Het is ongeveer de avond. Het is ongeveer de zomer. Terwijl de zon ondergaat, schuifelen stelletjes traag en al stijldansend over het pleintje. Een schilderachtig tafereel voor de kroeg waar Eefje de Visser af en toe werkt. Ze lacht: “Dit is toch prachtig? Het schijnt van de dansschool te zijn hier om de hoek, ze zijn er iedere donderdagavond weer.” Er staan Westmalles en een Koninck (zeg maar gerust ‘n Bolleke) op het tafeltje. Ze praat over haar plaat Het Is die vanaf vandaag op de Luisterpaal staat en volgende week verschijnt op haar eigen Eefjes Platenmaatschappijtje. Een plaat die tot stand kwam in een hele rare tijd, denkt ze. De periode na het uitkomen van haar ontzettend succesvolle debuutalbum De Koek, was “heel intens”, aldus Eefje. “Eerst had ik het zo druk dat ik geen tijd had om überhaupt te bevatten waar ik eigenlijk mee bezig was, na anderhalf jaar brak een tijd aan van rust om te schrijven.”
Ze viel, denkt ze nu, in een zwart gat. Niets op reis of onderweg zijn, maar thuis op de bank zitten en moeite hebben om ervan af te komen. “Het werd een heel klein wereldje. Ik heb de neiging nogal introspectief en reflecterend te zijn en de wereld heel analytisch te benaderen. Ik ging heel veel nadenken over álles, dat werd behoorlijk zwaar.” Anderzijds: vanuit die ‘stilte’ ontstond Het Is.
Ben je in die periode erg veranderd?
“Ja, compleet. Ik ben een mega-ander mens. Bijna honderdtachtig graden sinds we De Koek opnamen. Ik realiseerde me dat ik iets de wereld in stuurde dat mensen kunnen horen. Dan stop je met aankloten en ga je denken: wat wil ik? Dat heeft me echt met beide benen op de grond gezet. Nuchterder gemaakt, volwassener.”
Door de pers werd je altijd omschreven als een ‘fladderig meisje’.
“Soms baalde ik daar wel van. Mensen willen altijd iets van je vergroten. En natuurlijk: als ik daar een stel mensen op het plein zie dansen, dan ga ik dolenthousiast met een hoog stemmetje praten. Maar er werd bijna een karikatuur van me gemaakt. Nu heb ik wel het idee dat dat van me af is gegleden, dat het niet meer zo’n rol speelt.”
Over verandering gesproken: in De Bedoeling zing je dat je in cirkels verandert.
“Ja, zo gaat dat. Ik zag hoe ik mezelf probeerde te vormen, om mijn karakter te kneden. Er zijn mensen die alles kunnen accepteren, en mensen die de hele wereld naar hun hand proberen te zetten. Ik hoor tot die tweede groep.”
Wat probeerde je te veranderen?
“Ik zou wel duizend dingen kunnen noemen, maar dat vind ik te persoonlijk. Je vindt ‘dit’ wel goed, en 'dat’ niet, en dan alles door elkaar husselen totdat je doordraait. En dan kom je nergens uit: je bent gewoon wie je bent, met allerlei eigenschappen kriskras door elkaar. Klinkt dat te abstract?”
Eefje de Visser: “Uiteindelijk ben ik een nomade”
De zangeres over haar tweede plaat, onderweg zijn, het zwarte gat en verloren liefdes
Het Is, zo heet de tweede plaat van zangeres Eefje de Visser die nu op de Luisterpaal staat: een kaler, intiemer geheel en “best een break-up-plaat”. 3voor12 nestelde zich met haar op het Utrechtse terras om te filosoferen over je nergens thuisvoelen, in rondjes veranderen en musiceren met geliefdes. “Als het uitgaat, raakt er altijd wel íets verscheurd.”
Onderweg zijn en een muzikale bestemming vinden
Maar we dwalen af, zoals tijdens het gesprek wel vaker gebeurt. Een collega gooit een glas witbier over zichzelf heen (“doe ik ook de hele tijd, blij om te zien dat het haar ook wel eens overkomt”), ze begint over favoriete artiesten Frank Ocean en Bon Iver, de show van The Knife op Lowlands en over de muurschilderingen die ze thuis voor haar zusje maakte (“hele kitscherige afbeeldingen van Dragon Ball-Z en Tijgertje”). En toch, fladderig durven we Eefje niet meer te noemen.
Terug naar Het Is. De nieuwe plaat is vooral een reis, een roadtrip, denkt Eefje. “Kings of Convenience beschrijft dat heel mooi: ‘A song for someone who needs somewhere to long for.’ Het gaat over een huis willen vinden. Ik heb het altijd heel moeilijk gevonden om me ergens thuis te voelen. Dat is onrust. Ik leef op als ik onderweg ben. Soms denk ik wel eens dat ik rond moet blijven trekken van plek naar plek. Dat klinkt dramatischer dan het is, maar volgens mij ben ik uiteindelijk een nomade.”
