Awanto 3: "Ik wil het onderste randje van de serieusheid optillen"

DJ trok zich drie jaar terug in Bergen Aan Zee en komt met album

Atze de Vrieze ,

Drie jaar geleden trapte dj en producer Steven de Peven keihard op de rem. Doktersadvies. Zijn lichaam zat vol met rode vlekken, en na lang en hardnekkig negeren moest de stekker er toch echt uit. Hij accepteerde geen boekingen als dj meer, zegde creatief collectief Pipslab vaarwel, stopte met de eeuwige afterparties en nam zijn intrek in een voormalig krakersbolwerk in Bergen Aan Zee. Het diende als een persoonlijk kuuroord. Nu heeft hij onder de naam Awanto 3 het sterke album Opel Mantra af en begint hij langzaam de nacht weer te omarmen.

"Hier woonde Ken", vertelt Steven in de voortuin van zijn appartement, dat onderdeel is van een groot en majestueus pand. Gekraakt in de jaren zeventig, inmiddels een stichting, en nog altijd een creatief bolwerk. Steven van Hulle alias Steven de Peven staat in zijn korte broek naast een vogelhuisje zonder dak en eet een peer. Even verderop een tamelijk onhandige kuil met een groot, verroest object erin. "Ken was een inkttekenaar. Hij had al zijn ramen geblindeerd, want Ken had waanbeelden. Hij dacht dat hij achtervolgd werd door de CIA. Die kuil hier was het begin van een tunnel die hij onder het huis wilde graven. Ik heb hem nooit gezien. Wel we hoorden altijd keihard de Amerikaanse radio aanstaan. Daar boven was de slaapkamer van mijn eerste grote liefde. Ik was zestien, en daar zaten we altijd. Toen Ken overleed kreeg ik een telefoontje mijn ex. Of ik er niet in wilde."
 
De symboliek kon bijna niet sterker. Niet alleen keerde Steven de Peven na ruim vijftien jaar in het heetst van de strijd in Amsterdam terug naar de plek waar hij een flink deel van zijn jeugd doorbracht, die plek heeft ook nog eens een frappante historie. Het Koloniehuis Voor Jong Nederland was vanaf de jaren dertig een plek waar jongeren uit de stad met een zwak gestel - de bleekneusjes - een tijdje gestationeerd werden om aan te sterken. Een cirkelvormig bouwsel achterin de tuin herinnert aan die tijd. "Daar moesten die kinderen uren in de zon liggen om kleur te krijgen", vertelt Steven. "Het moet een hel geweest zijn." Binnen is het klein maar comfortabel, met op de kast het originele decor van Jiskefet's Dierenwinkel. Gekregen van goede vriend Michiel Romeijn, met wie Steven niet alleen een hond, maar ook een liefde voor absurde, subtiel ontregelende humor deelt. 
 
Gerespecteerd cultfiguur
"Op mijn achttiende besloot ik als autodidact door het leven te gaan", verklaart de producer. Het verklaart niet alleen dat hij niet ging studeren, het is een soort beginselverklaring voor zo'n beetje alles. "Ik wilde kijken hoe ver ik zou komen met mijn muziek, mijn kunst. Als ik terugkijk op de afgelopen twintig jaar, zie ik dat ik wel wat discipline mis, dat wel." Toch groeide Steven de Peven uit tot een gerespecteerd cultfiguur in de Amsterdamse scene. Hij begon vanuit graffiti en hiphop, vond steeds meer het elektronische pad en werd vooral bekend als Rednose Distrikt, met eerst Kid Sublime en later Aardvarck en Benny Sings. Je zou het haast een supergroep noemen, maar dat is een te groot woord voor een stel muzikanten die het niet altijd even serieus namen. 
Neem die ene keer dat Rednose Distrikt last minute aantrad in Club 3voor12, elf jaar geleden. "Een grote blamage", aldus een ziedende presentator Jaap Boots, die absoluut geen goed woord overhad voor de performance. Hij schreef: "Een groot deel van het publiek was toen al afgehaakt, en om de argeloze radioluisteraars te ontzien, heb ik na acht minuten ongein maar eens een leuk plaatje opgezet. Dat was een absoluut record, want nog niet eerder werd een Club Lek/3voor12-act zo snel 'weggedraaid'. Als optreden een afgang, als performance mislukt en als grap niet geslaagd. Daarmee hopen we de carrière van Rednose Distrikt in de kiem te hebben gesmoord, want, als ik even voor mijn beurt mag spreken, die cd Iller Dan Je Ouders was al niet veel soeps."
 
