#GWO13: De beste singer-songwriter van Vlieland (Dag 2)

De grootste talenten volgens 3voor12, met o.a. Moddi, Keaton Henson, Daniel Norgren en Julianna Barwick

Redactie 3voor12 ,

Singer-songwriter zijn, wie wil dat nou niet tegenwoordig? Zelfs Baas B is onlangs voor dit nobele ambacht gevallen. Traditioneel zijn er veel te vinden op Into The Great Wide Open: Van eenzame mannen met baard en gitaar tot snedige barpianisten in maatpak en van verleidelijke chanteuses tot theemeisjes. Ook op dag 2 van Into The Great Wide Open gaat 3voor12 weer op zoek naar De Beste Singer-Songwriter Van Vlieland, met een knipoog naar Vara-collega Giel Beelen.

Moddi

"In my heart I belong in a house by the sea." Als Pål Moddi Knutsen zijn huis in IJsland achter zich zou laten om zich permanent aan het strand van Vlieland te nestelen, zou Moddi zomaar het predikaat van deze artikelenreeks kunnen verdienen. Zijn liedje House By The Sea, hij speelt het vandaag als slot van zijn set, is namelijk verreweg zijn allerbeste liedje: een klein getokkeld liedje over vertwijfeling en een permanente zoektocht naar je thuis.  Jammer dat het afgezien van deze prachgtsong schort aan écht sterke liedjes bij het rare hobbitmannetje met modderige blote voeten en fladderige haren. Af en toe trekt hij venijnig aan zijn snaren, beatboxt (!) hij of speelt hij accordeon, maar dat lijkt vooral om het gebrek aan compositietalent te compenseren. In liedjes als Smoke flirt hij met tranentrekkende troubadours als Damien Rice en Ben Howard, onderstussen laat hij zien waar zijn folkroots liggen door Train Song van Vashti Bunyan natuurgetrouw te coveren, maar zo goed als House By The Sea wordt het nergens. Misschien kan hij in het huisje van de Fakkelbrigade, nadat zij er maandag uit gaan. (Timo Pisart)

Keaton Henson: de sneuste singer-songwriter van Vlieland

"Sorry dat ik besta." Hij zegt het nog net niet letterlijk, maar de droevige ogen van Keaton Henson spreken boekdelen. De Londense songwriter heeft podiumvrees, en niet zo'n beetje ook. Ondanks twee uiterst succesvolle - en al even pathetische - platen treedt de vijfentwintigjarige, graatmagere jongen dus zelden op. Dit is zijn eerste show in Nederland, en de kerk op Vlieland is volgelopen met muisstille fans en liefhebbers. Maar zelf kan de troubadour met diepe groeven onder zijn ogen er niet van genieten. Hij zingt wenend met kopstem "Ik hou niet meer van je". In een ander liedjes: "Laten we tegelijkertijd die gifbeker opdrinken en sterven." Zachtjes, alsof hij eigenlijk niet wil dat we meeluisteren. Tussen de omfloerste, diepdroevige liefdesliedjes door verexcuseert hij zich voor álles. Voor sommigen ongetwijfeld de mooiste en meest tranentrekkende troubadour van Vlieland, voor anderen de grootste aansteller van allemaal. (Timo Pisart)

Daniel Norgren: Muzikant in hart en nieren

Over een ras-muzikant gesproken: Daniel Norgren weet wat muziek maken is. Met zijn ogen dicht zingt hij, speelt gitaar en drumt met zijn voeten tegelijk. Over multitasken gesproken. Samen met zijn contrabassist maakt hij country en bluesmuziek. Hun stijl doet denken aan Seasick Steve meets Band Of Horses. De blues moet je voelen en dat snapt de frontman als geen ander. Met pijn in zijn schenen en handen weet hij elk nummer tot een goed einde te brengen. Een six-pack bier is constant binnen handbereik en het tweetal speelt alsof ze thuis in een schuur aan het rocken zijn. Een absoluut hoogtepunt van de dag. (Tim Schakel)

Sirene Julianna Barwick is eigenlijk helemaal geen songwriter

Julianna Barwick is de zogenaamde vreemde eend in de bijt, zowel in dit singer-songwriter blog als in de hele GWO-programmering. Wel een hele bijzondere, al was het maar omdat de Amerikaanse vrijwel geen teksten gebruikt; ze loopt een stukje ijle zang en nog eentje en nog eentje en verweeft die met elektronica of piano/toetsen voor de broodnodige verbreding. Zo feeëriek dat het klinkt alsof een Rijn vol Sirenes de schipper probeert te verleiden tegen de klippen te varen. Ja, ze past hier sowieso wel op het eiland.

Er zijn meer eiland-referenties, want ze maakte haar nieuwste plaat Nepenthe op IJsland, met Jónsi-producer Alex Somers en met lokale medewerking van kinderkoor en strijkkwartet Amiina en gitarist Róbert Sturla Reynisson van Múm. Je zou het ambient folk kunnen noemen en het werkt wonderschoon, zeker op deze locatie: de uit 1647 stammende Nicolaaskerk. Die is helemaal volgestroomd, achter haar zie je zelfs af en toe een hoofd voor het raam springen. Barwick introduceert een gitarist, die extra lagen toevoegt. Soms bijzonder onheilspellend, alsof iemand het kerkorgel martelt. Het resultaat is beeldschoon, maar ook een tikje new age. Muziek waar mensen die gruwen bij Sigur Rós, ernstig jeuk van krijgen. Er zijn mensen die nu ook niet stil kunnen blijven, een baby begint te snikken en na twintig minuten kiezen de eersten het hazenpad. Anderen verzitten ongemakkelijk of verkeren in comateuze dan wel gelukzalige toestand. Voor de blijvers is er drie kwartier lang geen ontsnappen aan. Muziek hoeft niet altijd gemakkelijk te zijn, het mag best schuren, botsen en vooral raken, emoties los maken. Daarvoor had de sirene nog wel wat langer mogen loeien. (Ingmar Griffioen)