Voorpublicatie: Mary Go Wild over de grootste dance-hits van de 90s

Met 2 Unlimited, Charly Lownoise & Mental Theo en Wessel van Diepen

Atze de Vrieze ,

2 Unlimited tekent in de jaren negentig voor het grootste internationale hitsucces door een Nederlandse act in tijden. Hun enorme succes inspireert een heel leger aan dance-acts onder wie Vengaboys en Charly Lownoise & Mental Theo. Kinderachtig en slechte smaak volgens de muziekpolitie. Maar de acts genieten volop. ‘Was het leuk? Het was fantastisch!’ 3voor12 gaat speciaal voor 3FM's 90s Request week terug naar de vorige eeuw in een exclusieve voorpublicatie uit danceboek Mary Go Wild.

Dit verhaal is afkomstig uit Mary Go Wild, het danceboek dat 16 oktober op Amsterdam Dance Event gepresenteerd wordt. Mary Go Wild is een uitgebreid boek waarin zo'n beetje ieder aspect van 25 jaar dance in Nederland aan bod komt, van diep in de underground tot - zoals in dit hoofdstuk - de grootste commerciële hits. Aan het boek werken schrijvers als Arne van Terphoven, Alfred Bos, René Passet, Job de Wit en Sander Kerkhof mee.

‘Als je nog een keer een rap nodig hebt op dit nummer, je weet me te vinden.’ Ray Slijngaard staat in België in de platenzaak van producer/manager Jean-Paul DeCoster met Get Ready For This in zijn handen. Op dat moment is de single al op weg naar de nummer twee positie in de Britse charts. Het is eind 1991, en house - of rave, zoals ze dat in Engeland liever noemen - is ineens een hit, in de clubs en op de radio. Slijngaard is naar het zuiden afgezakt om wat vocalen te doen voor een andere track, voor zeshonderd gulden. ‘Zes meier, snel verdiend.’ Zijn opmerking over de rap is een beetje bluf, maar zes weken later krijgt Slijngaard – op dat moment werkzaam als kok op Schiphol – toch een telefoontje. Het is het begin van de meest succesvolle popgroep die Nederland ooit gekend heeft: 2 Unlimited.

‘Ineens stonden we in Glasgow op een rave voor 8.000 man’, herinnert Slijngaard zich. ‘The Prodigy was daar, 808 State.’ ‘Bijzonder feest’, zegt Anita Doth, die administratief werk doet bij de verkeerspolitie. Ze wordt door Slijngaard voorgesteld en door de Belgen goedgekeurd als zangeres van 2 Unlimited. ‘De mensen smeerden zich daar in met Vicks Vaporub, om de drugservaring te versterken. Als je zo’n zaal in ging, kwam de geur je al tegemoet.’ Slijngaard: ‘We hadden een minuut of twaalf, ik freestylede over instrumentale tracks. Niemand wist nog wie we waren, want zelfs de video was nog niet af. We deden die nacht drie shows, de volgende dag weer drie, en toen was het begonnen.’

Na Get Ready For This wordt ook Twilight Zone een internationale hit, om nog maar te zwijgen over No Limit, de eerste single van de tweede plaat uit 1993. Het duo reist de hele wereld over. Over Azië concludeert Slijngaard dat de Chinees op de hoek in Amsterdam toch lekkerder was. ‘Ze schotelden ons inderdaad van alles voor’, zegt Doth nu. ‘Volgens mij expres, kwal enzo. Wij dachten alleen maar: waar is de Foe Yong Hai? Maar we sloegen ons overal doorheen. Zodra we er moesten staan, stonden we er.’
 

Gouden formule
Het succes zorgt voor een heel leger aan spin-offs. Je kan er de jongerenbladen elke week weer mee vullen: jongenmeisje dance-duo’s. Twenty4Seven, 2 Brothers On The 4Th Floor, T-Spoon, Cappella, Culture Beat. Ray en Anita wimpelen de concurrentie over het algemeen lachend af. Zij nemen jaar in jaar uit de prijs voor meest succesvolle act in ontvangst op de World Music Awards in Monte Carlo.

Slijngaard: ‘De eerste keer werden we daar uitgenodigd door prins Albert, die fan bleek van onze muziek. “Kom hier wonen”, zei hij. Hij regelde het allemaal voor me. Bij die awardshows kwamen we alle groten der aarde tegen. Van Puff Daddy tot Whitney Houston. Ik weet nog goed dat Michael Jackson op de eerste rij zat tijdens No Limit, met op zijn schoot dat jongetje dat hem later aangeklaagd heeft. Na afloop kwam ie op ons af met een enorme Ray Ban zonnebril. Ik was niet snel onder de indruk van sterren. Maar toen Michael Jackson zei “I really like your song” kon je me wegdragen.’

