#PP13: Kings of Leon blust seksloos het veld uit

Pinkpop verdient echt een enthousiastere headliner

Door Timo Pisart, foto's Jelmer de Haas ,

In juli 2011, zo'n twee maanden nadat Kings of Leon de vorige keer als headliner op Pinkpop stond, was het hommeles: zanger Caleb Followill strompelde lordronken het podium op in Dallas, vloekte, kon amper nog zingen en wandelde al halverwege de set weg om niet meer terug te komen. De welbekende shred werd waarheid, zeg maar. Kings of Leon cancelde de rest van zijn tour en ging in retraite. Vorig jaar speelden ze welgeteld drie shows, en Pinkpop is hun eerste Europese festivalshow sinds die break. Wordt dit hun glorieuze comeback? Eén ding is duidelijk, hun hits zijn headliner-waardig.

CONCERT:
Kings Of Leon, Pinkpop Mainstage, zaterdag 15 juni 2013

MUZIEK:
Weet u het nog? Op Pinkpop 2011 werd Kings Of Leon na afloop afgevoerd in vier aparte Mercedessen, na een show die maar moeilijk op gang kwam. Nog geen maand later viel de band bijkans uit elkaar. Zonde, zou je zeggen: met album vier meette de southern rock 'n roll-act zichzelf een stadiongeluid aan én scoorde twee gigantische hits met 'Use Somebody' en 'Sex On Fire'. Hits van het allerhoogste kaliber: met een wereldveroverend sentiment en meeschreeuwbare refreinen. Album vijf zette die lijn voort en werd zelfs een tikkeltje introverter met liedjes als 'Pyro' en 'Radioactive'. En natúúrlijk komen die allemaal voorbij, in een lange set die evenredig put uit het gehele oeuvre van Kings of Leon.

PLUS:
Richting het einde van de set wordt hij ingezet, in het magic hour van de schemering: 'Use Somebody'. Voor dit soort momenten komt een mens dus naar Pinkpop. Van vooraan tot helemaal achterin het veld zingt Landgraaf mee met Caleb. 'You know that I could use somebody, someone like you.' Amen. In een reclame voor Mastercard zou dít moment de onbetaalbare ervaring zijn. En moet je nagaan dat twee liedjes later 'Sex on Fire' ook nog komt? Daarmee gaan ze nog over de 'Use Somebody'-ervaring heen. Het geluid is majestueus en piekfijn, en in elke subtiliteit overrompelend. Verder put Kings Of Leon evenredig uit hun uitgebreide catalogus, van een uptempo rockblokje met 'Four Kicks', 'Arizona' en het nieuwe 'Don't Matter' tot stadionwaardige kneiters en meer introverte tracks. En niet onbelangrijk: alles is foutloos gespeeld. Kortom een show waarin alle fans aan hun trekken zouden moeten komen, zou je zeggen...

MIN:
...maar oh god, wat ziet Kings Of Leon er miserabel uit. 'Wat zijn jullie stil,' zegt Caleb halverwege de set. Vervolgens verontschuldigend: 'Ik ben geen grote prater, ik wou dat ik wat te zeggen had, maar dat heb ik echt niet.' Inderdaad, de rest van de show stamelt hij af en toe routineus 'wat een prachtige avond,' 'dat jullie zo'n fantastisch publiek zijn,' 'het is geweldig om hier te zijn.' Maar het lijkt bijna alsof hij het voorleest van zijn setlist, als een boer met kiespijn. Natuurlijk, daar verhalen de liedjes eigenlijk ook over: de zin die bij blijft uit 'Knocked Up' is 'I don't care what nobody says', en wat dacht je van het nieuwe liedje 'Don't Matter', waarin Caleb zingt 'I don't know where I'm gonna go but it don't matter to me.' En in het refrein: 'It's always the same to me.' Dat is precies het manco van Kings Of Leon: ze zien eruit alsof ze liever naar de tandarts gaan om eindelijk eens iets aan die kiespijn te staan, dan die fantastische hits voor een uitzinnig publiek ten gehore te brengen. Doodongelukkig, dus. Ongeïnspireerd. Verveeld. Routineus. Het doet pijn om een headliner zo te zien, als een steek in het hart. En heus, het is niet dat het publiek vandaag niet welwillend is. Tijdens de hits gaan ze massaal plat. Wanneer Caleb 'put your hands up in the air' dicteert - het klinkt niet als een vraag, maar bijna als een sneer - volgt het veld onmiddellijk.

Die ongemakkelijkheid, die zal nooit meer verdwijnen bij Kings Of Leon, en misschien mag je ze daar niet op afrekenen. Laten we het dan hebben over de set: er is wat met de volgorde gehusseld, maar hij verschilt niet wezenlijk van de show van Pinkpop 2011 en dat is een magere score. 'Southbound' werd al sinds 2010 gespeeld, en daarnaast trakteert Kings Of Leon vandaag op slechts één liedje van het in september te verschijnen zesde album. Die song, 'Don't Matter' dus, is van de gehele set misschien wel het vervelendste liedje: een uptempo rocker met een drie-akkoorden-coupletje zonder goede hook. Na afsluiter 'Black Thumbnail' aarzelt het publiek of ze moeten klappen. Sterker nog: het applaus houdt nog geen minuut aan, en aarzelend draait een dj 'All My Friends' van LCD Soundsystem (da's op zich dan weer een hele goeie keuze!) om aan te geven dat de show nu écht is afgelopen. Zelden zo'n ongemakkelijk einde van een headliner-show gezien.

CONCLUSIE:
Een headliner heeft de opdracht, nee de plicht, om een relatie aan te gaan met het veld. Je moet het publiek willen bereiken, of dat nou met een gelukzaligheid, agressie, of misère is maakt dan niet eens uit. Kijk maar naar de begeesterde Dave Grohl, de bruggenbouwende Bruce Springsteen, de innemende Robert Smith: die kunnen dat, ieder op hun eigen manier. Sterker nog, laten we het hoofdpodiumprogramma vandaag eens afgaan: The Opposites wilden een (vleselijke) band met het publiek aangaan, Passenger probeerde zijn toehoorders muzikaal kapot te knuffelen, Jared Leto werkte zich uit de naad en mijn god, zelfs La Pegatina deed alles wat ze in hun macht hadden om Landgraaf in vuur en vlam te steken. En als we eerlijk zijn: Kings Of Leon, nou ja, die straalden vandaag helemaal niets uit. Maar genoeg mensen die met de euforie van 'Sex on Fire' nú het advies van Jan Smeets ('lepeltje lepeltje liggen als je het koud krijgt!') opvolgen en gaan liggen neuken in hun tentje. Dat neemt niet weg: liedjes van zo'n wereldkaliber verdienen niet alleen een wereldgeluid maar ook een wereldperformance, en die zal Kings Of Leon nooit kunnen geven.

CIJFER:
6