Michael Gira (Swans) blikt vooruit naar ‘zijn’ programma op Le Guess Who?

“Het kan fantastisch worden, of afschuwelijk, we gaan het zien”

Atze de Vrieze ,

Festival Le Guess Who? heeft dit jaar meerdere subprogramma’s. Zo is er een 24 Hour Dronefest, een Fuzzland, en een festival in het festival genaamd Mouth To Mouth, samengesteld door Michael Gira van de befaamde noiseband Swans. Gira was onlangs met zijn band in Amsterdam voor een geweldige show in Paradiso. 3voor12 vroeg hem vooruit te blikken naar ‘zijn’ Mouth To Mouth in Utrecht.

Groot gejuich steeg op onder liefhebbers van compromisloze muziek, toen Michael Gira alweer zo’n vijf jaar geleden zijn Swans weer bij elkaar bracht. Gedurende zo’n beetje de hele jaren tachtig en negentig stond de groep uit New York bekend als een van de luidste en meest compromisloze ooit. Ontstaan in de no wave scene rond Teenage Jesus & The Jerks, Glenn Branca en MARS, maar uiteindelijk een stuk levensvatbaarder dan de meeste bands uit dat circuit, werkte Gira gestaag aan een imponerend oeuvre. Natuurlijk was Le Guess Who? er destijds als de kippen bij om de band te boeken. Swans is een ‘core’ Le Guess Who? band: bij het grote publiek volstrekt onbekend, bij de liefhebbers op een voetstuk. Gira is dan ook een zeer logische keuze om Ty Segall op te volgen als curator van het festival.
 
Michael Gira is ook een man met humor, bleek al toen hij een paar jaar terug transgender zangeres Baby Dee vroeg een paar shows hun voorprogramma te verzorgen. Baby Dee, een goede vriendin van Antony Hegarty, maakt tragikomische, barokke popmuziek, geïnspireerd door ouderwetse religieuze hymnen en cabaretmuziek, muziek die haaks staat op de Teutoonse blues en repetitieve noise van Swans zelf. Baby Dee zegt over die gezamenlijke shows: “Zij staan bekend als de luidste band ter wereld, en ik deed het voorprogramma grotendeels in mijn eentje, met accordeon en harp, zonder microfoon. Het was kamermuziek. Het contrast was enorm, en juist daarom pakte het in de meeste gevallen goed uit.”
 
Herhaling met nuances
Baby Dee is er ook in Utrecht bij. Michael Gira nodigde verder onder meer de postpunkveteranen van Wire, sixties elektronicapionier Silver Apples en de duistere producer Ben Frost uit. Die laatste trok als een soort oorlogsfotograaf naar conflictgebieden in Afrika, alleen schoot hij geen beeld maar geluid. Swans-drummer Thor Harris speelt mee op het resultaat: A U R O R A. “Ben Frost is een totaal andere muzikant dan ikzelf”, zegt Michael Gira. “Hij gebruikt geluiden om een soort sculptuur te maken, ik heb een rockband tot mijn beschikking om een idee uit te werken tot een bewegend werk. Met name de langere nummers op onze albums ontstaan zo. Ik heb een idee, een simpel ritme of een paar woorden, en door het veelvuldig live te spelen verandert het langzaamaan in een uitgesponnen werk. Herhaling speelt inderdaad een grote rol, maar het is meer dan dat. We brengen allerlei nuances aan. Elementen die er vanaf het begin al zijn, veranderen gaandeweg zonder dat je het doorhebt in iets anders.”
 
Mouth To Mouth grijpt ver terug in de geschiedenis van de elektronische muziek met Silver Apples, een groep die eind jaren zestig in New York experimenteerde met een hele batterij oscillatoren op het podium. Als je het titelloze debuut uit 1968 hoort, kun je je nauwelijks voorstellen dat het middenin de hippietijd gemaakt werd. De relevantie werd nog maar eens onderstreept door Portishead, wiens prachtige, dreigende track We Carry On (van het Third album) een overduidelijke ode aan Silver Apples is. 
 
