De rechtenbeheerder heeft de volgende verklaring opgesteld bij monde van bestuursvoorzitter a.i. Leo de Wit:
‘Dit bedrag kwam tot stand op basis van zijn sinds 1997 bij BS opgebouwde rechtspositie en is vastgesteld middels de in het ontslagrecht gebruikelijke kantonrechtersformule. Deze formule was een onderdeel van zijn arbeidscontract. Nieuwe afspraken over eventuele ontslagvergoedingen zullen onder een soberder regime vallen.’

Met het vertrek van Van Rij, de tweede man na directeur Hein van de Ree, ontstond destijds speculatie. Buma/Stemra bevindt zich al enige tijd in zwaar weer, onder meer door een sterke roep om meer transparantie. De organisatie en Van Rij hebben toendertijd afgesproken geen commentaar te geven over de reden van het plotselinge besluit.

De toegekende ontslagvergoeding duidt op een gedwongen vertrek van de heer Van Rij. Het bedrag geeft tevens aan dat geen sprake was van een geval van zwaar verwijtbaar gedrag, bijvoorbeeld basis voor ontslag op staande voet, in welk geval los van de rechtspositie iemand tegen veel lagere kosten ontslagen kan worden. Zie de kantonrechtersformule die sinds 2009 wordt gehanteerd. Sterker, de werkgever oftewel Buma/Stemra zou gezien de vergoeding verwijtbaar hebben gehandeld.

Na eerst sinds 1984 als advocaat voor Buma/Stemra te hebben opgetreden, trad Van Rij in 1997 in dienst bij Buma/Stemra als General Counsel / Head Legal & Business. In maart 2010 werd hij benoemd tot vice-voorzitter van de statutaire directie van Buma/Stemra. Hij was als laatst verantwoordelijkheid voor juridische zaken, RTV/Kabel en Buitenland.

Waarom Van Rij zo kort na zijn nieuwe benoeming binnen de organisatie op straat werd gezet, blijft onduidelijk. Een jaar eerder was er immers grote tevredenheid over Van Rij, gezien die benoeming, terwijl er geen onwelvoegelijke zaken zijn voorgevallen gezien de vergoeding.