Zo’n vijf jaar lang verandert alles wat 2 Unlimited aanraakt in goud. De raps van Ray, de popvocalen van Anita, de enorm aanstekelijke sound, die gaandeweg steeds commerciëler wordt. En natuurlijk de lakjasjes en de stoere armbewegingen van de rapper. En hoewel ze vaak worden afgedaan als Telekids-muziek, zijn de hits van 2 Unlimited voor velen ook de eerste introductie met ‘house’. De twee gezichten van de groep schamen zich in elk geval niet voor de commerciële benadering. Juist de grootste eenvoud levert de grootste hit op. ‘Het was duidelijk: Tribal Dance zou de eerste single van het tweede album worden’, zegt Doth. ‘We zaten in het vliegtuig naar Japan. Het album was eigenlijk al af’, weet Ray. ‘We luisterden op zo’n gele Sony Walkman nog een paar demo’s, en hoorden No Limit. Het deed ons denken aan die hit van Crystal Waters, met het ‘La Da Dee La Da Da’-refreintje. Wij zijn 2 Unlimited, we hebben geen limiet, we vliegen overal heen. We hebben dat nummer razendsnel geschreven en wisten: dit moet de eerste single zijn. En uiteindelijk schopte het Whitney Houston van nummer 1 in meer dan dertig landen.’

Het beeld dat Ray en Anita niet meer dan marionetten zijn van de Belgen klopt dus niet helemaal, al zijn de twee mannen duidelijk wel de baas. Phil Wilde als de feitelijke producer, Jean-Paul DeCoster als de man met de touwtjes in handen. En beiden voorzien van een gouden oor. Aan Ray en Anita vervolgens de taak het af te maken.

Het einde van de groep in 1996 is te wijten aan een creatieve strijd. Ray en Anita vinden na het succesvolle derde album Real Things – dat in 1994 verschijnt en opnieuw nummer 1 is in Engeland - dat ze toe zijn aan meer inbreng. Dat wordt de inzet van nieuwe contractonderhandelingen. Het loopt op pijnlijke wijze stuk. Zo pijnlijk dat Wilde en DeCoster zelfs nog een poging doen 2 Unlimited voort te zetten met twee meisjes. Slijngaard, intussen ook eigenaar van een label: ‘Een van die twee was zelfs een artiest van mij, Romy. Ik had een single met haar gemaakt, Hungry For Love, maar die was geflopt. Een jaar later was zij ineens 2 Unlimited. Ik weet niet of het bedoeld was als steek naar mij, maar echt goed was ze niet. Het bewees voor Anita en mij gelukkig hoeveel power wij samen hadden. Bij Snap! bijvoorbeeld ging het om rapper Turbo B. Wie er naast hem stond maakte niet zo veel uit. Maar wij waren vanaf het begin heel sterk visueel aanwezig.'

Happy hardcore
Ook visueel sterk is een ander duo: Charly Lownoise & Mental Theo die in 1992 gaan samenwerken. De Hagenees Ramon Roelofs (1968) en de Brabander Theo Nabuurs (1965) hebben de uitstraling van een boyband, maar dan wel in de vorm van twee kwajongens, met hun petje achterstevoren en in kolderieke jumpsuits. Ze schrijven popgeschiedenis met een genre genaamd happy hardcore. Geschiedenis ja, want die lollige tunes – het harde van hardcore, de melodietjes van Engelse rave en vrolijk opgepitchte vocalen – hebben tegen ieders verwachting in de tand des tijds doorstaan. Theo Nabuurs: ‘Wonderful Days maakte ik in een nacht toen ik niet kon slapen vanwege last van mijn maag. Ik ben midden in de nacht naar beneden gegaan en heb platen uit de kast getrokken. Ik draaide ze bewust op 45 toeren. Het eerste liedje was niets, het tweede was het precies: Help! (Get Me Some Help) van Tony Ronald. Ik zette mijn sampler aan en speelde wat van die acid-geluidjes. Om zeven uur belde ik Ramon. Ik heb hem, dit is een joekel! Ik ben naar Den Haag gegaan, waar hij er nog dagen aan heeft zitten tweaken. Hij was een mierenneuker eerste klasse, maar hij had gelijk.’