“Ik kende het in die tijd niet”, vertelt Gira, die eind jaren zeventig van Los Angeles naar New York verhuisde, aangetrokken door de muziek van o.a. Suicide, een groep die het pionierswerk van Silver Apples voortzette. “Suicide, maar ook Brian Eno en Kraftwerk vond ik heel inspirerende elektronische muziek. Tussen Silver Apples en Suicide is nogal wat gebeurd op het vlak van de technologie. Ik kan me niet herinneren dat Martin Rev ook een enorme hoeveelheid synthesizers mee het podium op sleepte. Ik vraag me af of eind jaren zestig Moog’s modular al echt beschikbaar was. Voor mij was het vooral de New Yorkse scene uit die tijd die me aantrok, Suicide, maar ook acts als Teenage Jesus & The Jerks en Glenn Branca. Het leek me logisch om ook die kant op te gaan.”
 
Lang en luid
Bijzonder op Le Guess Who? is ook het optreden van de Engelse band Savages met de Japanners van Bo Ningen, een performance geïnspireerd door het dadaïsme uit de Cabaret Voltaire, begin vorige eeuw. “Ik houd erg van Savages. Het zijn prachtige jongedames die zeer krachtige muziek maken. Zelf voel ik weinig behoefte mezelf te verbinden aan bewegingen of personen uit het verleden. Ik besta enkel in mijn eigen ruimte en schep de wereld naar mijn wil. Maar ik vroeg Savages te spelen, en ze stelden dit voor. Het kan fantastisch worden, of afschuwelijk, we gaan het zien.”
 
Toch is de muziek van Swans ook bepaald niet contextloos. Zo is op het monumentale album To Be Kind een nummer opgedragen aan Chester Burnett, bij de meeste mensen bekend als Howlin’ Wolf, al vanaf het begin van zijn carriere een bekende inspiratiebron. “Nadat het nummer opgenomen was, realiseerde ik me dat er iets van Howling Wolf doorklonk in mijn zang. Mijn stem klonk infantiel, maar ook grappig, zoals ‘the Wolf’ dat ook kon zijn. De tekst gaat niet over Burnett, en het besef kwam pas toen het af was, maar ik besloot hem toch iets van credits te geven. Ik realiseer me dat het onmogelijk moet zijn om nog iets te maken zonder verband met dingen die eerder gemaakt zijn, maar ik houd me er niet mee bezig. Ik maak gewoon mijn werk.”
 
De wereld om hem heen denkt daar anders over. Het verleden wordt graag gekoesterd en uitgevent. Het is de laatste tien jaar bepaald niet ongebruikelijk dat muzikanten met een groot verleden gevraagd wordt zelf een festival samen te stellen. In Engeland draaide festival All Tomorrow’s Parties zelfs jarenlang op dat idee. Le Guess Who? vroeg vorig jaar garagerocker Ty Segall een dag gastheer te zijn. En nu dus Swans zelf, dat op zijn beurt weer gevraagd werd door Wire op hun festival Drill in Brighton. De twee bands zullen daar zelfs samen op het podium staan. 
 
“Wij spelen daar onze gewone set, en aan het einde voegt Wire zich bij ons en spelen we hun nummer The Drill, waarnaar het festival vernoemd is. Nee, met Wire heb ik geen lang verleden. Een paar jaar geleden ontmoette ik hun bassist Graham Lewis. Aardige man, prima avond mee gehad. Voor de rest is de enige connectie tussen ons dat we fucking oud zijn.” Het gerucht gaat trouwens dat beide bands ook op Le Guess Who? het podium zullen delen, maar daar zegt Michael Gira nog even niets over.
 
Zeker is in elk geval dat Swans op Le Guess Who alle ruimte krijgt om te doen waar de band goed in is: lang en luid spelen. De band staat voor twee uur geboekt, en kan dus een volledige set spelen. Dat moet haast wel, zou je denken als je hun lange nummers hoort (soms wel een half uur), waarin de herhaling pas na een minuut of twintig echt zijn werk begint te doen. “We zijn inmiddels wel gewend aan festivalsets. In een uur kunnen we alles doen dat we in een volledige set kunnen doen. De nummers worden er in elk geval niet korter op. Als het moet, spelen we gewoon maar twee nummers.”