De twee bleven allebei actief met eigen projecten. Zingende drummer Sebastien Grainger hield zich een paar jaar vooral bezig met zijn band The Mountains en een project met de illustere naam Bad †i†s, terwijl bassist Jesse F Keeler wat meer succes behaalde als de ene helft van elektronica-duo MSTRKFT. In 2011 kondigde het cultduo een reünie aan, en toen de eerste show (op SXSW) door de politie beeindigd moest worden, was de wereldwijde opwinding voelbaar. En toch, nog steeds durfden we nog niet te hopen op zo’n felle comebackplaat als The Physical World. Death From Above klinkt hongerig en fel, direct vanaf albumopener Cheap Talk. We horen een zeer dansbaar ritme en noise-geschraap over de snaren, en dan de overstuurde bas-riff waar we DFA79 van kennen: laag en zwaar, maar tegelijk snel en beweeglijk. Als contrast is er Grainger’s heldere, hoge stem. ‘Een meningsverschil over de koers’, heette de verklaring voor hun implosie destijds, maar kennelijk hebben ze de slurven gewoon weer dezelfde kant op gekregen.
Nadat op Right On, Frankenstein! het tempo nog wat omhoog gaat, horen we op Virgins ineens een interessante zin die leidt naar de thematiek van de plaat: “Where have all the virgins gone, sleeping on the Paris lawn?” Nee, het gaat hier niet per se om fysieke maagdelijkheid, maar om het verdwijnen van onschuld in de digitale maatschappij. Luister maar naar het volgende nummer, potentiële single Always On: “Innocence is fading, since we see and hear too much.” Even later een Facebook-diss: “Tell me something new, something I can’t like. Cause we’re always on now.” Een verwijzing naar Kurt Cobain en de problemen die de gedoemde superster in zijn tijd al had met mediadruk en faam, onderstreept het idee dat het alleen maar erger geworden is. “If we brought Kurt back to life, there’s no way he would survive. No way, not a day.”
De smartphone duikt nog een keer letterlijk op, in Trainwreck 1979, een verwijzing naar een grote treinramp in Canada in het geboortejaar van zanger Jesse F Keeler. Een trein met chemicaliën ontspoorde, en 200.000 mensen moesten geëvacueerd worden. Niemand stierf bij de ramp, en dat - daar komt ie - terwijl er nog geen mobiele telefoons waren om het nieuws supersnel te verspreiden. Oftewel, je hebt dat ding niet nodig. Het leidt tot niets, ook niet in het ‘echte’ leven: “In the weekend, everyone’s your best friend, I don’t believe it” (Crystal Ball). Het onbevredigde gevoel waarmee de plaat doordrenkt is (“I want it all, I can’t get enough”), wordt verklankt in gejaagde powersongs. Trainwreck 1979 werd als single naar voren geschoven, en dat is logisch. Je hoort er sporen hardcore in, maar ook een pulserende synthesizer en vrouwelijke backing vocals die zowaar een ‘oooeeeehooooeee’ koortje leveren. Die jongens hebben goed naar The Black Keys geluisterd.
Zulke poppy elementen laat DFA79 wel vaker stiekem toe, maar de plaat eindigt met het vlammende titelnummer. Het is lekker snel en met vervormde stemmen, maar halverwege gaat het tempo ineens omlaag en krijgen we een episch hardrock-slot met jankende snaren en veel rinkelend metaal van de drums. Eigenlijk heeft de band in ons land nooit de kans gehad uit te groeien tot een grote naam. Zou dat nu wel kunnen? Tja, in 2004 was DFA79 uniek. Terwijl de gitaar-drum-duo’s ons dankzij The White Stripes om de oren vlogen, waren zij origineel door met de bas-drum-combi voor een zwaardere sound te gaan. Nu moeten ze het opnemen tegen Royal Blood, het Engelse duo dat hier amper een maand geleden met min of meer dezelfde formule ook al een Album van de Week scoorde. Maar die strijd kan DFA79 in elk geval in blakende vorm aan. Het monster is terug!