‘Ik begreep niks van de psychologie van hits’, verklaart Ramon Roelofs. ‘Al die strings, de koortjes en belletjes, die elementen die voor een cross-over naar het grote publiek zorgden, daar was ik niet bewust mee bezig, ik deed het gewoon. Nu begrijp ik het. Je leeft het leven voorwaarts, je begrijpt het achterwaarts, zeg maar. Als ik nu terug kijk zie ik dat bepaalde dingen al leefden in de underground, en dat in Duitsland de hardcore een beetje “ontdooide”, het werd gemoedelijker, minder meedogenloos. Het werd uiteindelijk een samengaan van culturen die precies goed werkte. Voor Theo was het trouwens anders. Die had een soort marketingopleiding gedaan, hij wist precies waar hij naartoe wilde. Theo zorgde ook voor die petjes. We vonden ze toen we een keer in New York optraden in 1993. Weet je wat, zei hij, we gaan een kledinglijn beginnen. We laten onze namen op de cap borduren. En we hadden shirts: ‘Kiss your fucking ears goodbye’. En hij zei: luister, over drie jaar moeten wij elkaar ieder weekend op Schiphol tegenkomen om de wereld in te trekken.’

Duitsland speelt een sleutelrol in het succes van de twee. Al in een vroeg stadium scoren ze een residency in de buurt van Hamburg. Op de jaarlijkse Love Parade zijn ze vaste gasten. Ze pogen zelfs hun debuutalbum in 1995 ernaar te vernoemen. Charlottenburg heet de plaat, omdat de twee denken dat de Berlijnse straat zo heet waar het dansfenomeen zich afspeelt. ‘Een gozer van de platenmaatschappij moest ons vertellen dat het in werkelijkheid een stadsdeel is’, zegt Roelofs. ‘Maar goed, we waren geen denkers maar doeners.’ Dat blijkt ook wel wanneer de sample in Wonderful Days niet gecleared blijkt, en op het laatste moment voor release in Duitsland nog even vervangen moet worden. Vrijwel niemand merkt het. Het is uiteindelijk Albert West die het refreintje inzingt.

De carrière van Charly Lownoise & Mental Theo is een mengelmoes van toeval, boerenslimheid en overmoed. Schaamteloos ordinair, luchtig. Hun reeks hits omvat na Wonderful Days uit 1995 onder meer Stars, Your Smile, Hardcore Feelings en Fantasy World. De twee maken alle streekdiscotheken in Nederland en Duitsland onveilig. Soms letterlijk. ‘We dachten: we moeten een vuurwerkshow. Dat begon met wat illegaal vuurwerk met een lontje, dat we zelf aanstaken. Vervolgens huurden we er mensen voor in, tot het een keer mis ging. We zijn vervolgens naar een vuurwerkbedrijf in Enschede gegaan om professioneel vuurwerk te kopen. Natuurlijk hadden we geen zes jaar de tijd om een vergunning te halen, maar we kregen het spul mee. We maakten daar soms fouten mee, joh, met fonteinen die toch iets hoger kwamen dan we dachten.’ Roekeloosheid zit met name Theo in het bloed. Hij combineert zijn dj-carrière met een tamelijk professionele race-hobby. ‘Dan stond ik tot vijf uur in een club, snel door naar Zandvoort om de kwalificatie te rijden, ’s nachts weer twee gigs en op zondag de wedstrijd. Gekkenwerk ja.’

Toch verliezen Roelofs en Nabuurs nooit echt het hoofd. Ze verklaren nooit gevallen te zijn voor drugs en hebben zich niet door foute managers laten naaien. Na de hit-periode breekt voor Theo bovendien nog een buitengewoon lucratieve carrière aan als televisiemaker met het programma Mental Theo On The Road, waarin hij het hedonisme in vakantieoorden en Hollandse discotheken haarscherp in beeld brengt. Hedonisme waar de twee zelf niet vies van zijn. Roeloefs: ‘Zeven jaar lang zaten we in constante flow. 24/7. We gingen steeds minder over serieuze dingen praten. Ik durfde twijfels niet uit te spreken, omdat ik bang was Theo te verliezen. En Theo wist denk ik ook wel dat hij niet zonder mij kon. In 1996 ging ik tegen de vlakte tijdens een thuisoptreden in Den Haag. Aan het begin van de avond voelde ik me al niet helemaal top, maar iedereen was er, dus ik ging door. Tot ik bewusteloos naast het podium lag. Dat was voor mij een sleutelmoment. Voor Theo ging het veel langer door. Vijf jaar later was hij nog steeds ieder weekend kleine meisjes aan het knijpen. En geef hem eens ongelijk.’

