Dekmantel festival dag 1: Sluimerclimax, disco zoals het hoort en een psychedelische after

Met o.a. Nicolas Jaar, DJ Harvey en Move D

Atze de Vrieze en Ralph-Hermen Huiskamp ,

Voor de deur van het Volkskrantgebouw aan de Wibautstraat vraagt een Ier om een vuurtje voor zijn joint. Na ieder trekje heeft hij de aansteker opnieuw nodig. Er waait een heel licht briesje door Amsterdam. Het is even na vier uur, en het is nog heerlijk buiten. Hier, in het hotel onder club Canvas, begon de Ier vanmorgen zijn Dekmantel festival met spacecake, hier sloot hij zijn lange dag af met een waanzinnige space set van Move D, en hier zal ergens maandagochtend vroeg zijn weekend eindigen.

Hij is niet de enige. Een paar duizend buitenlanders maakten de trip naar Amsterdam voor de tweede editie van Dekmantel festival. Opvallend, want er komen in totaal amper 10.000 bezoekers. Een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar, die vrijwel volledig in het buitenland gevonden wordt. Maar liefst de helft van de bezoekers komt niet uit Nederland, vertelt de organisatie. Sterker nog: 70% komt uit de hoofdsteden Amsterdam, Londen (vooral Londen), Berlijn en Parijs. Een bizar hoog percentage, dat erop duidt dat Dekmantel er in geslaagd is de hippe voorhoede uit Europa aan te spreken.

Wat heeft Dekmantel dan toch dat het zo succesvol buiten de grens rijkt. Om te beginnen een uitstekend netwerk. Interessante platforms als Resident Advisor, XLR8R en Boiler Room, die Dekmantel omarmen en aanprijzen. Dan is er ook nog de gunstige ligging. Het Amsterdamse Bos, locatie van het festival, ligt dichter bij Schiphol dan welk andere terrein. Maar de kern van de Dekmantel formule is simpelweg de line-up. De artiesten met wie het festival werkt, zijn trouw, zoals je dat vaak ziet in de dance. De Ostgut Ton crew, Blawan, John Talabot, bijna iedereen keert terug, vaak met een ander project of een back to back set.

Tot slot: de Nederlandse festivalcultuur is inmiddels vermaard in omringende landen. Midden op de dag zien we het mooi samengebald bij de set van Cinnaman en Tom Trago, lokale helden tussen de internationale hot-shots. Ze hebben echt een mooie spot en trekken hun veld voller en voller. Op het podium verzamelen zich steeds meer bekende koppen uit de Amsterdamse scene, met o.a Mr Wix, Boris Werner, William Kouam Djoko en Tom Ruijg. “I’m the information”, klinkt het in de bizarre meezinger Sicko Cell van Joy Orbison. “Cocaine powder!” Trago en Cinnaman draaien house met hier en daar een snufje bass en UK funky, maar vooral ook veel disco, en dat doen ze met enorm veel overtuiging.

 

Zoals zovelen vandaag. Prins Thomas staat de hele middag heerlijk te gaan met zijn karakteristieke mix van house en space disco. Hij krijgt alle harten open met een oudje van Evelyn ‘Champagne’ King. De Canadezen van Mood Hut bakken er mixtechnisch weinig van, maar als curatoren van de betere ondergewaardeerde discoproducers van nu zijn ze geweldig. De Dekmantel-ganger heeft duidelijk geen behoefte aan een afwijking van de rechte lijn disco-house-techno. De eigenwijze producer Jameszoo probeert het wel. Hij belooft vooral alles behalve house te draaien en komt met tunes van o.a. Young Thug, M.I.A en Hudson Mohawke. De mensen lopen zoals verwacht massaal weg.

