Beats Unraveled-fenomeen Binkbeats debuteert op Le Guess Who?

Instrumentenorgie op het podium bij Utrechtse producer

Atze de Vrieze ,

Je kunt hem kennen als de man van de gong en de grote trom in The Kyteman Orchestra en ook als de man van de kleinste percussie bij Eefje de Visser, maar Frank Wienk alias Bink/Binkbeats viel de laatste maanden het meest op door zijn Beats Unraveled filmpjes, die een hit werden op YouTube. Het idee: met akoestische instrumenten en ‘loopen’ probeert Bink in zijn eentje een bekende, voornamelijk elektronische productie te benaderen. Het leidde tot heel veel aanvragen voor optredens, maar pas tijdens Le Guess Who? staat hij voor het eerst op de planken. Met vooral eigen werk.

Het is een vreemde gewaarwording, om Tivoli Oudegracht nog min of meer aan te treffen zoals je het kent. De grote zaal van de voormalige popzaal heeft nog steeds een podium. De balkons zijn er nog, inclusief de oranje lampjes die moeten waarschuwen voor de wat onhandige trap. Zelfs de bars staan er gewoon nog. Ze ogen alsof de tent vanavond nog open kan. De rookruimte achterin, die is veranderd in een studio waar 36 kanalen vastgelegd kunnen worden. Ondanks liters schoonmaakazijn herinnert de geur nog aan de vorige functie. En dan de garderobe, daar zit nu Frank Wienk. Zijn hok is een uitdragerij vol instrumenten. Of een museum. Of het heilige der heiligen voor een multi-instrumentalist.
 
“Je wordt al snel een multi-instrumentalist genoemd, maar ik ben van huis uit slagwerker”, zegt Bink. “Ik ben vroeger wel een beetje gitaar gespeeld, dat pak ik nu zo’n beetje weer op.” Bink zit in de voorlopige set-up van zijn live-set, die tijdens Le Guess Who? in de Grote Zaal zijn première krijgt, ingebouwd tussen diverse synthesizers, klokken, een vibrafoon. Een soort woodblock dat oogt als een boksbal (“maar hier wil je niet op slaan hoor”), een metalen plaat, een basgitaar. Het is lang niet alles, want er is nog een ‘metaalkast’, een ruimte vol klokken in alle soorten en maten, een gigantische lege Jameson-fles die hij met Kyteman het podium op sleepte, een lade vol shakers en andere percussie-instrumenten. “Ik kan niet alles meenemen”, vertelt hij. “Nu heb ik soms al het probleem dat ik er niet bij kan.”
Met deze manier van werken stortte Bink zich op een aantal bekende producties, van o.a. Aphex Twin, Atoms For Peace, Caribou en Flying Lotus. “Het begon met een beat van Madlib, een filmpje dat bij toeval ontstond. Eerst had ik mijn studie, toen die afgerond was, kwam ik vrijwel meteen terecht bij Slagwerk Den Haag, en het Kyteman Orkest begon. Later speelde ik bij o.a. Eefje de Visser, La Boutique Fantastique, De Avonduren, het ging altijd door en dat voelde goed. Toen had ik ineens veel vrije tijd en begon ik te experimenteren met het 'loopen' op basis van van die Madlib beat. De originele sample erbij gepakt om die baslijn te ontrafelen, bleek het een klassieke gitaar te zijn die naar beneden gepitcht was. Ik heb avonden moeten oefenen om het een beetje soepel te laten klinken. Ik dacht: laat ik het eens online zetten, kijken wat er gebeurt. Het werd al snel opgepikt door allerlei blogs, met name uit de hiphophoek. In mijn hoofd zat ik inmiddels al te denken aan nog veel meer tracks. Ik begin eraan als ik een groot gedeelte al in mijn hoofd ontrafeld heb. Voor de rest vind je dan wel een oplossing. Juist daar dwing je jezelf creatief te zijn en met nieuwe dingen te komen.” 
 
