#PP13: The Killers hebben meer verleden dan toekomst

Prima show drijft vooral op oude hits

Atze de Vrieze ,

Vier jaar geleden hadden The Killers ook het hoofdpodium van Pinkpop kunnen afsluiten. Toen verkoos de band een plek op het tweede plan, om op dezelfde dag te kunnen spelen als hun held Bruce Springsteen. Een zenuwachtige frontman Brandon Flowers zong toen zelfs mee met 'Thunder Road'. Nu staat The Killers alsnog op de hoogste trede van het podium. (de show van The Killers mocht helaas niet gefotografeerd worden)

CONCERT:
The Killers, Pinkpop Mainstage, vrijdag 14 juni 2013

MUZIEK:

In 2012 verscheen album nummer vier, Battle Born. Waar The Killers bij hun debuut in 2004 nog wel eens voor een Britse band aangezien werden, eren ze met een expliciete knipoog naar de vlag van Nevada sterker dan ooit hun roots. Battle Born is geen sterke plaat. Sterker nog: het is een dramatisch dieptepunt in een carrière die tot nu toe slechts kleine beetjes wegzakte.

PLUS:
Gelukkig is er inmiddels aardig wat om op terug te vallen. 'Mr Brightside' om mee te beginnen bijvoorbeeld, dat is toch niet verkeerd. Meteen zien we het blinkende gebit van drummer Ronnie Vannucci Jr, die veel meer blikvanger is dan de tengere, wat onzeker ogende Brandon Flowers achter zijn bliksemtoetsen. Vannucci is een show-off met een filmbaardje. Het ziet er goed en grotesk uit, en dat past bij de decadente synthrock. Flowers doet zijn uiterste best in het cynische 'Smile Like You Mean It', lekker bitter. En aan het eind 'Jenny Was A Friend Of Mine', met die venijnige, karakteristieke baslijn, een soort campy postpunk. Camp zonder knipoog, kan dat eigenlijk? Wacht, komen die songs nou allemaal van het debuut?

MIN:
Het geluid is vaak moeizaam, een beetje lompig, soms ronduit lelijk door een dik basgeluid en die vettige synthsound die niet helemaal lekker op elkaar aansluiten. Bombastisch, maar niet met zoveel vernuft gespeeld dat het je overweldigt. Met name op hun tweede plaat greep de band nadrukkelijk naar het gelaagde werk van Springsteen. Ze komen er niet bij in de buurt, natuurlijk. Op de rechte lijn die van The Boss naar Meatloaf loopt, zit The Killers ongeveer in het midden. Wel het grootse en de kitsch, niet de humor en het theater. En zoals Springsteens E-Street Band op een geweldige manier de som der delen kan ontstijgen, kan deze band dat niet. Daarvoor is het vaak te slordig. Flowers zit er behoorlijk vaak naast, niet alleen in de toonhoogte, maar vooral in zijn timing. Veel erger natuurlijk is het flinke aantal matige songs. Drie van de vier nieuwe liedjes (de uitzondering: 'Runaways') zijn werkelijk niet om aan te horen. Saaie hooks, vermoeide vocalen, geen tempo. En dan die Joy Division-cover 'Shadowplay', destijds beland in de stijlvolle film van Anton Corbijn. Een song van uitgerekend die band opleuken met een 'ooh ooh ooh'-koortje, dat is een soort doodzonde. Dat is als op een portret van Nick Drake een roze snorretje tekenen. Of een roze hoedje, wat je wilt. De bijdrage van The Killers is vooral opsmuk. En zullen we tot slot nog even een polletje doen om de domste lyrics van de laatste tien jaar? 'Are we human or are we dancer'? Of toch: 'I've got soul but I'm not a soldier'?

CONCLUSIE:
Voor een van de meest overschatte bands van de laatste tien jaar geven The Killers hier een uitstekende show. Nee, ze bieden niet dat beetje extra wat je van een headliner mag verwachten, en deze band is lang niet zo happening als Queens Of The Stone Age. Maar dit was toch alleszins acceptabel.

CIJFER:
7