3voor12 bespreekt Album van de Week (13): Breton

Other People's Problems is een collage-werk met sterke liedjes

Atze de Vrieze ,

Het zweet stond de muzikanten van de Britse band Breton op het voorhoofd, eind vorig jaar op London Calling. Dat kleine halfuurtje ombouwtijd was eigenlijk niet genoeg om alle snoertjes in de juiste gaatjes te krijgen. De band houdt er een nogal complex geluid op na, ook nog eens aangevuld met eigen visuals. Maar toen eenmaal alles op zijn plek stond groeide het optreden uit tot een van de hoogtepunten van het festival. Precies zo klinkt Other People's Problems, het debuut van de groep, ook alsof nog tijdens het opnemen verschillende elementen op hun plek moesten vallen. En verdomd, aan het slot van de plaat heb je het gevoel dat ze dat gelukt is.

Die omschrijving 'eigen visuals' doet de band overigens wat tekort. Roman Rappak, het brein van de band, wilde filmmaker worden in Londen, maar merkte dat het niet eenvoudig was een publiek te vinden voor zijn werk. En dus veranderde hij zijn concept. Het werd een live performance, met muziek bij de beelden, dat gaandeweg uitgroeide tot het omgekeerde: een band met een sterk visueel karakter. Die Rappak is van origine Pool, maar al lang woonachtig in Engeland en zo geïntegreerd dat hij zingt met een Londens accent. Dat en de muzikale inkleding brengt Breton in dezelfde categorie als Bloc Party, Foals en meer nog als een elektronisch bandje dat het een jaar of drie geleden net niet haalde: Delphic.

Net als die groep leunt het geluid van Breton grotendeels op synthesizers, verschillende lagen zelfs. Maar meer dan Delphic laat Breton ze uit de bocht vliegen en in het rood schieten. Meteen al vanaf het begin, in opener Pacemaker, dat door de opvallende strijkers en de hiphopbeats klinkt als een soort Wu Tang productie. Maar waar veel hiphopproducers hun samples lenen uit klassieke platen, heeft Breton alles zelf gemaakt. Dat hoor je onder meer aan het slot van Pacemaker, als de strijkers meer blijken te omhelzen dan die eenvoudige sample loop. De strijkers zijn gearrangeerd en opgenomen door neo-klassieke muzikant Hauschka, en vervolgens verknipt en verplakt door de band.

Zo werkt de groep continu. Ook de stem van Rappak wordt regelmatig met effecten onder handen genomen of voor het einde van een zin digitaal weggesleept. In veel popproducties staat de stem nadrukkelijk vooraan in de mix, de praatzang van Rappak ligt verder naar achteren, ergens onder de vet aangezette synthesizers. Het levert een continu spannend collage-werkstuk op, waarbij je in outro's ineens lagen herkent die er het hele nummer al bleken te zijn. Maar de kracht van Other's People's Problems is dat het niet bij abstracte collages en gestoei met geluid blijft. Uiteindelijk staan er namelijk genoeg sterke liedjes op, vrolijke liedjes, zeker vergeleken met wat je op basis van de omschrijving zou verwachten. Sommige zijn zelfs catchy genoeg zijn voor de radio. Ach, van 'Other People's Problems' hoef je natuurlijk ook een stuk minder zwaarmoedig te worden dan van je eigen problemen.

Edward The Confessor - met nerveuze synthesizer, maar luchtige tamboerijn en zelfs harp - is de huidige single en een banger. Nummers als Electrian en Interference (met een soort Kasabian-hooligan meezingrefrein) staan klaar om het stokje over te nemen. Zo sterk zijn nog niet alle liedjes, al blijft het geluid wel steeds intrigeren. Ghost Note flirt met dezelfde combi van hiphopbeats en zeer zware synth melodieën die we kennen van witch house act Salem, maar zelfs hier blijft het opvallend lichtvoetig. Slotnummer The Commission laat nog even horen waar Breton vermoedelijk vandaag komt: abstracter, met een wat duistere sfeer. Interessant, maar nog veel interessanter is de vraag: waar gaat deze band de komende jaren naartoe?

Other People's Problems van Breton verschijnt op Fat Cat/Konkurrent.