Lowlands 2014: Portishead maakt de nineties tijdloos

Perfectie duurt twee liedjes langer dan op BKS

door Sjoerd Huismans, foto's Jelmer de Haas ,

‘Totale perfectie bij Portishead,' was twee jaar geleden de kop van de 3voor12-recensie van Portishead op Best Kept Secret. De band had op dat moment al vier jaar geen nieuw werk meer afgeleverd, maar dat feit zat ze geen seconde in de weg om een van de beste festivalshows ooit op Nederlandse bodem te spelen. Inmiddels is het zes jaar geleden sinds Third uitkwam, maar wat maakt het ook uit. De tijdloosheid van Portishead reikt verder dan dat. Zelfs een vinyl-scratchende dj heeft bij de band uit Bristol niets meer met de jaren negentig te maken.

HET CONCERT:

Portishead, Lowlands Grolsch, zondag 17 augustus 2014

DE ACT:

Portishead behoeft geen introductie, dus we handelen dit snel af: legendarische Britse triphoppioniers die sinds het debuut Dummy in 1994 slechts drie albums afleverden - waarbij aangetekend moet worden dat Portishead tussen 1999 en 2005 op sabbatical was. In 2008 volgde de laatste plaat Third. Het spannendste, onvoorspelbaarste en duisterste werk dat het drietal uit Bristol tot op heden afleverde. Ver verwijderd van de jaren negentig triphop-wortels, toen de grieven van Beth Gibbons nog enigszins verborgen werden onder het mellow geluid. Daarna volgt tot op heden alweer een lange periode zonder nieuw werk.

HET NUMMER:

Tja, ‘het' nummer. Wat kan Portishead met hun beperkte oeuvre van drie albums toch buigen op een onwaarschijnlijke hoeveelheid goede nummers. Een albumvuller hebben ze nog nooit gemaakt. De band speelt al zes jaar min of meer dezelfde show live, sinds het verschijnen van Third. Sindsdien is alleen het snellere electronummer ‘Chase The Tear’ aan de setlist toegevoegd, en wat klinkt die spannende track vanavond uitstekend. Maar het aller-, állermeeste indruk maakt ‘Machine Gun’, het hardste nummer dat Portishead ooit produceerde. De beats als mitrailleurschoten knallen je om de oren, en tegen het eind van het nummer blijkt dan dat er nóg een diepere laag sub-bassen bij kan. De Grolsch schudt op zijn grondvesten. In tegenstelling tot genregenoten Massive Attack, die op Pitch gedateerde beelden lieten zien, linkt Portishead de boodschap van ‘Machine Gun’ visueel aan een recenter conflict: de burgeroorlog in Syrië. Heel typerend voor het enorme verschil in urgentie tussen de twee triphoplegendes.

HET MOMENT:

We kennen ‘Glory Box’ met zijn allen toch een beetje als dat makkelijk in het gehoor liggende triphopnummer, uitstekend geschikt voor Levi’s 501 reclames. Bepaald niet de boodschap die Portishead wil overbrengen tijdens de liveshow, en dus moet ook ‘Glory Box’ eraan geloven. Oef, wat komt daar midden in het nummer ineens een hard stuk spacerock doorheen, wat ook weer even snel afgebroken wordt om het laatste refrein weer uiterst mellow te spelen. Een groot applaus stijgt op vanuit het publiek.

OOK OPMERKELIJK:

Normaal is een dj die een beetje met vinyl loopt te scratchen typisch zo’n onderdeel van de popmuziek dat linea recta met een tijdmachine terug gekatapulteerd mag worden naar de jaren negentig. Zo niet bij Portishead. In nummers als ‘Mysterons’, ‘Over’ en ‘Cowboys’ krijgt dj Geoff Barrow alle ruimte voor scratchcapriolen. Portishead krijgt het zelfs voor elkaar het ultieme trademark van de jaren negentig tijdloos te maken.

HET PUBLIEK:

Het grootste deel van de bezoekers is in staat van vervoering. Dat heeft vooral te maken met de totaalervaring die Portishead creëert, bijvoorbeeld door de visuals die elk moment van de show veel aandacht opeisen - kijk bijvoorbeeld eens hoe de droevige all for nothing-boodschap van 'Mysterons' wordt gevisualiseerd met handen die wanhopig in het niets grijpen. Beth Gibbons verbreekt de betovering gelukkig niet door tussendoor iets te zeggen. De mensen in de Grolsch trouwens ook niet, zelfs tússen de nummers in blijft het stil. Pas aan het eind, als ze meer dan een uur lang alle demonen uit haar lichaam heeft geschreeuwd, bedankt ze het publiek. Totale opluchting straalt van haar af.

HET OORDEEL:

Van de meesterlijke gitaarpartijen van Adrian Utley tot de getroebleerde spookzang van Beth Gibbons, en van de visuele pracht tot het kraakheldere geluid in de Grolsch: alles aan dit optreden klopt. Alweer. Het beste aan Portishead is nog altijd de rauwe emotie in de stem van Beth Gibbons, niet verwoord in ingewikkelde poëzie maar in simpele refreinen: teksten als 'nobody loves me, it's true' of 'how can it feel this wrong' krijgen op de een of andere manier een enorme zeggingskracht als zij ze zingt. Er is maar één reden dat dit optreden van Portishead met nagenoeg dezelfde setlist toch nog ietsje beter is dan de show van de Britten op Best Kept Secret: we krijgen twee liedjes meer. ‘Nylon Smile’ en ‘Magic Doors’, beiden van Third, de plaat uit 2008 waar de liveshow van Portishead zo sterk op steunt. Misschien wordt het na zes jaar tijd eens tijd voor nieuw werk, misschien komt het wel nooit meer. Een ding is zeker: Portishead mag, ook dan, tot in de eeuwigheid met deze liveshow blijven touren. Tijdloze perfectie.

SETLIST
Silence
Nylon Smile
Mysterons
The Rip
Sour Times
Magic Doors
Machine Gun
Over
Glory Box
Chase The Tear
Cowboys
Threads
Roads
We Carry On

DE FOTO: