#PP13: Circus Green Day

Punky nostalgie, duimendik kippenvel (en een paar theatrale missers)

Door Ingmar Griffioen, foto's Jelmer de Haas ,

Net voor de show doet het gerucht de ronde dat Green Day doorbraakalbum Dookie integraal gaat spelen, ingebed in een set met veel nieuwe nummers. Harter gaan sneller kloppen, zeker bij de grijzende garde, bij de herinnering aan dat geweldige punkrockalbum. Die plaat vol met sterke liedjes, die voor het voorheen protestgenre de brug sloegen naar een groot mainstreampubliek. Zou dit dan toch een heel ander verhaal worden dan de headlineset op Pinkpop 2010?

CONCERT:
Green Day, Pinkpop Mainstage, zondag 16 juni 2013

MUZIEK:
Van broekies tot punkrock-veteranen: Green Day maakte sinds de release van Dookie (het derde album uit 1994) een opmerkelijke, gestage groei door en behoort - zeker sinds de release van conceptalbums/rockopera's American Idiot (2004) en 21st Century Breakdown (2009) - al tijden tot de bepaald niet grote eredivisie van festivalheadliners. Headlinen deden ze ook al op Pinkpop 2010 en dat viel niks tegen. De band bestaat al 26 jaar en bracht in een half jaar doodleuk drie albums uit. En dan is frontman Billie Joe Armstrong ook begin dit jaar weer opgekrabbeld, nadat hij een maand in rehab vertoefde wegens overmatig alcohol- en medicijnengebruik. Hij is terug en met hem staan de drie originele leden weer op het podium. Voeg daar een repertoire van alleen al elf studio-albums en wereldwijd 75 miljoen verkochte platen aan toe en je hebt genoeg ingrediënten voor een show om naar uit te kijken.

PLUS:
Green Day en Billie Joe Armstrong hebben het nog, zo wordt al snel duidelijk op Megaland. Tijdens tweede nummer 'Know Your Enemy' mag de eerste fan het podium op. Een meisje met bunny ears grijpt haar kans en de mic. Fans weten dat dit gaat gebeuren en nemen dus borden mee met teksten als 'I know the lyrics for Longview'. En dat werkt. De jongen met dat bord mag 'Longview' vocaal verknallen en krijgt een gitaar als cadeau toe. Green Day blijkt zich bedacht te hebben, zo wordt gemompeld, en verkiest een greatest hits set. Zonde. Maar uiteindelijk krijgen we wel een middenstuk met geweldige Dookie-nummers als 'Burn Out', 'Longview', 'Welcome To Paradise', 'When I Come Around' en 'She'. En mag het stuk waarin ze achtereenvolgens 'Letterbomb', 'Oh Love', 'Holiday' en 'Blvd of Broken Dreams' spelen er ook zijn. Billie Joe had het al verkondigd: 'There's lots of crazy shit going on, with war, with your job or your school. But not now, not here. This is it; Pinkpop will be over soon, so let's enjoy.'

En er gebeuren vanaf 'Oh Love' mooie dingen in het publiek. 'Blvd of Broken Dreams' wordt zo massaal meegezongen en gezwaaid dat het kippenvel er duimendik op staat; het is het gevoel als Oranje van Duitsland wint, van met zijn allen hetzelfde roepen en vooral voelen. Dat primaire gevoel dat deze punkpop oproept als we met zijn allen 'I walk alone, I walk alone' zingen; dat is waar het om draait, wat een headliner hoort toe te voegen. Dat is het verschil tussen Green Day en The Killers of een Kings Of Leon, die technisch perfect speelt, maar het publiek niet raakt. Een veertiger staat luchtgitaar te spelen en luidkeels mee te springen. Een stel van in de veertig omhelst elkaar en ook tienersetjes staan te knuffelen. Een oude knakker staat te rock-'n-rollen met een jong meisje in een Sex Pistols-shirt en een gozer weet te breakdancen op het gras. Het mag van weinig historisch besef getuigen, het tekent de sfeer. En de heren hebben sfeerverhogende attributen meegenomen als een douche met de tuinslang voor de eerste rijen, een wc-rol-kanon en een T-shirt-bazooka waarmee je de geluidstoren kunt halen.

MIN:
Er zitten ook wat nummers bij die een best wel laffe uitvoering krijgen, zoals 'When I Come Around' en nieuw materiaal als afsluiter 'Brutal Love'. Er zijn ook best wat songs die te lijden hebben onder alle extra's die Armstrong en kornuiten uit de kast trekken. Dat is nogal wat. Bij 'King For A Day' wordt het skaritme extra aangezet met een als Schot uitgedoste saxofonist en volgt een complete verkleedpartij waarbij drummer Tré Cool opeens een fluorescerende bh, een hoed op zn groene kuif en reuze bril draagt en de rest er uitziet als een kruising tussen piratenkapitein Jack Sparrow en een leernicht. Absoluut dieptepunt is hoe Cool vervolgens als drag queen in de Moulin Rouge over het podium paradeert terwijl het geheel muzikaal verzandt in een medley van 'Shout' van The Isley Brothers, 'Hey Jude' van The Beatles en Monty Pythons 'Always Look On the Bright Side of Life'.

Tja, met American Idiot haalden ze Broadway, dus enig musicalgevoel kunnen we ze niet ontzeggen. Misschien dat ze ook extra uitpakken om deze Pinkpop hoofddag af te sluiten? Nee, dat doen ze altijd, ook op Pinkpop 2010 en de comeback-show op SXSW dit jaar kwamen de verkleedpartij, de gastoptredens van het publiek en de T-shirt- en pleerollanceerinstallatie voorbij. En erger nog: ook die medley met bijna dezelfde nummers. Misschien dat Billie Joe daarom zo vaak 'Pinkpop 2013' scandeert, als om te benadrukken dat je niet naar hun show op Pinkpop 2010 staat te kijken.

CONCLUSIE:
Is dit hoe punk er anno 2013 uitziet? Nee, dit is vooral hoe een mainstream headlinershow er uitziet. Alsof ze ons nog even willen inpeperen dat ze toch echt drie essentiële albums hebben afgeleverd, begint en eindigt Green Day de set van tweeëneenhalf uur met een nummer van ¡Tré!. Ook ¡Uno! en ¡Dos! komen aan bod. Het kan niet verbloemen dat de albums dramatisch verkochten (vergeleken met de voorgaande) en dat Green Day het van de liveshows moet hebben. Is dit circus dan een Pinkpop-afsluiter waardig? Het was voor tweederde een prima en vooral vermakelijk optreden, dat alleen iets te lang duurde. Maar de vele bezoekers op het volle veld kregen wat ze konden verwachten: het afsluitende, groots aangezette feest. En zekerheid, dat is als festivalbaas ook wat waard.

CIJFER:
7