#ESNS14: "De Oostenrijkse tijger is een blijvertje"

10 dingen die we van Oostenrijk kunnen leren inclusief tips uit het Alpenland

Ingmar Griffioen ,

Oostenrijk is focusland op Eurosonic en dus ging 3voor12 in Wenen op onderzoek uit. Want lijkt dat Alpenland in Centraal-Europa niet stiekem best wel op Nederland? Ons land is twee keer zo groot (16,8 miljoen tegen 8,2 miljoen), maar qua hoofdsteden is dat weer andersom: Wenen telt 1,7 miljoen inwoners tegen 800.000 in Amsterdam. Verder zien we veel overeenkomsten, maar kunnen we toch ook wel wat leren van het land dat ons naast Falco en Mozart ook Soap & Skin, Fennesz, Klangkarussell en Elektro Guzzi bracht. We spraken met de belangrijkste media, het exportbureau en drie artiesten en achterhaalden meteen welke Oostenrijkse acts je echt moet gaan zien. Ja, Panik en Sex Jams staan hoog op menig lijstje, maar wie zijn Wandl en Salute eigenlijk?

10 Oostenrijkse lessen

1. POPFEST WIEN
In 2010 lanceerde journalist Robert Rotifer een nieuw festival met louter Oostenrijkse bands; vier dagen lang gratis te zien op en rond de Karlsplatz in hartje Wenen. Met een stedelijke subsidie van 180.000 euro speelden in 2010 38 Oostenrijkse acts voor 40.000 bezoekers op Popfest Wien en dit jaar - geprogrammeerd door techno-legende Patrick Pulsinger - zagen 60.000 man 45 nationale bands aan het werk. "Het mooie aan het Popfest is dat het helemaal gratis is", vertelt Veronika Eberhart, die er met Tirana speelde. "Het geeft in vier dagen een goed beeld van de Weense scene." In Nederland heeft de Popronde (selectie van 100 bands langs 30 speelsteden) een vergelijkbare, maar meer versnipperde functie. Voor de alternatieve popscene is showcasefestival Waves Vienna (sinds 2011) een aanwinst. In en om podia als Fluc, Flex en Odeon spelen vele internationale indie bands. Het festival breidde dit jaar uit met een zustereditie in het 60 km. van Wenen gelegen Bratislava, Slowakije.

2. STARTSUBSIDIES EN FONDSEN VOOR BANDS
Keek Oostenrijk 10 jaar geleden nog jaloers naar Nederland, waar kunstenaars zich onder meer via de WIK konden ontwikkelen, anno 2013 ligt dat anders. Qua exportsubsidie niet trouwens: Oostenrijkse acts kunnen alleen steun krijgen voor optredens op showcasefestivals als Reeperbahn en Eurosonic (o.a. Elektro Guzzi profiteerde, Tirana stond ermee op SXSW) en het exportbureau bestaat uit twee fulltime krachten. Voor Eurosonic Noorderslag is dan ook wat PR-hulp ingeschakeld. Het deels door het ministerie van Onderwijs, Kunst en Cultuur gefinancierde Austrian Music Fund heeft op projectbasis euro's liggen voor buitenlandse showcases en projecten, maar ook voor albumproductie en binnenlandse tours kan de verstrekking oplopen tot een paar duizend euro's (maximaal 50% van de productiekosten).

Een van de andere mogelijkheden is een stipendium van 12.000 euro voor een jaar van het sociaalculturele fonds SKE (gevoed door copyright-inkomsten en mechanische royalty's). In 2013 was Veronika Eberhart van Eurosonic-act Tirana een van de twee gelukkigen. Eberhart heeft daardoor al haar tijd kunnen steken in een debuutalbum (opname in 2014) en de liveshow (in wisselende samenstelling) die in Groningen "punky" moet pieken. Laagdrempeliger is de aanvraag voor steun voor opnames, die ook via SKE gaat en vierhonderd (voor een EP/12") tot 1500/2000 euro (albums) kan bedragen. Daarnaast zijn er nog verscheidene fondsen voor de kunsten van het Ministerie voor Cultuur of de stad Wenen (zoals Popfest). Tenslotte steunen enkele organisaties de creatieve industrie via toelages voor innovatieve projecten van labels, boekingskantoren, publishers etc.

