In de hemel met Nick Cave

‘Bij deze plaat heb ik echt mijn best gedaan geen tirannieke verteller te zijn’

Nicole Baartman ,

Met bijzondere optredens (strijkers, kinderkoor) in Londen, Parijs en Berlijn vierde Nick Cave het verschijnen van zijn vijftiende studioalbum met The Bad Seeds. De VPRO Gids sprak hem in Parijs. ‘Toen de kinderen het gisteravond zongen… Ik vond het heel ontroerend.’

Op zijn nieuwe cd Push the Sky Away zingt Nick Cave (55) een bedrukt credo in gedragen orgelsfeer. Eerder stamelend dan op een hallelujah-manier. Het is het titelnummer en niet voor niets de afsluiter. Hier maakt iemand de balans op: een man die zijn geluk niet opkan, niets meer te wensen heeft en meent dat hij moet blijven streven naar het onmogelijke: het wegduwen van de hemel.

Opmerkelijk nummer.
‘Ja, ik ben er ook erg blij mee. Wat ik er vooral goed aan vind, is het afgemeten karakter ervan. Voor mij was het een enorme stap voorwaarts, al is de tekst nogal plat. Ik bedoel: And some people say it’s just rock and roll / Oh but it gets you right down to your soul… Het is wat het is, een simpel statement, dat ik ontroerend vind.’

Moving’ is het woord dat hij gebruikt, en hij aarzelt even. ‘Gisteravond… Het is misschien raar om te zeggen over een liedje dat je zelf hebt gemaakt. Maar het voelt alsof het door een ander is geschreven, misschien wel omdat het mijn stijl eigenlijk niet is. Toen de kinderen het gisteravond zongen… Ik vond het heel ontroerend.’

(Cave: ) And if you feel you got everything you came for / If you got everything and you don’t want no more
(Cave en koortje:) You’ve gotta just keep on pushing / Push the sky away

Het mag duidelijk zijn: de vijftiende cd van Nick Cave & The Bad Seeds – de aanleiding voor dit gesprek – is geen uitzinnige lawaaiplaat. Er stijgt een zoete verwondering uit op, ook daar waar het wringt en schuurt en het sinistere op de loer ligt.
‘Weloverwogen,’ noemt Cave het werkproces en het resultaat. Om zich meteen daarna hardop af te vragen of dat wel het juiste woord is. ‘Weloverwogen’ klinkt zo berekenend, terwijl ze juist heel intuïtief en spontaan te werk zijn gegaan. Tijd en timing lijken relatief, zeker als een kabbelende loop van Warren Ellis, Caves muzikale evenknie, geen rekening houdt met welke maatsoort dan ook. Push the Sky Away, opgenomen in een paradijselijke studio in Zuid-Frankrijk, zit vol subtiliteiten – en zeemeerminnen, meer dan een.
Dat heuglijke feit is met een korte reeks concerten met strijkers en minikinderkoor gevierd, en ‘gisteravond’ had Le Trianon, een verschoten bonbonzaal in Parijs, de eer. Niet dat het er ineens zachtzinnig aan toe ging, integendeel. Maar vrolijke schoolkinderen in roze T-shirts vol in de spotlights, terwijl de meester en zijn band tekeer gaan in klassiekers als ‘From Her to Eternity’ of ‘Deanna’, nadat eerst integraal de nieuwe cd ten gehore is gebracht: dat is weer eens iets anders, om niet te zeggen een belevenis. Inclusief een memorabele ‘O Children’, ook bekend als Harry Pottersoundtrack. ‘Lift up your voice!’, deden de kinderstemmen. ‘Rejoice!’

De Von Trapp-familie meets The Addams Family!
Nick Cave schiet in de lach. ‘Ik heb zelf steeds de associatie met Sesamstraat.’ Het zijn gewone kinderen, vertelt hij, uit een buurtkoor in Londen. Geen gouden keeltjes. Net zoals Martha en Ella, de tienermeisjes die meezongen, gewoon twee ‘chicks’ uit Londen zijn. Conclusie: geslaagd experiment, maar ook stampend duur en ingewikkeld. ‘Wat het aan papierwerk kost om met kinderen te reizen…’
In een Parijse hotelkamer vlakbij Palais des Congrès die, let wel, niet zijn hotelkamer is (‘voordat je deze kamer straks uitgebreid als mijn kamer gaat beschrijven’), is Nick Cave zijn beminnelijke zelf. Zwart pak, oogverblindend wit overhemd en in het rock-’n-rolldecolleté loert aan een collier een Alziend Oog. Voor hem is het maken, het ambacht van het liedjesschrijven, zegt hij, net zo goed een thema in zijn oeuvre als wat dat liedje beschrijft, of het nou om moord (‘Jubilee Street’), of Wikipedia, het higgsdeeltje en de duvel (‘Higg Boson Blues’) gaat. Maar voor de nummers op Push the Sky Away geldt dat nog meer dan anders.

