NVPI: "Platenindustrie na 12 jaar weer in plus door streaming"

Volgens rapport compenseert de digitale groei instorten fysieke markt

Ingmar Griffioen ,

Voor het eerst in twaalf jaar kan de platenindustrie weer groeicijfers overleggen. Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde cijfers over de eerste helft van 2013 van brancheorganisatie NVPI Audio, waarin de groei volledig te danken is aan streaming diensten als Spotify en Deezer. Die inkomsten zijn met 131% gestegen tot 15,7 miljoen euro, een verdubbeling vergeleken met de eerse helft van 2012.

De groei van de inkomsten uit streaming diensten is opmerkelijk. Spotify is pas drie jaar (sinds mei 2010) beschikbaar in Nederland. Toch zouden de bedragen die diensten aan platenmaatschappijen afdragen al dusdanig zijn, dat ze het instorten van de fysieke markt opvangen. Het aantal fysieke geluidsdragers daalde in de eerste helft van dit jaar met 18,4 procent, waardoor de inkomsten terugliepen van 41,8 naar 34,1 miljoen. De opbrengsten uit betaalde downloads daalde licht: met 1,2% naar 8,3 miljoen. De digitale markt bedraagt volgens NVPI nu 41,3% van het totaal.

De totale inkomsten van de Nederlandse platenindustrie stegen met 1,9% van 57 naar 58,1 miljoen euro, de eerste groei na twaalf jaar van pessimistische berichten. Let wel: de NVPI meet alleen de inkomsten van de traditionele platenindustrie, niet de opbrengsten van bijvoorbeeld merchandise, live en muziekrechten (die laatste bedroegen volgens Tweakers vorig jaar 24 miljoen).

NVPI-directeur Paul Solleveld noemt "gebruiksvriendelijke betaalbare diensten" essentieel voor de muziekmarkt. Kees van der Hoeven, CEO Universal Music en voorzitter van NVPI Audio, concludeert in het rapport: "De consument heeft duidelijk streamingdiensten omarmd. Maar ook de fysieke verkopen zijn nog van groot belang en we zijn daarom blij met de doorstart van Fame en Free Record Shop." Vergeleken met de hoogtijdagen van de cd begin deze eeuw is het nog altijd sappelen: toen ontvingen platenmaatschappijen ongeveer 2,5 keer zoveel.