3. MEDIA: FM4, FALTER, KRONEN ZEITUNG
Op het gebied van media is het verschil met Nederland het grootst. Oostenrijk is qua kwaliteitsmedia wat armoedig bedeeld, grote kranten en staatsomroep ORF hebben bovendien amper aandacht voor muziek die niet aan de massa besteed is. ORF huisvest op radiogebied echter ook FM4 en die radiozender is brengt iets wat in Nederland ver te zoeken is. FM4 zendt vanuit een stalinistisch aandoende moloch in de Weense ambassadewijk 24 uur per dag uit en mengt daarin alternatieve muziek met politiek nieuws en achtergronden. Je zou het een combinatie van StuBru en Radio 1 kunnen noemen. Daarbinnen is ook ruimte voor puur op talent gerichte radio, legt Stefan Trischler uit. Hij is verantwoordelijk voor het Soundpark talentplatform en specialiseert in elektronica en hiphop. Doodzonde dat Oostenrijkse hiphop zo weinig aandacht krijgt, betoogt Trischler.

Qua alternatieve muziek doet ook cultuurmagazine The Gap haar best en is het wekelijkse cultuurmagazine Falter (vooral op papier) al jaren een onovertroffen bron voor muziekachtergrond, nieuws en de weekkalender. Toch is er sprake van een 'glazen plafond' vinden Georg Stöger (Falter) en Trischler: bands maken vanuit die media zelden de stap naar een groter publiek omdat de Oostenrijkse massamedia als omroep ORF en kranten Kronen Zeitung en Kurier ze negeren. "Zelfs een talent als Clara Luzia, die toch echt toegankelijke muziek maakt, lukt het niet om hier die brug te slaan." Oostenrijk ontbeert ook echt een plek voor alternatievere muziek op televisie: geen minuut in DWDD. En qua blogs houdt het ook niet over.

4. GEOGRAFISCHE LIGGING
Oostenrijk is net als Nederland een klein land. Buiten Wenen gebeurt er echter aanzienlijk minder dan buiten de Randstad in Nederland. Vooruit; er zijn wat scenes te vinden in vooral Linz (hiphop), Graz (gitaarscene met o.a. Sex Jams en producers) en Innsbruck, maar een clubtour in eigen land schiet niet echt op. Opvallende muziek van buiten Wenen komt van Koenig Leopold: hiphop in het Steierische dialect (uit de zuidelijke Steiermark), die een rel veroorzaakten nadat een lokale slager ze aanklaagde wegens de lyrics in Kohlhauser (zie hieronder).

Het land is voor het gros van de muzikanten echter te klein om van te leven. De geografische positie, middenin Europa en grenzend aan het voormalige Oost-Europa, Italië, Zwitserland en Duitsland, is gek genoeg niet echt een voordeel. Oostenrijkse acts weten maar moeizaam de stap naar het buitenland te maken, terwijl een tour in Duitsland en Zwitserland wel lucratief zou zijn. In de andere omringende landen liggen de gages een stuk lager en is het dus vooral investeren. Andersom is het voor bands uit die landen dus wel gunstig om in Oostenrijk te spelen, maar brengen Tsjechië, Slowakije, Hongarije en het voormalige Joegoslavië nu ook niet zoveel bands voort die daar klaar voor zijn. Wat dat betreft lijkt Polen nog het meest vruchtbaar, zo leren we. De zalen profiteren wel van de ligging: Tsjechen en Hongaren komen voor bands die in eigen land niet te zien zijn. De ondervraagden zijn het erover eens waarom Elektro Guzzi en Soap & Skin wel buiten de grenzen potten braken: Omdat ze wat unieks doen en daarin uitblinken.

5. TAALBARRIÈRES
Kijk, daar kunnen we in Nederland over meepraten. Het Engels van veel landgenoten is evenmin voldoende accentloos voor een buitenlandse doorbraak en als artiest die in de eigen taal zingt hoef je immers niet veel verder te kijken dan België. Maar wacht eens even; dat laatste zou in Oostenrijk toch heel anders moeten zijn met de nabijheid van de enorme Duitse markt in Zwitserland en vooral Duitsland? Dat valt tegen. In Zwitserland spreekt dan wel 63% van de bevolking Duits (naast Frans, Italiaans en Reto-Romaans), Zwitserduits is toch echt anders dan Oostenrijks-Duits. De Oostenrijkse variant is verwant aan het Beierse dialect, maar wordt door het gros van de Duitsers niettemin meewarig lachend aangehoord. Dat is dé reden dat de rijke Oostenrijkse hiphopscene geen voet aan de grond krijgt in het noordelijke buurland, weet Georg Stöger van uitgaansblad Falter.