Nick Cave is het gevecht aangegaan met de dwang van de narrative song – de ballade, de verhalende liedvorm, waarin hij al jaren ‘gevangen’ zit. Waarom? Die vorm zit hem inderdaad als gegoten. Maar dat is één kant van de medaille. Hij heeft er ook een godgloeiende hekel aan. ‘Als ik muziek opzet, wil ik dat die rechtstreeks mijn bloedstroom ingaat en me niet druk hoeven maken over een begin en een einde en dat soort dingen. Maar ja, dat is hoe ik schrijf en het heeft zich gaandeweg ook wel ontwikkeld. Maar bij deze plaat heb ik echt mijn best gedaan geen tirannieke verteller te zijn.’
Voor hem is de vraag of de titelsong een accurate beschrijving geeft van zijn huidige gemoedsgesteldheid dan ook nauwelijks interessant (het antwoord: ‘Ja’). Liever kijkt hij of het liedje iets toevoegt aan dat eigenaardige universum van hem, dat zowel troostrijk als verontrustend is en al die dingen meer.
Het nummer ‘King Ink’ ligt trouwens aan de basis daarvan, bedenkt hij nu, een erfstuk uit zijn begintijd met The Birthday Party. ‘Ik herinner me dat ik met Rowland S. Howard naar dat nummer zat te luisteren en dat we elkaar aankeken: “Hoor je dat? We hebben iets te pakken.” Daarvoor hadden we alleen maar wat aangeklooid om uit te vinden wie we wilden zijn.’

Op het hoteltafeltje tussen ons in ligt een proeve van de nieuwe cd. Die heb ik tevoorschijn gehaald met het idee dat de coverfoto de weg kan wijzen van het imaginaire naar de realiteit van Brighton, waar Nick Cave woont met vrouw en tweelingzonen, geboren in 2000. De zwart-witte coverfoto toont een besloten ruimte. Hoge ramen met luiken ervoor laten kieren licht door. Links een reikende man in zwart pak (Cave), rechts een naakte vrouw (zijn vrouw en model Susie Bick) – op haar tenen, haren voor het gezicht, de armen beschermend voor haar borsten.
Om die ramen gaat het nu.
Cave, met een vinger op het plaatje: ‘Het is mijn slaapkamer die je ziet, op de begane grond van ons huis. Die grote ramen kijken uit over de zee. Ik kijk eigenlijk altijd uit het raam in mijn liedjes. Een nummer als “Water’s Edge” beschrijft wat er aan de vloedlijn gebeurt… And all you young lovers / Where do you hide? / Down by the water and the restless tide. Maar eigenlijk gaat het over iemand die kijkt naar die jongens en die meisjes. Het gaat allemaal over observeren.’
Het mooiste uitzicht van de wereld hebben ze daar. ‘Als je die ramen opendoet en uitkijkt over de zee, zie je het weer letterlijk op je af komen.’
Maar zijn werkkamer (‘het slavenvertrek’) bevindt zich in de kelder. Om er te komen moet hij naar buiten. Hij staat ’s ochtends op, trekt een pak aan, geeft zijn vrouw een kus en gaat buitenom naar de kelder. ‘Op die manier is er een fysieke drempel tussen mijn werkleven en het dagelijkse leven. Die heb ik nodig om me vrij te kunnen bewegen in dat andere universum.’

Het was al langer bekend: Nick Cave is een begenadigd Nick Cave-watcher. Als een parel in zijn oeuvre, dat ook romans, scenario’s en filmmuziek behelst naast de muziek met The Bad Seeds en garagerockband Grinderman, geldt de lezing The Secret Life of the Love Song die hij rond zijn veertigste gaf voor poëziestudenten in Wenen. Op onnavolgbare wijze zette de Australiër, zoon van de literatuurdocent en de bibliothecaresse uit Warracknabeal, ex-junk, het fileermes in een genre en in zichzelf. Over het goddelijke ging het, en Boney M. en Lorca. Cave nu: ‘Die lezing was het startschot van een week waarin ik lesgaf. Ik betwijfel overigens of het zin heeft, lesgeven in poëzie. Maar de kids vonden het leuk.’

