#LC13: Beach Fossils bespringt het publiek meteen

Cursus zingen geen overbodige luxe

Ingmar Griffioen ,

Tweeënhalf jaar terug stond Beach Fossils al op London Calling. De New Yorkers gaven een prettig rammelende show in de Bovenzaal. Sindsdien zaten ze niet stil en met het nieuwe album op zak mogen ze het nu op prime time in de main hall doen. Een flinke stap zou je zeggen, maar daar heeft frontman Dustin Payseur wat op bedacht.

CONCERT:
Beach Fossils, London Calling, Paradiso Amsterdam, grote zaal, 25 mei 2013

MUZIEK
In 2010 vonden we de garagepop van Beach Fossils nog wat tam (luister de show hier terug), een losjes op de band geslingerde set huiskameropnames. Een jaar later kwam de Brooklyn band rond frontman Dustin Payseur met een meer bedachtzame EP, met depressieve en dromerige pop en een duet met het geestverwante Wild Nothings. Tweede langspeler Clash The Truth volgde in februari dit jaar en daarop trekken ze de lijn van de EP door: meer dromerige indierock met een zomers mopje surf en lijzige, stonede zang.

PLUS
Bam! bij de eerste tonen van de pakkende set- en albumopener Clash The Truth meteen in het publiek springen en die pit aanzwengelen. Uitstekend idee van Payseur om olie op dat smeulende indie vuurtje te gooien. The kids love it. Als derde spelen ze het gloednieuwe Daydream (voor het eerst live) en dat is meteen een van de sterkere nummers. Shallow heeft wat meer ballen en shoegazet wat harder. Over het algemeen speelt het viertal pakkende songs in de stijl van Wild Nothings en Best Coast met af en toe wat meer noise en altijd de ultra-relaxede, zeurderige zang van Payseur.

MIN
Die Dustin Payseur is behalve zeurderig ook onverstaanbaar en klinkt net zo verveeld als hij oogt. Omdat het materiaal na vier nummers nergens meer afwijkt van het voorgaande wordt het nogal inwisselbaar. Hij lijkt op driekwart van de set niet altijd meer te weten wat collega-gitarist doet en gezien de vele doorgekraste titels op de setlist vragen we ons af of ze wel hetzelfde spelen.

CONCLUSIE
Payseur is in ieder geval consequent; hij eindigt de set zoals hij begon: met een duik in de pit vooraan. Schrijver dezes voelt halverwege de ternauwernood bedwingbare behoefte de frontman bij de verveelde tong te pakken en die door een halve kilo jalapeños te vervangen. Goede kans dat het tot een meer geïnspireerde show had geleid, onverstaanbaarder kon het er niet op worden. Maar laten we niet vergeten dat ze nog jong zijn, de bassist is vandaag 22 geworden, en de plaat doet het prima op een zonnige dag. Live kunnen ze wel wat pit gebruiken en kunnen ze een voorbeeld nemen aan The Men (wiens Ben Greenberg de plaat produceerde) en Blonde Redhead's Kazu Makino, die haar vocalen leende aan de song Sleep Apneu.

CIJFER:
6