Codekraker Van Diepen
Voor zowel 2 Unlimited als Charly Lownoise en Mental Theo geldt dat het succes verslavend werkt. Wie eenmaal een hit scoort – een echte, bona fide Top 40 hit – wil er nog een. Maar voor niemand is de hitparade zozeer een spel als voor Wessel van Diepen, de radio- en tv-persoonlijkheid die de code van de hitparade kraakt en jarenlang succes op succes stapelt. Achter de schermen. L.A. Style, Nakatomi, Luvspunge, Lick (feat. Kentucky Martha), Alice Deejay (met DJ Jurgen), de Vengaboys, het komt allemaal uit de koker van de man die we kennen van Radio 3, van 538 Dance Department, TMF en Countdown. Zijn eerste echt grote hit is James Brown Is Dead, een grappige en immens succesvolle housetrack uit 1991. ‘Ik dacht: mensen gaan uit, horen allemaal waanzinnige muziek langs komen, maar weten niet wat het is. Er was natuurlijk geen internet en geen Shazam. Dus: we maken een titel die je nooit meer vergeet. James Brown was veel in het nieuws, omdat hij zijn vrouw uit het raam had gegooid. Er kwam een lobby op: Free James Brown. Maar als je je vrouw uit het raam gooit, moet je de bak in, ook al ben je de beste soulzanger ter wereld, vond ik. Het was ook een muzikaal statement: die muziek is verleden tijd, we hebben nu house. James Brown is dead, ik heb het door een megafoon geroepen en dat is geëxplodeerd.’

James Brown Is Dead wordt een radiohit en een clubhit. Uiteindelijk wordt de single miljoenen keren verkocht. Het is ook typisch zo'n track die op alle compilaties belandt. Het is de tijd van Turn Up The Bass en House Party, series van Arcade die met honderdduizenden over de toonbank gaan. Op James Brown Is Dead volgt bovendien spin-offs James Brown Is Still Alive (door The Holy Noise) en zelfs het losjes erop gebaseerde Michael Jackson Is In Heaven Now van Obscure FM.

Een echte hit dus, en dat smaakt naar meer. Van Diepen weet dondersgoed hoe de radio werkt, beschikt zelfs over een ideaal netwerk om zijn eigen platen te lanceren. De bijbel is voor hem het boek The Manual (How to Have a Number One the Easy Way) van de Britse groep The KLF. Stap voor stap leggen Bill Drummond en Jimmy Cauty daarin uit hoe je zonder geld of muzikale skills een nummer 1 hit kan scoren. Het is een befaamd kunstproject, waarmee de Britten in feite de machinerie van de muziekindustrie op de hak nemen. Later zouden ze ook nog eens demonstratief een miljoen pond verbranden. Inspirerend dus, vindt Van Diepen. ‘Ik hou ervan als mensen de boel een beetje in de maling nemen.’ The KLF is nadrukkelijk in zijn gedachten wanneer hij halverwege de jaren negentig Vengaboys lanceert, een act die tussen 1997 en 2000 hit na hit scoort met vakantietunes als Parada de Tettas, To Brazil, Up And Down, Boom Boom Boom Boom en We're Going To Ibiza.

‘Je moet een goed verhaal hebben, wist ik. Dus hebben we bedacht dat de Vengaboys twee Spaanse dj's waren die met een bus toerden – een beetje zoals de befaamde LSD-bus van Ken Kesey – en overal legendarische feesten gaven. Die bus noemden we The Vengabus. We vertelden dat de Vengaboys met geld strooiden – ook bijna letterlijk gejat van The KLF. En toen op een gegeven moment de verkoop wat terugliep, verzonnen we nog een list: een persbericht dat de master tapes van het album gejat waren, en dat de cd binnenkort uitverkocht zou zijn. Onzin natuurlijk, de cd ís de master. Maar het bericht werd klakkeloos overgenomen door het ANP, en de verkoop schoot omhoog! Toen kregen we de smaak te pakken en hebben we echt alles bij elkaar verzonnen. Het was natuurlijk ook helemaal geen serieuze act, het was gewoon leuk.’