De fanatieke Engelsen zijn veel te vinden in de stevige technotent. Ze zien er Jimmy Edgar een diepe, rauwe set draaien, om vervolgens teleurgesteld af te druipen als blijkt dat de jongens van Karenn (Blawan en Pariah) op Schiphol al hun instrumenten kwijt geraakt zijn. Een flinke domper, want Karenn was vorig jaar een van de hoogtepunten. Maar er is ook goed nieuws: Blawan maakt het uiteindelijk toch een beetje goed. Tegen de tijd dat zijn andere project Trade (met Surgeon) aan de beurt is, zijn de spullen gevonden en treden ze aan voor een extra lange live-set. En wat voor een. Geen geheupwieg of euforische gebaren bij Trade, maar blauw en rood licht, strakke lijnen en lagen broeiende percussie. Ze zijn zeker niet dom aan het knallen: ze maken een meedogenloos meeslepende fabrieksmuziek. Radertje voor radertje voeren ze hun machine op, tot de euforie door de tent heen kruipt. Hoe anders klinkt dit dan de trage disco van Nicolas Jaar op het hoofdpodium. De Amerikaan maakte furore met zijn extreem uitgeklede elektronica, speelde ook wel live met band, maar doet het hier vandaag in zijn eentje. Wat een dappere zet om deze man als afsluiter neer te zetten. Na aan lange, warme dag, ligt beukwerk voor de hand, maar Nicolas Jaar is de meester van de zuinige beats. Het is niet helemaal goed te zien wat hij nu doet, maar het lijkt een soort combinatie van live- en dj-set, met ook een paar spannende nieuwe track. Hij brengt de eerste Dekmantel-dag tot een sluimerclimax van formaat.

 

Wie een echt meeslepend slot aan zijn dag wil, is te vinden op het kleine veldje onder de boom. Fladderend Hawaïshirt (hij woont er, dus het mag), wifebeater in de broek, schakelkettinkje, snor. Er is waarschijnlijk maar een man die dat kan dragen en alsnog een enorme coolheidsfactor heeft. Nee, niet Magnum P.I., maar DJ Harvey is de naam, de artiest met de grootste cultstatus van het festival. Volgens discopuristen één van weinigen die het discogevoel van New York uit de jaren zeventig weer omhoog kan halen. Hij krijgt dan ook drie uur de tijd om die sfeer neer te zetten. Op het intiemste podium weliswaar, want hoe legendarisch ook, het zijn vooral de fijnproevers die hem kennen. Bovendien komt hij daar beter uit de verf dan op een groot veld waar de aandacht snel vervliegt.

Die tijd die hij krijgt heeft Harvey ook nodig. Of beter, hij maakt er ten volste gebruik van. Na anderhalf uur plagen met broeierige house gooit hij er pas de eerste discoknaller in. De vonken spatten er van af en het blijkt een aanmoediging voor de stoerste festivalgangers om in de boom te klimmen die voor het podium staat, om zich vervolgens weer van twee meter hoog in de handen van hun vrienden te storten. Harvey kan er alleen maar om lachen, vooral ook omdat hij die discohit gewoon uit fade, om vervolgens weer verder te plagen. Na twee uur blijkt dat teasen zich allemaal met een reden. Waar veel dj’s in het laatste kwartier naar een climax werken, krijgt Harvey het voor elkaar om het volle laatste uur iedereen door het plafond te laten gaan. Alle edits, disco-gems, funky soultracks worden uit de kast getrokken. Spread Love, When We Touch, Hooked on Your Love, You Know How to Love Me, ga zo maar door. Zelden waren er zo veel mensen tegelijk verliefd op elkaar als hier. Het is dat er af en toe wat bladeren neerdaalde als er weer iemand in de boom klom en de discobal ontbrak, anders kon je jezelf even voorhouden dat het 1978 was en je in Loft of Club 54 stond.

Terug naar de Wibautstraat. Move D staat met zijn ogen dichtgeknepen heen en weer te wiegen op zijn eigen platen. De Duitser laat zijn hoofd zakken tot zijn ogen ter hoogte van zijn naald hangen. Hij mag dan compleet in een trip lijken te zitten, hij weet nog precies wat hij doet. Hij geeft een tikje tegen zijn naald en laat de beat precies goed vallen. Dit zijn geen drops waar je denkbeeldige CO2-kanonnen bij hoort, dit is house in zijn meest psychedelische vorm. Onder zijn draaitafels staat een grote ventilator, waar euforisch dansende mensen als hitsige groupies omheen staan. Een spectaculair einde aan een uitstekende eerste dag. Morgen een stormachtige tweede. Als dat maar goed gaat.