Nederlandse muzikanten in Berlijn: "Het is een lege huls die je zelf moet invullen"

Thomas Azier, Bart Constant en Richard Cameron in de Duitse hoofdstad

Sander Kerkhof ,

David Bowie, Lou Reed, U2, Iggy Pop: Berlijn heeft altijd een mysterieuze aantrekkingskracht gehad op muzikanten en kunstenaars.
Drie Nederlandse muzikanten praten over leven en werken in Berlijn anno 2012: Thomas Azier, Bart Constant en Richard Cameron.

'What is the best thing about Berlin?’ Het blijft lang stil in de volgepakte .HBC club. De Nederlandse band The Black Atlantic is op tournee in Duitsland en speelt onder het wakend oog van de Fernsehturm een prachtige show voor 250 muisstille fans. Zanger Geert van der Velde stelt de vraag nog een keer. Iemand roept: ‘Bratwurst!’ Gelach stijgt op uit het publiek. ‘Wow that is fast,’ zegt Geert. ‘Usually Germans like to think about things, while Dutch people just scream stuff.’

Achterin de zaal staat Thomas Azier. Een Nederlandse muzikant die Berlijn woont en afgelopen januari voor het eerst op het Noorderslag festival speelde. 3voor12 omschreef zijn muziek als een kruising van New Order, Scooter en Depeche Mode. Zijn antwoord op de vraag wat het beste is aan Berlijn: ‘Vrijheid. Hier kun je je in alle rust ontwikkelen. Het ritme van de stad is gezond.’ Ook al duurt het soms even voordat je daar achter bent.  

De volgende ochtend ontbijt Azier (24) samen met Rutger Hoedemaekers (35) in Morena, een café in de hippe wijk Kreuzberg. Hoedemaekers is sinds kort beter bekend als Bart Constant. Zijn album Tell Yourself Whatever You Have To kreeg onlangs vier sterren in de Volkskrant en ook hij speelde, met veel succes, een show tijdens Noorderslag. Hoedemaekers woont inmiddels vijf jaar in Berlijn. Na een half jaar met Voicst op tournee te zijn geweest in Amerika groeide de drang om te vertrekken uit Amsterdam. Hij koos voor de Duitse hoofdstad, aanvankelijk voor een half jaar, om zijn plaat af te maken. ‘Dat is een beetje uit de hand gelopen.’

Feesttoeristen
Thomas Azier vertrok op zijn negentiende uit Groningen. Op zoek naar avontuur in de grote stad. ‘Ik moest uit m’n comfort zone, mezelf in het diepe gooien. Ik had ook het gevoel dat ik een muzikaal geluid moest zoeken dat ik niet kon vinden in Nederland.’ Hij vertrok naar Berlijn en had binnen twee weken een huis voor nog geen 250 euro. ‘Ik woonde als een koning. En ik dacht: waarom heeft niemand dit nog ontdekt?’ Dat veranderde snel, maar kan nog steeds. ‘Berlijn is zo groot, je kan nog alle kanten op. Kreuzberg en Prenzlauerberg niet meer, maar je kunt nog naar Treptow, of zelfs Marzahn als het moet.’ Vooral de afgelopen jaren is het heel hard gegaan in Kreuzberg. De prijzen liggen nu op het niveau van de al eerder door de jonge generatie ontdekte wijken Mitte en Prenzlauerberg. Ze maken grappen over de feesttoeristen die je hier steeds tegen het lijf loopt. Azier: ‘Het typische beeld is een jongen met een gitaar met daarnaast een meisje met een camera op haar heupen. Drie maanden hangen in Berlijn, lekker gek doen. Het voelt een beetje alsof je daarmee credibility koopt. Zoals je naar India gaat om spiritualiteit te kopen.’ Constant: ‘Veel kids komen hier drie maanden om helemaal naar de kloten te gaan en zijn dan weer weg. De stad wordt ook gebruikt op die manier, dat is ook wel naar.’