Zo vielen ineens een hoop puzzelstukjes op hun plek. Bink had altijd eigen producties gemaakt, maar dan op basis van samples. “Ineens dacht ik: ik kan die samples natuurlijk ook zelf maken, waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Inmiddels werk ik aan een album en een live-show. De laatste moet eerder af zijn. Het wordt gedeeltelijk instrumentaal, gedeeltelijk ook met vocalen, maar in elk geval alles door mijzelf. De afgelopen jaren heb ik mezelf altijd in dienst gesteld van verschillende bands. Dat was supertof, maar ik merkte ook dat ik vaak iets te veel een mening had. Nu ga ik eens kijken hoe ver ik helemaal zelf kom. Dit is een statement voor mezelf. Heb ik liedjes in me? Dat denk ik wel, maar het is aan het publiek om dat te bepalen.”
Een voordeel heeft Bink alvast: ook als je zijn muziek niet mooi vindt, is het in elk geval fenomenaal om naar te kijken. Live op het podium gaat hij straks doen wat hij ook in de filmpjes deed, maar dan nog net een stapje ingewikkelder. Boeiend is ook de techniek erachter. Bink werkt met Ableton live, een softwareprogramma dat veel gebruikt wordt door live optredende producers. “Het komt ook een beetje voort uit irritatie over laptopproducers op het podium. Ik merk dat ik er weinig aan vind om naar zo’n gast te kijken, hoe vet ik de muziek ook vind. Het is goedkoop, en ik snap ook wel dat goede producers niet automatisch alle instrumenten bespelen, maar heel veel mensen doen niet de moeite om er een echte live-act van te maken. Ik zag Flying Lotus met zijn next level visuals. Die sloten zo goed aan bij de muziek, dat kan maar twee dingen betekenen: of die visuals zijn ook heel slim geprogrammeerd, of hij doet helemaal geen zak. Maar eigenlijk maakt dat niet eens uit, want je ziet niet wat hij doet. Het maakt niet uit of hij er zelf wel of niet is. Ik vraag me af: waarom gebeurt dit zo weinig, met al die technologie van deze tijd?”
 
Die technologie van deze tijd wordt door Bink tot het uiterste uitgerekt. Manager Simon Akkermans vertelt over hoe hij ‘destijds’ met C-Mon & Kypski ook experimenteerde met live sampling op het podium. “We hadden één gitaarpedaal, één spoor, alles moest daar doorheen. Het was mega basaal, als je ziet wat je nu technisch allemaal kunt. Bink heeft verschillende microfoons staan. Sommige daarvan hoeven maar af en toe heel even aan, en moeten dan ook meteen weer uit. Dat kun je programmeren met speciale plugins die Ableton toelaat.” Bink: “Ik ben altijd bezig geweest met muziekprogramma’s”, vertelt Bink. “Ik vind het ook leuk om te doen. Je componeert je track voor een belangrijk deel in de computer, zoals een band repeteert. Je bouwt daarbij flexibiliteit in - ik bepaal zelf wanneer ik doorga naar het volgende segment, of dat ik eerst bijvoorbeeld iets interactiefs met het publiek wil doen.”
Zijn live sampling is een stuk geavanceerder dan bijvoorbeeld artiesten die met loops werken, mensen als Andrew Bird en Final Fantasy. Bink speelt in principe gewoon door, waar loopmuzikanten laagje voor laagje opbouwen. “Ik vind dat traditionele loopen eigenlijk vreselijk achterhaald. Je maakt een loopje, drukt een pedaal in, zet je gitaar weg, pakt een klokkenspelletje erbij. Voor het publiek is heel duidelijk wat je aan het doen bent, maar het duurt twee minuten voor een nummer een beetje staat. Dat vind ik zonde, want dan verlies je de songstructuur.” 
 
“Vanuit mijn achtergrond ben ik ook wel gewend om dingen tegelijk te doen. Wat ik doe heeft nog het meest raakvlakken met een moderne set-up van bijvoorbeeld Stockhausen. Daar sta je als slagwerker ook in zo’n opstelling. Je moet hier iets spelen, een stok wegleggen, daar iets spelen, verderop iets dempen, voortdurend ben je logistiek bezig. Je kunt ook nog veel verder gaan. De stap er tussenin vind ik interessant, dat je live een geproduceerde sound kunt neerzetten op het podium. Dingen toffer laten klinken door er een verb of een delay overheen te gooien. Zo komt je echt in de buurt bij de manier waarop zo’n producer in de studio werkt.”