Pinkpop: Jett Rebel gaat de strijd aan met de smaakpolitie

"Toen ik voor het eerst mijn nagels deed, ging er een wereld voor me open"

Atze de Vrieze ,

"Het is leuk om 's morgens tegen jezelf te zeggen: vandaag ben ik een gitarist. En om je dan halverwege de dag om te kleden tot drummer. Met sportschoenen die lekker drummen, een hemdje, een kort broekje en hoog opgetrokken ADIDAS-sokken. Ik draag soms wel vier, vijf outfits op een dag. Al die verschillende toetsinstrumenten hebben allemaal verschillende personages nodig. Mensen zeggen wel eens: waarom heb je zoveel keyboards? Maar wat is veel? Je hebt Hammonds en mellotrons uit de jaren zestig, en de Fender Rhodes-piano. Dan de vroege analoge synthesizers waar je maar een noot per keer op kon spelen. Dan de polyfone synths in de vroege jaren tachtig, die langzaam vervangen werden door ijzige digitale synthesizers. Allemaal karakters, die de sfeer bepalen."

Jelte Tuinstra is een onrustige jongen. Eigenlijk is dat de belangrijkste reden dat hij het liefst alles zelf opneemt, zonder bemoeienis van wie dan ook. Om maar vooral die gedachte uit de weg te gaan die hij zo vaak heeft: "Dat iedereen helemaal gek van me wordt. Mijn ouders zijn vroeger altijd tegen me: 'Jelte, chill the fuck down.'" Hij staat op en begint met veel gestamp heen en weer te lopen met de gele sportschoenen die hij van zijn beste vriend geleend heeft. Het oogt alsof hij van die clownsschoenen van een halve meter draagt. Zijn lange, pluizig en blauwe jas wappert om zijn armen. Gekregen van een sponsor, die hem eerst tevergeefs door een rek vol mannenoverhemden liet struinen. Daaronder draagt hij een bloemetjesblouse van zijn moeder, omdat hij nu eenmaal graag kledingstukken draagt die betekenis hebben. Hij draait een rondje om zijn as, soepel als Michael Jackson, en werpt zichzelf met smak tegen de muur. 
 
"Zo liep ik laatst in Londen. Ik ging daar heen met een camera-crew en mijn manager, op weg naar de engineer die mijn album gaat mixen. Hij is een heel bekende technicus, die onder andere Back In Black van AC/DC gedaan heeft, en Foreigner, waar Johan (Vosmeijer, manager, ex-Sony en ex-Sellaband, levensmotto: 'Je hoeft niet aan een boom te hangen om een eikel te zijn', red.) fan van is. Echt een grote meneer. Hij is geïnteresseerd, en hij komt speciaal naar Soesterberg om met me te werken. Maar goed, ik zat daar dus in de metro vanaf het vliegveld, een uur lang. En ik kon natuurlijk niet blowen. Ik werd helemaal gek van mezelf."
 
Superheld met een brilletje, Bowie met de oorbellen van je moeder
Tuinstra gaat weer zitten op het gammele tuinstoeltje naast zijn 'huis', eigenlijk meer een soort geüpgradede schuur. Het staat achter een gigantische villa, zo'n kapitaal pand waar Soesterberg en omgeving vol mee staan. Tuinstra woont hier sinds begin dit jaar, eigenlijk min of meer sinds het moment dat iedereen hem kent als Jett Rebel. Hij bracht in korte tijd twee EP's uit - Venus en Mars - die ten onrechte vaak aangezien worden voor een debuutalbum. Jett Rebel, een superheld met een brilletje, David Bowie met de oorbellen van je moeder, maar toch ook en vooral bejubeld als een virtuoze muzikant en een entertainer zonder gêne. Hij deed het goed op Noorderslag, vlamde als opener van de 3FM Awards en is momenteel bezig met een succesvolle tour langs de kleine clubs, een route die hem volgende week maandag naar Pinkpop brengt. 
"Ik groeide op in Baarn, waar wel een soort van scene was, maar waar je als muzikant natuurlijk niet echt ver kwam. En dus ben ik zoals bijna iedereen hier vertrokken, naar het rumoerige Amsterdam, waar iedereen de verkeersregels aan zijn laars lapt. Ik was all over the place. Was dat goed voor me? Ik heb er wel alle mensen ontmoet met wie ik nu werk. Ik werkte keihard, maar ik ging ook elke avond helemaal naar de tering. Eerst op studentenfeestjes, toen in clubs als Pacific, waar ze goeie 60s rock 'n roll draaien en waar niet iedereen hip hoeft te zijn. Dat ben ik zelf ook helemaal niet namelijk. Maar op een gegeven moment was ik zoveel huizen uitgekickt wegens geluidsoverlast dat ik dacht: Amsterdam wil mij gewoon fucking niet hebben. Geef mij maar een huis aan de rand van een weiland."
 
