Het is een vreemde gewaarwording, om Tivoli Oudegracht nog min of meer aan te treffen zoals je het kent. De grote zaal van de voormalige popzaal heeft nog steeds een podium. De balkons zijn er nog, inclusief de oranje lampjes die moeten waarschuwen voor de wat onhandige trap. Zelfs de bars staan er gewoon nog. Ze ogen alsof de tent vanavond nog open kan. De rookruimte achterin, die is veranderd in een studio waar 36 kanalen vastgelegd kunnen worden. Ondanks liters schoonmaakazijn herinnert de geur nog aan de vorige functie. En dan de garderobe, daar zit nu Frank Wienk. Zijn hok is een uitdragerij vol instrumenten. Of een museum. Of het heilige der heiligen voor een multi-instrumentalist.
“Je wordt al snel een multi-instrumentalist genoemd, maar ik ben van huis uit slagwerker”, zegt Bink. “Ik ben vroeger wel een beetje gitaar gespeeld, dat pak ik nu zo’n beetje weer op.” Bink zit in de voorlopige set-up van zijn live-set, die tijdens Le Guess Who? in de Grote Zaal zijn première krijgt, ingebouwd tussen diverse synthesizers, klokken, een vibrafoon. Een soort woodblock dat oogt als een boksbal (“maar hier wil je niet op slaan hoor”), een metalen plaat, een basgitaar. Het is lang niet alles, want er is nog een ‘metaalkast’, een ruimte vol klokken in alle soorten en maten, een gigantische lege Jameson-fles die hij met Kyteman het podium op sleepte, een lade vol shakers en andere percussie-instrumenten. “Ik kan niet alles meenemen”, vertelt hij. “Nu heb ik soms al het probleem dat ik er niet bij kan.”