Dan lijken Vlieland en Into The Great Wide Open me een perfecte plek om je plaat te presenteren.
“Ja, inderdaad. Gisteren dacht ik nog: ‘Wat zou ik nou kunnen zeggen tegen die mensen?’ Nou, op Vlieland heb ik gitaar leren spelen. Toen ik twaalf was hebben mijn hele muzikale oom en tante me meegenomen naar het eiland. Ik heb er mijn eerste akkoordjes geleerd en eerste pogingen tot liedjes schrijven gedaan.”
Ik vind Het Is veel stemmiger, trager dan de vorige. Er is veel meer leegte in gelaten. En om in reistermen te spreken, hoe corny ook: ik heb het gevoel dat je met De Koek muzikaal nog meer onderweg was, en nu juist een bestemming hebt gevonden.
“Dat is absoluut waar. Ik had het er vandaag nog met mijn tweelingbroer over: ik ben behoorlijk druk in mijn hoofd, maar zo analytisch als ik ben in het dagelijks leven, zo weinig peins ik over de muziek.
"Ik wilde een plaat maken waarin je kunt wegzakken als in een warm bad, waar je je totaal in kunt onderdompelen. Met De Koek wilde ik dat ieder liedje weer een verrassing zou zijn, nu wil ik juist niet dat je elke keer weer wakker wordt geschud, maar juist mee kunt golven. Zo is dat bij Agnes Obel ook: de eerste keer heb je misschien het idee dat je naar één lang ding aan het luisteren bent. Tussen aanhalingstekens is dat best ‘saai’, maar ik vind het juist heel fijn dat het niet opdringerig is.
“Ik luisterde ook heel veel naar Angus en Julia Stone, en ja, naar Stranger in Moscow van Michael Jackson en 7 Seconds, weet je wel? Dat bijna kitscherige en dramatische, bijna epische trekt me wel. Maar eh, dat is het niet helemaal geworden.”
Liefde en littekens
Als je tussen de regels door luistert, klinkt het voor mij ook als een breakup-plaat. Of verzin ik dat maar?
“Nee, dat klopt. Ik heb een hele lange, intensieve relatie afgesloten terwijl ik aan het touren was met De Koek. Eigenlijk heb ik er relatief weinig over geschreven, terwijl het me ontzettend heeft beziggehouden.”
In Nee Joh zing je: “Ik ben bang dat ik dan mijn mond houd of voorbij praat.” En even later: “Ja, je bent al verder dan ik ben.” Is het eng om daarover te schrijven?
“Helemaal niet, maar wel om erover te praten. Daarom hou ik graag een bepaalde reserve. Zullen we geen namen noemen?”
Prima. Mag wat ik me wel afvraag: het is je nu twee keer overkomen dat je een relatie had met degene met wie je ook muziek maakte. Hoe is dat?
"Ja, aan de ene kant heel tof, maar… Ook een beetje too much. Het is goed om een sparringpartner te hebben in de muziek, dat heb ik absoluut nodig, maar het is ook niet goed om je hele wereld aan één iemand op te hangen. Maar het is ook fijn: je begrijpt elkaar als geen ander, het is degene bij wie je het meest dichtbij staat en tegen wie je het eerlijkste durft te zijn. Nou ja, dat is de bedoeling, hè?”
Je hebt ook twee keer meegemaakt dat het op vervolgens uitging. Dat lijkt me… eh, superkut.
“Ja, maar dat is het ook als je niet samen muziek maakt.”
Maar nu hangt er iets extra’s aan.
“Ook dat heb je altijd. Als het niet in je werk is, dan is het wel een huis dat je deelt of een vriendengroep. Er is altijd wel iets dat verscheurd raakt dat verder gaat dan wat je samen had. Die wereld valt dan eventjes uit elkaar, maar ik heb altijd goed contact gehouden nadat een serieuze relatie stopte. Heel veel mensen zeggen dat dat niet kan, maar als je geen contact meer hebt, dan is het toch alsof je nooit zoiets bijzonders hebt gedeeld? Uiteindelijk herstelt het weer, als een schaafwond die heelt en verdwijnt. Een klein litteken daargelaten, misschien.”
Het Is is nu tijdelijk te beluisteren op de Luisterpaal en ligt vanaf 30 augustus in de winkels. Eefje de Visser speelt op 7 september op Into The Great Wide Open en doet daarna in ieder geval nog Hengelo, Rotterdam, Zwolle, Groningen, Amsterdam, Nijmegen, Tilburg en Utrecht aan.