Afgelopen met die bullshit
Jett Rebel neemt een trekje van zijn joint. Zonder is ie niks, stelt ie. Het is geen rock 'n roll-gebaar om een beetje indruk te maken. Net als die pizza waarmee hij zijn dag net begon en de Playboy die demonstratief op een van zijn synthesizers slingert. Aan de muur twee grote posters van dezelfde popster die ook op zijn rechterarm staat: Elvis Presley. Het had ook Stevie Wonder kunnen zijn. Of Prince. Of op de ene arm Daryl Hall en de andere John Oates. "Ik speelde Purple Rain bij DWDD", zegt Tuinstra. "Dan zeggen mensen meteen dat je de nieuwe Prince bent, maar hij is maar een van de honderd muzikanten waardoor ik beïnvloed ben. Ik ben de laatste tijd veel meer bezig met Todd Rundgren, Journey, Van Halen, all the way into the dark."
 
Het is dat hij het zelf zegt, into the dark. Want Jelte Tuinstra weet best dat hij met vuur speelt, omdat hij voortdurend stoeit met muziek die geldt als 'fout'. In de reportage met Nieuwe Revu krijgt hij het aan de stok met de verslaggever van dienst, die meent te moeten opmerken dat Toto 'emotieloze studiomuzikantenmuziek' is. "Het is echt een proces van acceptatie geweest", stelt hij met een serieuze blik. "Mijn manager Johan heeft me daar flink mee geholpen. Zelf is hij de grootste Toto-kenner van Nederland. Toen ik op de middelbare school zat, speelde ik in een sixtiesband, een beetje glam, een beetje psychedelisch. Het raakte ook wel een beetje aan wat Jacco Gardner doet. Daar kon ik echt niet aankomen met Earth Wind & Fire of Toto, of zelfs überhaupt maar met een synthesizer, but I love it! Op een gegeven moment dacht ik: het moet afgelopen zijn met die bullshit. Als jij dit een geile synthesizersound vindt, moet je die gewoon gebruiken. Het is toch allemaal tijdelijk. Kijk hoe jarenlang Michael Jackson overal te kakken gezet en erin geluisd is, tot het moment dat hij dood ging. Toen zag ik ineens een jongetje van acht Beat It dansen op straat. En neem Tango In The Night van Fleetwood Mac: dat is ineens een hipsteralbum."
Het is allemaal een kwestie van framing en interpretatie. Het lijkt misschien hypercommercieel wat Jett Rebel doet, maar stiekem maakt hij het zichzelf veel te moeilijk, met allerlei vreemde overgangen. In een van zijn liedjes stapt hij zomaar over van The Beach Boys naar een mid-seventies glamrock-geluid, dan weer klinkt hij als een funkrocker in een glitterpak of als Bob Marley in zijn onderbroek. Het is misschien nog wat ongefocust en hak-op-de-tak, maar juist daardoor helemaal niet zo opportunistisch gericht op het grote publiek als hem wel eens verweten wordt. Commercieel, dat was Valerius, een slicke softpopband waarin hij als tourlid speelde. Zo'n band met exact de juiste V-halsjes en gepolijste radiosingles.