6. DANCE
Dance-acts hebben (net als hun Nederlandse collega's) dan weer helemaal geen last van taalbarrières. Bij dance is afkomst sowieso veel minder van belang. Je legt je contacten via Soundcloud en labels en dan zit je zo in Berlijn, legt Cid Rim (Clemens Bacher) uit. Bacher werkte onder meer met Damon Albarn en veel met vriend en stadgenoot Dorian Concept en zit al even in het vizier van de Pitchforks en Resident Advisors.

Oostenrijk en Wenen waren op het gebied van moderne muziek eigenlijk nooit serieus genomen tot het tijdperk van de Wiener Elektronik-Szene; avant-gardistische elektronica die dankzij de gretig remixende Peter Kruder & Richard Dorfmeister, Patrick Pulsinger en Erdem Tunakan, (Christian) Fennesz en hun labels G-Stone, Cheap Records en Mego in de jaren '90 wereldwijd ging. Die erfenis maakt dat Oostenrijkse elektronica-artiesten gezien worden én wat te bewijzen hebben.

Dat lukt Cid Rim aardig. De in de Weense buurt Josefstadt geboren, getogen en gedijende artiest runt met collega's als Dorian Concept en Ogris Debris het label Affine Records en releaset zelf op het Schotse LuckyMe (van o.a. HudMo). Begonnen als jazzdrummer is Bacher het toonbeeld van hoe de moderne Weense jazzscene de crossover maakt naar de clubscene.

7. GOEDKOOP WONEN EN WERKEN
Het was dé aantrekkingskracht van Berlijn (maar die stad verhipt rap en de vrijplaatsen worden door sloop en bouwplannen bedreigt) en is ook de reden dat het in Antwerpen goed toeven is. Amsterdam (en Utrecht) is daarentegen erg duur en telt steeds minder vrijplaatsen. Rotterdam zou die rol kunnen vervullen, maar mist de culturele bedding. In de Maasstad lijken alleen projecten van bescheiden proporties van de grond te komen (door een combinatie van visieloze gemeente, pech en slecht ondernemerschap). In Wenen, de stad die wereldwijd bekend staat om de hoogcultuur van opera, klassiek en Secession-bouwstijl (Jugendstil), is het wonen echter nog betaalbaar en de stad herbergt een florerend (underground) popklimaat. Niet dat de Weense en Oostenrijkse overheden substantieel meer in pop- en jeugdcultuur investeren. Ook in Oostenrijk gaat het gros van de subsidie naar de oude kunst, die als belangrijkste waarden en toeristische trekpleisters gelden. De lage lasten maken wel heel veel mogelijk, legden de mannen van Elektro Guzzi al eens uit. Ook Veronika Eberhart van Tirana en Cid Rim loven dat aspect van hun stad. "Wenen geeft je de vrijheid om een muzikant te worden", zegt de laatste. "Ik kan me al sinds het conservatorium alleen daar op richten. In Londen of Parijs had ik er een baantje bij moeten nemen."

Wenen is ook de stad waar Britten als SOHN en Tim Simenon hun toevlucht vonden. Simenon had in de jaren '90 veel succes met Bomb The Bass en producties en remixen voor Björk, David Bowie, Massive Attack, Ash en Depeche Mode. Hij leerde in Wenen muzikanten kennen tijdens een maandelijkse avond in Fluc, staat nu met hen als Ghost Capsules op Eurosonic en heeft vertrouwen: "We zullen Eurosonic laten zien dat de Oostenrijkse tijger een blijvertje is."

