#SXSW14 highlights 4: o.a. Thumpers, TWRK en Fat White Family

Moeizame showcase, twerken tot je neervalt en de lul uit de broek

Atze de Vrieze, Christiaan Walraven en Roosmarijn Reijmer ,

Na een dag de adem ingehouden te hebben, is SXSW weer in volle gang. Welke acts vallen het meest op tussen al die honderden die hun best doen om in de spotlights te komen?

Thumpers
The North Door

Op de labelshowcase van Sub Pop is het extreem rustig. Het legendarische label, waarop o.a. Nirvana en Soundgarden hun platen uitbrachten, deed de afgelopen jaren prima zaken met artiesten als The Shins, Fleet Foxes en Foals, maar de line-up van vandaag heeft weinig publiek op de been gebracht. Thumpers is een van de opkomende namen die ze komen presenteren en de band geeft ondanks de lage opkomst een gedreven performance. Hun indiepopliedjes doen wat denken aan een iets concretere versie van Everything Everything. Of ze het pad van die band zullen volgen is nu nog lastig te zeggen, hun nummer Unkinder heeft het in ieder geval in zich een bescheiden hitte te worden dat live door de weinige aanwezigen met groot enthousiasme wordt ontvangen. (christiaan walraven)
 

Fat White Family
Hotel Vegas Patio

Op de showcase van het Austin Psych Fest, een van de toonaangevende muziekfestivals van de wereld op het gebied van psychedelische muziek, staat Fat White Family precies op de juiste plek. In de brandende middagzon komt de smerige psychpunk uitstekend tot zijn recht. Met songtitels als Champagne Holocaust en Bomb Disneyland is natuurlijk van tevoren al duidelijk dat er geen vrolijke performance gegeven zal worden, maar de zes ranzige muzikanten gaan tot het gaatje. Ze rollen over de grond zonder de liedjes uit het oog te verliezen. De bandleden zijn telkens precies op tijd weer terug bij de microfoons om hun schreeuwerige stukken samenzang te halen. De opbouw in de set is ook nog eens geperfectioneerd. Als je in een showcase van minder dan een half uur van een rustige sfeer weet op te bouwen naar een gekte waarin niet op of om gekeken wordt wanneer de frontman tijdens het laatste nummer zijn lul uit zijn broek trekt, dan kan het niet anders dan dat er heel wat publiek de komende tijd door deze band overtuigd gaat worden. (christiaan walraven)

Gent & Jawns
Empire Garage
De meeste producers kun je beter in de studio laten qua showmanschap als ze DJ'en, maar Gent en Jawns weten wel hoe ze de handjes in de lucht moeten krijgen van het Austin uitgaanspubliek. Geen snobs op het Mad Decent feest, het mede door Diplo gerunde label heeft een reputatie hoog te houden op het gebied van 100 procent feestgarantie en feesten dat wil de springbreakende lokale jeugd wel. Gent en Jawns zijn ieder bekend als producer in de trapscene en scoorden zelf in 2012 ook niet misselijk met "Turnup" in de Amerikaanse charts. Vanavond draaien ze enthousiast en overtuigend een good ol' samenvatting van de trapcatalogus voor het verpest werd door Diplo's twerkhype. De Baauer remix van Flosstradamus "rollup", Bro Safari en uiteraard hun eigen hit: alles komt in hoog tempo voorbij vergezeld van een enthousiaste performance van beide DJ's. (Roosmarijn Reijmer)

TWRK
Empire Garage

Het duo TWRK maakt ook trapmusic maar dan door schaamteloos 90s en zeroes hits door de commerciële trapmachine te gooien. Hun beste track is met afstand "Badinga!", die is gebaseerd op "Come Baby Come" van K7. In de Empire Control Room gaan de handjes gretig in de lucht voor de trap versies van Missy Elliott (Work It), Snoop Dogg (Drop It Like It's Hot), Dr. Dre ("Still Dre") en Ginuwine's "Pony". TWRK heeft muzikaal gezien niets te melden, maar met de eerder genoemde feestgarantie zit het wel snor. (roosmarijn reijmer)

Eagulls
Stubb's

De Britten van Eagulls putten uit de rijke postpunktraditie van hun eigen land. De galmende artpop-zang doet wel denken aan Robert Smith van The Cure, maar de muzikale omlijsting is veel feller, bijtend zelfs. Ze openen hun set meteen met het sterkste nummer, Nerve Endings. Jammer, want het geluid is op dat moment nog niet in orde. Dat komt later gelukkig goed. Frontman George Mitchell past uiterlijk gezien ook helemaal in de artpophoek van de jaren tachtig, met een stijlvol jasje en het gezicht van een hyperintelligente student waarbij een steekje los zit. Iets meer variatie in het songmateriaal zou wel mogen, en iets meer performance ook wel.