Je beschrijft in die lezing dat de plotselinge dood van je vader, je was negentien, een leegte teweegbracht die je hebt gevuld door te worden wie je bent: een kunstenaar, een liedjesschrijver. Zie je dat nog steeds zo?
‘Met het ouder worden heb ik ontdekt dat sommige wonden nooit helen. Het idee van closure, dat je op een gegeven moment iets afsluit wat sommige mensen zeggen, daar geloof ik niet zo in. Juist de beschadigingen die we opdoen, maken ons tot wie we zijn. Je dealt ermee, gaat verder, maar het is niet weg. Het antwoord is dus: ja.’

Wat was hij voor iemand?
‘Zeer flamboyant. Luidruchtig. Creatief. Echt een ideeënman.’ Grinnikt: ‘Je zag het meteen als iets hem niet interesseerde, dan werden zijn ogen glazig. Hij had een enorme uitstraling. Weet je, je moest erg je best doen om mijn vaders aandacht te krijgen, of niet zijn aandacht, zijn… eh...

Goedkeuring?
‘Precies, dank je. En misschien is het wel zo dat zulke patronen uit je jeugd zich de rest van je leven blijven herhalen. Misschien hebben we zulke ouders nodig om ons aan op te trekken.’

Hij was literatuurdocent, gaf hij je boeken die je moest lezen?
‘Er moest niets, hij zei wel: als het dan toch over dood en geweld moet gaan, check this out.’

De Bijbel.
‘Wat dan ook. Nee, niet de Bijbel, die interesseerde hem niet. Weet je, er is veel van mijn vader gemaakt, maar eerlijk gezegd lijk ik meer op mijn moeder. Zij is 84 en nog steeds een groot voorbeeld voor me.’

In welk opzicht?
‘Hoe ze met dingen omgaat, op een bepaalde manier stoïcijns. Ze is een geweldige vrouw. Nooit klagen of zo. Mijn vader was een markant type, larger than life, en toen ging-ie dood. Mijn moeder is altijd overeind gebleven, ondanks alles. Een paar jaar geleden moest ik naar Monash University, vlakbij Melbourne, omdat ik een eredoctoraat zou krijgen. Dat is dezelfde instelling die me van school trapte, toen ik op de kunstacademie zat. Best grappig eigenlijk. Maar ik was om een of andere reden nerveus. Dus ik zei: “Mam, ik ben zenuwachtig.” Haar reactie, terwijl ze veel respect heeft voor het onderwijssysteem: “Head high and fuck ’m all!” Kijk, daar heb je wat aan.’

Dat is ook het advies dat je zoons krijgen…?
‘O ja.’

Of ben je voor hen die excentriekeling die in de kelder aan het scheppen is?
‘Ben je gek, ze hebben geen idee. Natuurlijk weten ze van de band. Ze vinden het ook best leuk om mee te gaan naar een optreden. Maar dat is om backstage cola, chips en Red Bull te snaaien. Nee, ze komen van school, jij komt van je werk en ze vragen zich daar weinig bij af. Kinderen zijn op spectaculaire wijze niet geinteresseerd in wat hun ouders doen. En zo hoort het ook. Maar nu deze plaat uit is…’

Ja, wat vinden ze ervan?
‘Ze vinden de cover verschrikkelijk. Ze zijn doodsbenauwd dat iemand die foto mee naar school neemt. Dat is een nachtmerrie voor ze. Hoe vaak ik ook zeg: “Die vrouw op de foto is niet echt je moeder.” Maar goed, een van twee kwam naar me toe met een berouwvol gezicht. Ik vroeg wat er was en hij biechtte op: “Ik heb je muziek nooit mooi gevonden.” Geen probleem, zei ik, maak je geen zorgen. “Maar die nieuwe plaat,” zei hij, “die vind ik wel mooi.’’’

Nick Cave and The Bad Seeds - Push the Sky Away is verschenen bij Mute/PIAS. Op 17 november treedt de groep op in een uitverkocht HMH.