Stemra hoeft componist geen schadevergoeding te betalen

Rechter wijst eis van 100.000 euro af

Atze de Vrieze ,

Buma/Stemra hoeft voorlopig geen schadevergoeding te betalen aan componist Melchior Rietveldt. Die had 100.000 euro geëist vanwege oneigenlijk gebruik van door hem gecomponeerde muziek voor een anti-piraterij filmpje. Het gaat om een filmpje dat voor het openingsmenu van populaire films te zien is, waaronder de zeer populaire Harry Potter. De zaak kwam aan het licht toen Powned uitgever Jochem Gerrits aan de schandpaal nagelde, toen hij zijn positie als Buma-bestuurder inzette bij bemiddeling.

Vanochtend berichtte Webwereld dat Buma/Stemra 20.000 euro schadevergoeding moet betalen aan Rietveldt. Die lezing van het vonnis is niet juist. De rechter oordeelde juist dat op dit moment geen aanleiding is om een schadevergoeding toe te kennen. Wel heeft Rietveldt eerder een bedrag van 20.000 euro toegekend gekregen, maar het gaat daarbij om een voorschot op te verwachten inkomsten. Stemra is door de rechter wel veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten. Bovendien moet het zich blijven inzetten voor de belangen van de componist, 'met dien verstande dat Stemra zich in redelijkheid dient te blijven inspannen voor Rietveldt en dat Stemra als zij meent dat de grenzen van haar verplichtingen zijn bereikt daar schriftelijk verantwoording voor dient af te leggen'.

Feit is dat het spotje met Rietveldt's muziek zonder toestemming gebruikt is op duizenden dvd's, ook in het buitenland. Opdrachtgever van die spotjes was niet Buma/Stemra, maar Filmwereld. De NVPI, branchevereniging voor de entertainmentindustrie en ook filmmaatschappij Warner speelden een rol. Die leefden in de veronderstellig te maken te hebben met een filmpje waarvan alle rechten afgekocht waren, zoals dat vaak gaat bij muziek in opdracht. Aan Stemra slechts de taak om voor dat gebruik alsnog een vergoeding te krijgen voor de componist. In die hoedanigheid heeft de auteursrechtenvereniging een schikking getroffen met de NVPI van 60.000 euro. Volgens Stemra het hoogst haalbare, waarbij opmerkelijk genoeg de volgende verklaring geldt: "In dit verband heeft Stemra nog naar voren gebracht dat zij haar kosten in toom moeten houden omdat de auteurs die bij haar zijn aangesloten anders te weinig krijgen uitgekeerd (het gaat immers om het collectief beheer)."

De rechter vindt het 'voldoende aannemelijk' dat Rietveldt in eerst instantie meeging in de schikkingsonderhandelingen, maar dat hij uiteindelijk niet tevreden was over het resultaat. Ook vindt de componist dat sprake is van belangenverstrengeling tussen NVPI en Buma/Stemra, en dat bij de berekening van de vergoeding van een onjuiste duur van de DVD’s is uitgegaan en dat het aantal jaren waarover het gebruik van het spotje is berekend niet klopt. Kortom: Rietveldt vindt dat hij recht heeft op meer, de rechter acht het onmogelijk daarover in kort geding te beslissen. Daarvoor zal Rietveldt een bodemprocedure aan moeten spannen. Buma zegt tevreden te zijn met de uitspraak 'omdat de rechter hiermee aangeeft dat zij door kan gaan op de ingeslagen weg. Ook is hierbij geen dwangsom opgelegd. Dhr. Rietveldt die op televisie claimde miljoenen tegoed te hebben van Buma/Stemra is hiermee in het ongelijk gesteld.'