"Daar ging onze toekomst", lacht Steven de Peven nu. "Jacob (Kid Sublime, red.) had net die week aangekondigd de groep te verlaten, en na enig overleg hadden wij besloten door te gaan. We hadden net een album uit, persdag gedaan, alles. Maar die avond hadden we niks. Ik heb besloten van het toeval af te laten hangen wat er zou gebeuren. Er waren geen samples, dus we besloten live materiaal te verzamelen door de mensen te vragen het geluid van koeien en kippen na te doen. Daar maakte ik dan een beat van, en dat klonk nergens naar. De mensen kregen wat het was, en het was niks. Wat ook niet hielp was dat Jaap Boots zich voor het optreden al beledigd voelde, onder andere toen hij steeds naar de verkeerde persoon doorverwezen werd als hij in de kleedkamer naar mij vroeg."
Het onderste randje van de serieusheid optillen
Flauw misschien, maar niet kwaadaardig, bezweert Steven. Als hij in elk geval iets niet is, dan is het wel een bewuste saboteur. Zo moeten we ook zijn hobby in de omgeving Bergen Aan Zee zien. Omdat hij zich toch wel erg verveelde in dat grote huis zonder auto, begon hij verkeersbordjes te ontwerpen. Die zette hij naast bestaande borden (bij een eenrichtingsweg: "Maar voor jou knijp ik een oogje toe"), of op onverwachte plekken (in de branding bij de Noordzee: "Hier kunt u ook liggen"). Het leverde een bont duinlandschap vol prikkelende uitingen op, die zelfs in een expositie vastgelegd werden. "Spelen", noemt Steven het zelf. "Ik ben een puber, nog steeds, en dat zal altijd wel zo blijven. Maar ik bedoel het niet slecht. Ik wil van dingen de humor inzien, iets toevoegen aan wat er al is, het onderste randje van de serieusheid optillen en er onder kijken."
 
Vooral met Mike Kivits alias Aarvarck bouwde Steven de Peven in zijn Rednose Distrikt-tijd een speciale band op. Ze woonden in hetzelfde huis, hadden dezelfde muziekobsessie en drive. En het zijn allebei vreemde vogels, die het net even anders doen dan de rest. Op ongeveer hetzelfde moment dat Steven de Peven naar Bergen Aan Zee verhuisde, verdween ook Aardvarck van de aardbodem. Ingewijden weten waar ze hem moeten vinden. "Op Bali. Hij had een enorme behoefte aan warmte, werd depressief van de Nederlandse winters. Al jaren flirtte hij met het idee een barretje te beginnen op het strand. 'Wat als ik nou een hangmatje had, bier verkocht en af en toe draaide?' Hij is nu mede-eigenaar van een tentje daar. Ik heb hem daar opgezocht met Tom Trago. We hebben af en toe contact, maar niet meer zoals vroeger. Ik mis hem heel erg. Het compagnonschap, de muziek, we waren zo dik samen. Maar hij is op zijn plek daar."
 
Als het mooi weer is zet Steven hier alle deuren open. Dan loopt hij een stuk door bos of duin, of hij rommelt wat in huis. Aan de voorkant staat de verzameling vinyl, waar nog altijd een paar exemplaren van meegaan naar gigs. En zijn studiootje. Op een van de speakers staat een enorme pot met een varkenspoot op sterk water. Het blijkt een amoureus cadeau, op de poot staat een tatoeage: 'Gefeliciteerd, Steven de Peven 38 jaar.' "Het hielp, want toen ik dat kreeg, dacht ik: jij bent te gek." Het centrum van de studio is Steven's MPC (Music Production Center), een sampler van AKAI waarop hij min of meer alles doet. "Het is een apparaat waarmee je zelf geluiden kunt opnemen. Ik heb me het me toegeëigend, nadat Kid Sublime me leerde hoe het werkt. Ik ben te lui of te conservatief om me te verdiepen in computerprogramma's, ik wil fysiek werken, live de ritmes inspelen in plaats van schuifjes verplaatsen."
Open Manta, Opel Manta, Opel Mantra
Die Awanto 3-plaat Opel Mantra klinkt bepaald niet als een verzameling geleende ingrediënten. Dat komt niet alleen doordat Steven zijn samples zelf maakt, maar ook omdat hij het in eerste instantie verkeerd deed, en dus alles extra professioneel over moest. "Op een gegeven moment was ik heerlijk aan het tikken op mijn MPC. In een paar maanden had ik een honderdtal tracks gemaakt. Ik miste de club, ik miste de nacht, en ik zat mede daardoor in een enorme bouwtrip. En toen kwam ik er achter dat ik heel slecht opgenomen had. Mono en in te lage bitrate. Je kunt het wel oppompen, maar je blijft het horen, zeker op een goed soundsystem. Uiteindelijk heb ik een week in de Red Bull-studio gezeten en al mijn muzikale vrienden langs laten komen om alle samples over te dubben. Ik wilde het 3D laten klinken." Onder meer Jameszoo en leden van Jungle By Night en New Cool Collective droegen bij aan de gelaagde plaat die er uiteindelijk ligt. De basis is house, maar er is ook funk, een flard Cubaanse rumba, veel percussie en volvette handclaps, verrassende blazers. Kortom: van alles, en geen moment standaard.
 
