’ uit de jaren zeventig: obscure filmmuziek die gebruikt kon worden zonder toestemming van de componist. De twee nummers op de plaat waarvan wél alleen een instrumentale versie is zijn erdoor beïnvloed: het sprookjesachtige Grey Lanes en afsluiter All Over. Inderdaad is het voorstelbaar hoe de heerlijk lullige retro-synthesizertonen van All Over als productiemuziek voor een campy jaren zeventig tv-serie door kunnen gaan. Een van de synths komt naar eigen zeggen ook echt uit de jaren zeventig (een Korg MS-20), maar kan nu worden aangestuurd met midi. Een ander instrument met een centrale rol op het album is de Optigan (“een soort speelgoedversie van de Mellotron”) gemaakt door de firma Mattel. Die van Barbie, ja. Toch weet Gardner al die kinderinstrumenten twisted genoeg te laten klinken om deze opvolger een stuk duisterder te maken dan zijn debuutplaat Cabinet of Curiosities. Minder blijmoedige klavecimbel, meer vervormde elektrische piano. Nog steeds een sprookje, maar met een horrortint.
Brightly heeft ondanks de titel bijvoorbeeld zo’n vervreemdende sfeer, die zelfs wat aan Portishead’s The Rip doet denken. Alsof je met een 3D-bril op naar de realiteit kijkt. Ook is er het meer dan acht minuten durende Before The Dawn een echte krautexpeditie, met alleen twee korte stukjes zang aan het begin, middenstuk en aan het eind. Het middenstuk is zes minuten lang repetitieve psychedelica: een paar keer moduleert Gardner de song om daarna weer uit te komen bij de oorspronkelijke toonhoogte. Ook de titeltrack is een grotendeels instrumentale, psychedelische trip. Bij elkaar zorgen deze songs ervoor dat het tweede deel van het album het dreigendst en het sterkst is, beter dan de introspectievere liedje-liedjes als Outside Forever.
De titel van de plaat slaat dan ook op een soort slechte trip, legde Gardner uit aan Full Time Hobby – ‘Hypnophobia’, letterlijk angst om in slaap te vallen. “Ik kwam op die titel toen ik in slaap viel en een deel van mijn brein gewoon niet uit ging. Ik heb vaak moeite om de realiteit los te laten (…) Hypnophobia komt van een plaats waar angsten, duisternis en creativiteit samenvloeien, als een enge lucide droom. Angst om de controle te verliezen speelt zeker een grote rol.”
De trippy video voor Find Yourself past helemaal bij dat thema van een enge lucide droom: de stonede hoofdpersoon komt zichzelf tijdens een roadtrip keihard – en letterlijk – tegen. De gedachte aan Gardner als control freak is niet zo gek, met zijn tot in de puntjes uitgedachte barokpop. Toch durft hij tegenwoordig de teugels iets meer los te laten. Dat blijkt niet alleen uit deze plaat waarop vrijer wordt geëxperimenteerd dan op Cabinet of Curiosities, maar ook op het podium. Gardner hoeft niet meer alle toetsen zelf te doen omdat Frank Maston (van de band Maston) speciaal voor het album vanuit de VS overkwam naar de studio in Zwaag. Hypnophobia voelt wat vrijer en losser dan Gardners uitstekende maar wat stijve debuut, zonder de aandacht voor detail te verliezen. Als zelfs een instrumentale versie van je eerste single hypnotiserend genoeg is om de buzz in stand te houden, dan doe je als componist, muzikant en producent in dit genre iets heel goed.
Hypnophobia is verschenen via Excelsior/V2.