"Ik houd van cremepjes en maskertjes"
"Ik heb daar veel van geleerd", zegt Tuinstra. "Valerius bestaat uit twee broers, Kay en Jesse, twee veel te knappe mannen. Aanvankelijk dacht ik: die gaan mij helemaal niet trekken, maar het bleken de allerliefste mensen op aarde te zijn. Ze hebben me zelfs letterlijk van straat geplukt, in hun huis laten wonen en me mooie kleren aangetrokken. Het heeft me geholpen te accepteren dat ik het leuk vind om met mijn uiterlijk bezig te zijn. Ik houd van cremepjes en maskertjes. Ik ben dol op tutten. Toen ik voor het eerst mijn nagels deed, ging er echt een wereld voor me open. Ik heb er ook definitief geleerd dat ik niet meer in een team moet willen werken. Bij Valerius vond ik zelf de demo's vaak spannender dan het uiteindelijk resultaat, waar eindeloos aan geschaafd was."
 
Dat tutten deed hij eigenlijk al sinds de middelbare school, toen hij met een paar vrienden de band Metro Mortale begon. Metro uiteraard als verwijzing naar 'metroman', de heteroseksuele man die graag zijn vrouwelijke kant accentueert. Jett staat weer op en begint een beetje met zijn kont te draaien. "Kijk", zegt hij, terwijl hij met zijn lange jas wappert, "als ik dit soort kleren draag voel ik me meteen vrijer om te bewegen." Hij gaat weer zitten en vertelt verder, terwijl hij met zijn voet tikt alsof hij een basdrum bespeelt. "We waren vijftien, zestien, waren enorme Bowie-fans en hadden besloten dat een band moet opvallen. Ik voelde me cool op het podium. Mensen vonden me zelfs een zelfingenomen, arrogante gast als ik optrad. Maar als ik van het podium afstapte was ik weer gewoon Jelte, die kleine jongen die met zijn hoofd gebogen door de gang liep."
Muziek als dwangneurose om allerlei andere nerveuze trekjes te bezweren, volgens Jett Rebel zelf is het de enige juiste methode voor hem. Je kunt uiteindelijk beter een hele berg liedjes schrijven en jezelf net zo lang opsluiten in de studio tot het op de band staat, dan je in allerlei andere zaken te verliezen. "Ik zou ook Ritalin kunnen gebruiken. Heb ik wel eens gedaan, het voelde als een steen op mijn hoofd. Snuiven is wel leuk, maar toen ik regelmatig speed gebruikte, werd ik para. Gelukkig heb ik daar mee kunnen stoppen. Ik ben wel blij dat ik weet wat dat met me doet, en dat ik verschrikkelijk op moet passen. Ik snap heel goed dat zoveel artiesten daar uit pure onzekerheid aan kapot gaan. Het zou echt heel fijn zijn als me dat niet gebeurt."
 
Een ding is zeker, Jett Rebel is niet van plan de stoerdoenerij voor altijd vol te houden. Op zijn debuutalbum, dat in het najaar moet uitkomen, moeten we de laag achter de 'chickies regelaar' uit zijn EP's ontdekken. Hij belooft wel nog een pop-epos van vier nummers over BNN-presentatrice Gwen van Poorten. In april bracht hij haar nog een ode in de ochtendshow van Giel, inmiddels ligt de liefde alweer achter ze. "Het is nogal vers", zegt hij, "Zet het er maar niet in, she's gonna hate me for it. Mijn hemel, nu zit ik ineens over mijn relaties te praten."

Enfin, het is af, dat album, daar komt het op neer. In een paar maanden obsessief werken op de band geslingerd. En wat hem betreft is het nog maar een begin van het begin. "Alles voelt als een studie. Dit gaat gewoon de hele fucking dag door. Mijn hele leven al, maar de laatste tijd alleen maar meer. Ik sta op, draai een joint, zet een plaat aan, ga zo snel mogelijk douchen, eet wat terwijl ik mijn microfoons klaar zet, en ga dan net zo lang aan het werk tot ik opgehaald word om op te treden. Elke dag."