Terwijl Steven met een aardappelschilmesje kaarsvet tussen de kieren van zijn tafel uit zit te pulken, valt de blik op een boek dat even verderop ligt. I Tjing, Het Boek Der Veranderingen, een handboek vol eeuwenoude Chinese wijsheden. Misschien ligt daar dan de sleutel tot die titel, Opel Mantra. Een rijbewijs heeft Steven de Peven niet, laat staan zo'n hippe oude wagen. "Ik vind hem wel waanzinnig mooi", stelt hij. "Ik zal een paar dagen met die naam in mijn hoofd, Opel Manta, Opel Manta, en op een gegeven moment werd het Opel Mantra." 
 
Het waren de Oosterse wijsheden van de I Tjing die Steven de Peven meer structuur gaven dan hij ooit had toegestaan in zijn leven. De boekenkast in de hoek blijkt niet een, maar zeker tien dikke boeken over Chinese ordeningsmethode te bevatten. "Ik spaar die boeken. Het is altijd handig om naar verschillende vertalingen te kunnen grijpen. Het idee is dat je zes keer met muntjes gooit, en dat levert dan een hexagram op, waarbij een spreuk hoort. Grote leiders uit de Chinese geschiedenis gebruikten de I Tjing om het land te regeren. Ik laat het nu bewust even liggen, maar toen ik onzekerder was, deed ik het elke dag. De eerste keer dat iemand me aan de I Tjing introduceerde, was toen ik net in Amsterdam was. Ik probeerde een ruimte te vinden om een platenzaakje te starten, leek iets gevonden te hebben bij een T-shirt-handelaar op de Nieuwendijk, maar had er geen goed gevoel bij. Het hexagram vertelde me dat ik me op de staart van de tijger bevond. Het bleek te kloppen: de eigenaar was een alcoholist met een kwade dronk, die me later nog aan de telefoon verrot schold. Het is niet zo dat I Tjing je antwoorden geeft, maar het stuurt je wel een bepaalde richting op."
Dat klinkt misschien zweverig, maar je kunt het ook zien als een prikkelende manier om de chaos kunstmatig te ordenen. De grote componist John Cage bijvoorbeeld creëerde composities met hulp van de hexagrammen van I Tjing. Ook Steven de Peven liet zijn creatieve keuzes soms beïnvloeden door de muntjes. Welke tracks moeten er nu wel en niet op? "Ik gebruikte het vooral bij belangrijke vraagstukken waar ik zelf niet uit kwam." En dus belandde Steven de Peven, de zelfverklaarde autodidact, in zijn honger naar kennis en ordening alsnog in een ouderwetse leerling-meester-situatie. "Eens in de zoveel tijd ga ik in Alkmaar op bezoek bij Han Boering, een van de grootste oude I Tjing-meesters van Europa. Hij heeft diverse dikke boeken geschreven. Ik neem wat boodschappen mee, en in ruil daarvoor praten we een tijdje over het leven. Ik had behoefte aan een vaderfiguur, en een rustpunt."
 
Voor een man op zoek naar rust heeft Steven de Peven nog altijd belachelijk veel prikkels om zich heen. Boeken vol wijsheden, platen, en natuurlijk zijn eigen spreuken. "Pas op dat je niet met je kop in de pot valt", luidt de waarschuwing op het toilet. "Kijk", zegt hij, terwijl hij het tegelwandje naast het toilet openschuift aan een deurknop die je op het eerste oog absoluut niet zag. "Die heeft Ken gemaakt, dit was een geheime ruimte waar hij zich kon verschuilen." Hij loopt naar de andere kant van zijn kamer en sluit de deur, waarop hij een paar boekenplanken bevestigd heeft. Een klassieke Achterhuis-constructie openbaart zich. "Deze heb ik zelf gemaakt", vertelt hij. Hij pakt een groot boek uit de kast, waarmee de deur uit het slot schiet. "Dat moet je maar niet in je verhaal zetten, anders weet iedereen het."