Berlijn heeft nog altijd een mysterieuze aantrekkingskracht op kunstenaars, ontwerpers en muzikanten. Het blijft een stad met een bizarre historie en genoeg rauwe rafelrandjes. Wonen is goedkoop. Goed eten doe je hier voor een tientje en een halve liter Berliner kost nog geen drie euro. Je hebt niks nodig en je hoeft geen verantwoordelijkheid te nemen. Als je een beetje spaargeld hebt kun je het hier best lang uithouden. Als je door Kreuzberg loopt zijn er veel mensen een beetje koffie zitten te drinken en een geweldige tijd hebben. Bovendien kun je hier de hele week tot acht uur ’s ochtends uitgaan. ‘Je ziet mensen verdrinken in de stad,’ zegt Azier. ‘Mensen die het niet onder controle hebben, draaien na vier maanden door. Ik heb ook een te grote ambitie om daar aan toe te geven. Ik heb al snel het gevoel dat ik m’n tijd verdoe.’

Nare dingen
Ze merkten toch een groot verschil tussen Duitsers en Nederlanders. Dat het echt een paar jaar duurt voordat je iets hebt opbouwt, echt contact krijgt. Duitsers zijn veel afstandelijker, formeler ook. En de lokalo’s staan bekend om hun Berliner Schnautze, met hun afsnauwende toon. ‘De eerste twee jaar waren heel zwaar voor mij,’ zegt Azier.  ‘Ik vroeg er ook om en ik kreeg het hard. De winter van 2009 was verschrikkelijk, alsof je in Rusland woonde. Ik woonde in Neukölln. Met heel veel drugs en alcohol op straat. Zatlappen die elkaar slaan met flessen.’ Berlijn is dan niet de vrolijkste plek om in je eentje te zitten. ‘Er is veel agressie, en er zijn een paar incidenten geweest waar wij allebei behoorlijk van zijn geschrokken.’ Constant: ‘In die zin is Berlijn niet anders dan New York of Londen. Het is gewoon een grote stad waar nare dingen gebeuren. Je moet je niet laten afleiden door het feit dat iedereen zo relaxed is. Dat is verraderlijk. Ik zie nu ook wel dat het niet een walhalla is.’ Toch is hij blij dat de stap heeft genomen. ‘Ik denk dat het altijd beter is om ergens anders te gaan wonen als je een plaat wil maken. En als dat niet kan, ga dan in ieder geval een tijdje in een studio in Polen zitten.’

Elektronische muziek is hier baas, het gaat boven alles. En dat zal nog lang zo blijven. Azier en Hoedemaekers hadden allebei een probleem om goede live-muzikanten te vinden. Azier: ‘Ik ben veertig muzikanten afgegaan via Craigslist. Dat waren de grootste debielen die ik ben tegen gekomen.’ Constant: ‘Zo heeft iedere stad zijn problemen. Probeer in Brooklyn maar eens iemand te vinden die met electronische muziek om kan gaan. Ik ken ook niet echt goede bands die hier vandaan komen.’ Een tijdje geleden had je wel zo’n scene met Feist, Mocky, Jamie Lidell, Gonzales en Peaches. Maar dat is allemaal voorbij. Azier : ‘Iedereen die hier woont, heeft zijn netwerk ergens anders. Dj’s die het hele weekend de wereld overreizen en die Berlijn alleen gebruiken als uitvalsbasis, als woonplek.’

Kleine stadjes
‘Berlijn is een soort template, een lege huls die je zelf moet invullen. De innovatie komt van buiten,’ zegt ook Richard Cameron (47). De winnaar van de Popprijs in 2000 met de groep Arling & Cameron woont nu tien jaar in Prenzlauerberg. Hij heeft de stad van dichtbij met zien veranderen. ‘De algemene situatie van tien, twintig jaar geleden met goedkoop wonen en een samenballing van creatieve mensen, daar is niets aan veranderd. Er is alleen steeds een andere plek waar het gebeurt. Amsterdam heeft maar één centrum, Berlijn is net als andere grote steden een conglomeraat van kleine stadjes die aan elkaar zijn gegroeid. Daarom is het mogelijk dat één bepaald deel heel erg gehypt wordt tot het leven er uit is.’

