#ESNS13: Sixties trance blijft uit bij Temples

Retro-gitaarpopband raakt wel de glitters, maar niet de snaar

Judith Laanen ,

Retropop is hip. Jake Bugg, de troubadour die lijkt weggelopen te zijn uit een sepiakleurige foto, zorgt voor lange rijen voor zijn show. Ook de reputatie van eveneens Britse psychpopband Temples is de band vooruitgesneld, getuige de rij voor de deur van Huize de Beurs. Eenmaal binnen slaat het optreden alleen sneller dood dan een slecht glas bier.

CONCERT
Temples, Eurosonic, Huize de Beurs, donderdag 10 januari 2013

MUZIEK
Hij mag dan een naam hebben die niet zou misstaan op de aftiteling van de nieuwe Hobbitfilm, zanger James Bagshaw zou zo door kunnen gaan als frontman van The Kooks. Deze mooiboy met woeste krullen is de blikvanger van Britse sixtiespopband Temples, dat vooral klinkt als een rustige versie van The Last Shadow Puppets. Nonchalante popsongs met een mindere galm dan Tame Impala, maar zeker zo krachtig. Tijdens de laatste editie van London Calling bouwden ze een heus ‘sensationeel sixties-altaar’ met hun sterke show.

PLUS
Noem het nonchalant, noem het onverschillig, de manier waarop Temples hun compacte sixtiespop brengt. De meeste artiesten die hun werk zo achteloos kunnen laten klinken, hebben wel degelijk uren aan bloed, zweet en tranen erin gestopt. Temples beschikt over de gave om mysterieus te blijven, en met hun pompende basloopjes precies dat zweverige gevoel te behalen dat je nodig hebt tijdens een avondje sixtiesbeleving. Maar deze jonkies zijn natuurlijk niet louter sixties. Knap dat ze al zo bezwerend kunnen spelen. Vooral de solo’s die zanger James Bagshaw er op zijn Gretsch-gitaar uit zwiept, klinken duister en grommend, alsof hij een bloeddorstig beest op het publiek loslaat. O, hadden we al gezegd dat Bagshaw weer een mooie glittertrui met bijbehorende hippieketting uit de kast had getrokken? Dan hebben we het nog niet eens over zijn epische bontkraag, die samen met zijn - over zijn ogen hangende - woeste bos krullen het plaatje van retroband compleet maakt. En ja, de rest van de bandleden ziet er ook uit alsof ze met een tijdmachine zijn komen overvliegen. Temples heeft de look, de uitstraling en het talent.

MIN
Temples was één van de verrassingen van de vorige editie van London Calling, afgelopen november. Daar wisten ze vanaf de eerste toon op de Gretsch de mensen in de kleine zaal om te toveren tot een dampende massa die meegevoerd werd in de trance van hun psychedelische pop. Dat lukt in Huize de Beurs vanavond helaas niet. De fysieke afstand tussen band en publiek – het publiek blijft de hele show ruim een meter van het podium af staan – werkt ook mentaal door, waardoor Temples niet overtuigt. Ook als de band bekent deze show te hebben geregeld zodat ze wonderkind Jacco Gardner, die later in dezelfde zaal speelt, kunnen zien, blijft een reactie uit de zaal uit.

CONCLUSIE
Misschien lag het aan het tijdstip, maar er is geen echte connectie tussen band en publiek. Dit is muziek die je misschien moet zien als je al wat meer onder invloed bent, als de zintuigen wat losser zijn en je meer open staat voor de subtiele effectjes die Temples vanuit de synthesizer door de liedjes heen weeft. Het gemak waarmee Temples de typische sixtiessound van de gitaarhals laat glijden werkt de band vanavond misschien juist tegen. Als Temples iets minder nonchalant gespeeld had, was het een dijk van een show geweest waarover iedereen had gezegd dat je erbij had moeten zijn. Na afloop klinkt een ‘nou, ik vond het een beetje tegenvallen’ dan ook niet zo vreemd in de oren.

CIJFER
7