8. CLUBS, LABELS, SCENES
De scene in Wenen wordt door betrokkenen getypeerd als klein, redelijk intiem en toch divers. Die verbonden- en verscheidenheid is misschien wel een van de geheimen en de reden dat artiesten vanuit de moderne jazz-scene de cross-over naar de dance- en popscene maken. Denk aan: Elektro Guzzi, Soap & Skin en Cid Rim, die de enorme jazzscene rondom JazzWerkstatt Wien roemt. Voor dance kun je onder meer terecht in clubs als Rhiz, Badeschiff LDRM (boot in de Donau), Pratersauna, Volksgarten Disco en Flex en bij labels als Affine (van Cid Rim, Dorian Concept e.a.), Moozak (ambient, noise, impro), Do Easy Records etc. Voor allerhande indie muziek zijn podia als Fluc + Wanne, Chelsea en B72 zeer geschikt en een schat aan kleine labels als Siluh (Sex Jams, tekende ook Mozes and the Firstborn), Fettkakao (Tirana), Totally Wired en het Wilhelm Show Me The Major Label (o.a. Ja, Panik, Killed by 9V Batteries en TV Buddhas op cassette) voorhanden. Daarnaast zijn er opvallend veel culturele vrijplaatsen als Arena (een fabrieksterrein met kraakuitstraling en drie binnenpodia, een open air stage en een café), het Ernst-Kirchweger-Haus (punkconcerten in kraakpand in buitenwijk) en cultuurcentrum WUK (Werkstätten- und Kulturhaus). Voor metal kun je terecht in de Escape Metalcorner, Arena en ((szene)) (grotere concerten). Nog een maatje groter is de Gasometer (oude gasfabriek waar de Within Temptations optreden). Met een scala aan muziekcafés als Carina en Leopold ziet het stappenplan er voor Oostenrijkse bands eigenlijk uitstekend uit.

9. TIPS VOOR EUROSONIC:
- Georg Stöger (Falter): Ja Panik (ook als je de Duitse taal niet machtig bent een absolute must), Koenig Leopold, Attwenger (de veteranen van de Oostenrijkse scene moet je eenmaal gezien hebben. Ongelofelijk wat die met slechts twee instrumenten doen) en Tirana (solo-project van Veronika van Plaided, typisch Oostenrijks; jaren '80 en '90 alternatieve pop)
- Tatjana Domany (MusicXport): Ja Panik, Cid Rim en Klangkarussell (benieuwd naar het album dat binnenkort uit moet komen)
- Stefan Trischler en Susi Ondrusova (FM4): Attwenger (moderne uitvoering van Oostenrijkse folk), Sex Jams (meer in de retro-hoek) en Ja Panik: Dat is toch mijn soort muziek qua energie, outfits, visuals en waar ze over zingen
- Tim Simenon (Ghost Capsules): Gudrun von Laxenburg speelde pas na ons in een kraakpand en nodigde ons uit voor een avond in de Flex. Dat bedoel ik als ik zeg dat Wenen een gezonde, levendige scene heeft
- Veronika Eberhart (Tirana): Eigenlijk alle 18 acts, anders zouden ze er niet staan, maar in ieder geval Sex Jams en Koenig Leopold.
- Clemens Bacher (Cid Rim): T-Shit in ieder geval: een typisch Weens experimenteel technojazz-ding van Bernhard Hammer, de gitarist van Elektro Guzzi

10. WELKE OOSTENRIJKSE ACTS JE BUITEN EUROSONIC IN DE GATEN MOET HOUDEN:
- Tatjana Domany (MusicXport)
: Bilderbuch, Her Voice Over Boys (getekend op Oliver Koletzki's label), Wandl (elektronisch eenmansproject dat op het Waves festival opviel).
- Georg Stöger (Falter): Elektro Guzzi, Soap & Skin, mimu (elektronica en avant-garde, verwant aan Soap & Skin, woont nu in Parijs)
- Stefan Trischler en Susi Ondrusova (FM4): uit de elektronische hoek in ieder geval Wandl en Salute, verder Mile Me Deaf (het soloproject van Möstl van Sex Jams stond op ESNS13), Bilderbuch (heeft z'n sound gewijzigd van Franz Ferdinand naar funky synthpop), Brenk Sinatra (was al in de VS en veroorzaakt veel beroering in de Duitstalige wereld), Gustav (elektronisch, komt dit jaar met nieuw album) en Manu Delago (Hang-speler die met Björk werkte)
- Tim Simenon (Ghost Capsules): Elektro Guzzi natuurlijk en Bauchklang, een beatbox-groep die op Popfest zag,
- Veronika Eberhart (Tirana): A Thousand Fuegos, Just Friends And Lovers en Crazy Bitch in a Cave
- Clemens Bacher (Cid Rim): Wandl (een 19-jarig eenmans elektronica-project uit St. Pölten), Salute (groot talent van 17 jaar, maar heeft nog half jaar nodig om eigen sound te ontwikkelen), iedereen rond JazzWerkstatt en Elektro Guzzi natuurlijk.