Op vrijdagavond repeteert Bart Constant met zijn twee nieuwe bandleden voor een show in Rotterdam. De oefenruimte, die hij huurt van de Venezolaanse producer Kid606, zit in een complex aan de Wiesenweg, op de grens van Friedrichshain en Lichtenberg. Niet de gezelligste plek van de stad. Je krijgt het gevoel dat hier ieder moment een dronken neonazi achter je aan kan komen rennen met een kapotte bierfles. Constant heeft lang getwijfeld of hij in Berlijn of in Nederland muzikanten zou zoeken. ‘Stel dat het alleen in Nederland werkt. Dan breng ik mezelf wel een beetje in een moeilijke positie door hier alles te organiseren.’ Hij is er zeker van dat hij de plaat zoals die uiteindelijk geworden is niet in Amsterdam had kunnen maken. ‘Op een abstracte manier zit de stad er zeker in. Toen ik hier net kwam zat ik ook wel een beetje in de clubcultuur. De mensen die ik hier eerst kende, zaten in dat circuit. Op een gegeven moment was dat ook genoeg en ben mensen tegen gekomen die dat gevoel ook hadden. Die wel met muziek bezig waren, maar verder hun eigen weg gingen, richting filmmuziek bijvoorbeeld.’ Met de Amerikaanse pianist Dustin O’ Hallaran en de Nederlandse producer Niels Zuiderhoek deelt hij nu ook een studio op de Oranienstrasse. ‘Het is uiteindelijk bijna een tegengeluid van de stad geworden. Heel erg akoestisch.’

Sodom en gomorra
Azier woont om de hoek bij de Kastanienallee, maar dan wel in een huis zonder kachel en warm water. Hij is al een keer of acht verhuist binnen de stad. Hij kickt op de architectuur van Berlijn, de oude gebouwen naast fonkelnieuwe designtorens. ‘Ik luister niet naar veel muziek, meer naar het metropolistische van deze stad. Het is zo druk hier, en het is hier nog echt spannend. Er gebeuren dingen die je niet verwacht en dat zorgt er wel voor dat je heel extreme keuzes in je muziek gaat maken.’ Hij vertelt over zijn eerste bezoek aan de roemruchte Berlijnse gay technoclub Berghain. ‘Ik stond om vijf uur ‘s zondagmiddags broodjenuchter in de Berghain en kwam in een soort sodom en gomorra terecht.’ Een overweldigende ervaring. ‘Ik had nog nooit zoiets meegemaakt.’

Ze hebben allebei nu pas het gevoel dat ze hun draai hebben gevonden in Berlijn. De rust om bezig te zijn met hun eigen projecten met de stad als basis. Ze zijn ook met andere ogen naar Nederland gaan kijken. Constant: ‘Je ziet dat de muzikale scene toch heel erg in zichzelf is gekeerd. We vinden onszelf vaak beter dan we in werkelijkheid zijn. Nederlandse muziek staat gewoon niet heel erg hoog aangeschreven in het buitenland. In Oor stond aan het einde van een recensie over mij: “Hij is van ons!” Als je dat wilt geloven, prima. Maar ik heb echt niet de instelling om dit alleen voor Nederland te gaan doen. Misschien lukt dat niet, maar ik wil het wel proberen.’ Thomas Azier heeft dat hetzelfde gevoel. ‘Ik vind dat mijn muziek wel een soort europopsound heeft.’ Ze kunnen inmiddels leven van hun werk als muzikant. Soms zitten daar commerciele opdrachten bij. Azier  schreef onder meer voor de Duitse Idols. Hij is trots dat het hem gelukt is om een Duits management te vinden. ‘Als songwriter heb ik ook voor Duitse acts gewerkt. Ik heb nu ook een contract dus ik zit hier nog wel een tijdje.’ Op Noorderslag zag hij dat de muziek die hij nu maakt nog een beetje een buitenbeentje is in Nederland. ‘Veel Duitser, eigenlijk.’