De hits van Vengaboys drijven wat af van de house en worden meer en meer liedjes. Steeds dezelfde beats, maar wel meer en meer de pop-kant op. Late hit Shalala Lala noemt Van Diepen zelfs ‘een Corry Koningsnummer’. ‘De eerste Vengaboys-hits zijn nog door serieuze dj’s gedraaid. Pete Tong draaide Up And Down. Hij wist natuurlijk niet wat daarna allemaal kwam. Wij ook niet.’ Met 'wij' doelt Van Diepen op Dennis van den Driesschen (a.k.a. Danski), de andere helft van het duo. ‘Dennis was een hobbyproducer en werkte op de beurs. Keurig pak aan en schreeuwen “Kopen! Verkopen!”. Ik zei tegen hem: vanaf nu betaal ik jou hetzelfde salaris als je op de beurs krijgt, als je met mij gaat produceren. En dan gaat onze muziek de hele wereld over! Na wat lichte aarzeling is hij ervoor gegaan. Hij is een verschrikkelijk talent, een muzikaal genie. Hij zorgt dat het goed klinkt. Ik ben geen knoppendraaier. Ik ben goed met toplijnen, teksten, structuur en de boel aanjagen. Het was een intensieve samenwerking. Soms weet je in de studio al dat het raak is. Toen we Boom Boom maakten, wist ik: dit wordt een internationale nummer 1. Alles viel op zijn plek. Vaak zaten we elkaar echt op te naaien in de studio. Dit kan écht niet, dit is te plat. En dan deden we het uiteindelijk juist. We overschreden voortdurend de grens van de goede smaak.’

Fun
Goede smaak, dat is inderdaad meestal niet de doorslaggevende factor bij de dancetracks die de top 40 haalden. Fun is alles. Wie kent niet Gabbertje van Hakkuhbar, een project van Bob Fosko waarin de gabberscene op de hak genomen wordt. De Rode Schoentjes van Booming Support, nog zo’n novelty hit. Of Kaplaarzen van Dingetje, wat daar weer een parodie op is; Alles Naar De Klote van De Euromasters; het intens simpele, maar daardoor zo geestige Poing van Rotterdam Termination Source, dat helemaal drijft op het geluid van een stuiterend balletje; het complete oeuvre van The Party Animals. Om over de internationale hits van Aqua (Barbie Girl), Rednex (Cotton Eye Joe), Captain Jack (Captain Jack) en E-Rotic (Max Don’t Have Sex With Your Ex) nog maar te zwijgen. Je kan, dat moge duidelijk zijn, in de jaren negentig een heel eind komen met een lollig idee. En ook als het niet grappig bedoeld is, bereiken de meest succesvolle liedjes vooral een jong publiek, niet de serieuze critici. De hits zijn voor de kids. Ray Slijngaard van 2 Unlimited haalt zijn schouders erover op. ‘Kinderachtig? Ik vond het gewoon leuk om te doen. Ik schreef mijn eigen raps, ik reed in een vette Mercedes. Maar voor mij hoefde het niet per se. Ik had mijn papieren als kok. Ik dacht: als het mis gaat, ga ik gewoon terug. Sommige boys vonden me een sell-out, maar ondertussen wilden ze wel allemaal een hiphouseplaatje opnemen.’

‘Was het leuk?’, zegt Theo Nabuurs. ‘Het was fantastisch! Lang leve de lol, alles wat hoorde bij de rock ’n roll, gebeurde. Alles wat mis kon gaan ook. Relaties, toestanden, alles ging de mist in. De vrouw waarmee ik leefde, waarmee ik een kind had. Ze zag dat ik de kolder in de kop kreeg.’ Ramon Roelofs: ‘Wij stonden echt als een stel boerenlullen op het podium’, lacht hij. ‘Op een gegeven moment stonden we op een Duits festival voor 25.000 kinderen, dat live op tv uitgezonden werd. De keyboards waren niet eens aangesloten. We trokken onze shirts uit, zoals altijd, en iedereen ging helemaal los. Toen hebben we het hardste nummer gespeeld. De producenten aan de zijkant trokken helemaal wit weg.’

Nabuurs: ‘Och, en ik herinner me die keer dat we in een club draaiden die zoveel jaar bestond. We werden helemaal vol gegoten met champagne, en toen we eenmaal moesten draaien ging het helemaal fout. “Ramon! Ramon! 45 toeren!”, riep ik. In de zaal had niemand het door. Iedereen dacht dat het er bij hoorde. Ik heb die avond Ramon uit zijn kots moeten vissen, met de taxi naar het vliegveld. Komen we daar aan, blijkt het vliegtuig helemaal leeg, op twee bloedmooie stewardessen na. Echt, in de beste pornofilm kun je ze zo mooi niet verzinnen. En wij staan daar als twee dronken torren onderaan de trap. “Oh, ihr seit Charly und Theo?” Ze hebben de hele vlucht met een kotszakje naast ons gezeten. Daar zit je dan, als macho popster.’