#BKS13: Koning slacker Kurt Vile laat de zon schijnen

Maar heeft het niet door

Tekst: Ingmar Griffioen, foto's Imme Rindt ,

Kurt Vile heeft een van de meest verslavende platen van 2013 op zijn naam. Toch lijkt de Amerikaan met het uiterlijk van een langharige slacker niet de aangewezen persoon om tussen een stel forse regenbuien door de festivalweide (of ehm festivalzandbak) om zijn vinger te winden.

CONCERT:
Kurt Vile & The Violators, Best Kept Secret Stage 1, zondag 23 juni 2013

MUZIEK:
De zoon van een machinist uit Philadelphia maakt stiekem al een hele tijd mooie platen, eerst met The War On Drugs en vanaf 2008 solo. Zijn vierde langspeler, Smoke Ring For My Halo, leverde al veel waardering en bescheiden faam op, met de dit jaar verschenen dubbelaar Wakin On A Pretty Daze is nog breder gedragen lof zijn terechte deel. En dat terwijl het toch bepaald geen gesneden koek is met een openingsnummer van 9.30 minuten en een totale speelduur van 70 minuten. Het album is een laidback, stonede tour de force met breed uitwaaierende tracks, die Vile naar eigen zeggen laag voor laag (overdubs) heeft opgebouwd. Hoe zou hij dat live eigenlijk doen?

PLUS:
Kurt Vile & The Violators openen dus gewoon met het hier negen minuten durende Wakin On A Pretty Day, dat je net als bij de plaat heerlijk die set in trekt. De uitvoering mag er zijn, hoewel het vocaal moeizaam verstaanbaar en niet helemaal raak is, voert Viles slepende slome stem je wel mee. Traditioneel speelt hij dan Jesus Fever, het prijsnummer van zijn vorige plaat, wat de lome roes op de zandvlakte verder verspreidt. Die sterke lijn houdt hij via Was All Talk en KV Crimes vier nummers vast. Na een relatieve dip (je kunt ook zeggen: rustiger tussenstuk dat aan veel bezoekers niet besteed was) pakken Vile en zijn Violators de draad en aandacht weer helemaal op met twee nummers van Childish Prodigy uit 2009: eerst het stevige Hunchback en een freaky eindigend Freak Train. Wel een fijne set hoor - zeker voor de liefhebber - met materiaal van de laatste drie albums, die in geen platenkast zouden misstaan.

MIN:
De vocalen in het begin en Vile zit in het derde nummer Was All Talk gitarend ook niet helemaal op hetzelfde spoor als de band. In het begin zien we niet zoveel van Vile dankzij diens lange in de wind wapperende haardos, maar hij heeft zelf ook moeite de pedalen te zien. Erger is dat de set met het tamelijk gezapige vijfde nummer Girl Called Alex inzakt, waardoor nog meer mensen afhaken en het veld serieuze lege plekken begint te vertonen. Viles eerdere referentie aan de zon, een zomerse setting zou zijn optreden veel goed hebben gedaan, wordt beantwoord met een korte doorbraak in KV Crimes. Mensen juichen, steken de handen in de lucht; een kort moment van magie dient zich aan, maar shoegazende Kurt mist het. 

CONCLUSIE:
Vile weet zijn fijne materiaal hier te weinig recht te doen. Dan kunnen we wel argumenteren dat de zon had moeten schijnen of dat Vile het juist in bescheidener setting had moeten doen, maar dat is niet het hele verhaal. De doorbraak van de working class slacker op plaat mag daar zijn, een doorbraak op open air festivalniveau is nog niet zover.

CIJFER:
7