Benjamin Herman: "Ik heb mijn midlife crisis allang gehad"

Saxofonist beleeft extreem productief jaar

Atze de Vrieze ,

Hij was dit jaar al in Costa Rica, Zuid-Afrika, Senegal, Maleisië, Spanje en Turkije. Oh ja, en hij komt net terug uit Japan, waar New Cool Collective zijn debuut maakte op Fuji Rock. Tussendoor maakte hij ook nog eens de soundtrack bij 'Deal', de nieuwe film van Eddy Terstall. Maar de komende zes weken zit saxofonist Benjamin Herman veilig opgesloten in de Utrechtse Schouwburg, waar New Cool Collective de muziek verzorgt bij een moderne en experimentele versie van Shakespeare's Much Ado About Nothing. "Zes weken thuis slapen, en dan 2,5 week op vakantie. Ik kijk er naar uit. Het is een erg druk jaar tot nu toe."

Hij zegt het niet met een zucht, want Benjamin Herman klaagt niet over te veel werk. Liefst rolt hij van het ene project in het andere. De geboren Brit die al jaren in Hollandse dienst werkt loopt door de grote zaal van de Schouwburg, waar een enorm podium midden in de zaal staat. Het idee is dat bezoekers van de voorstelling Veel Gedoe Om Niks zich op een soort feest wanen, met New Cool Collective als middelpunt. Tijdens de hele voorstelling is de bar gewoon open, alsof je bij een concert staat. "We hebben als muzikanten altijd geprobeerd te vermijden anoniem in de orkestbak te belanden bij Joop van de Ende", zegt Herman, die inmiddels toch redelijk wat ervaring heeft met theatervoorstellingen. "We doen alleen aan bijzondere projecten mee. Trompettist David Rockefeller heeft met Brigitte Kaandorp gewerkt, percussionist Jos de Haas zat bij Dogtroep, ik en drummer Joost Kroon hebben met Hans Teeuwen gewerkt en met New Cool zijn we drie keer het theater in geweest met Jules Deelder.

De intercom in de kleedkamer kraakt en meldt dat alle leden van de cast en crew zich dienen te melden op de vloer voor de repetitie. Herman trekt geïrriteerd de stekker uit het apparaat. "Rock 'n roll", lacht hij. De saxofonist is goed thuis in de hardcore jazzwereld, in het theater, maar toch zeker ook in de popmuziek. New Cool Collective speelt vaak in popzalen, en in de zomer van 2010 trok de band alle festivals langs met rapper Typhoon. Benjamin Herman is inmiddels 44 jaar, maar hij heeft nog altijd de jongensachtige uitstraling die hoort bij een popmuzikant. "Ik zit nog altijd graag in de kroeg", zegt hij. "Ik heb geen kinderen. Mijn vrouw - ik krijg het woord nog altijd lastig uit mijn strot, maar we zijn nu eenmaal getrouwd - en ik hebben het samen gezellig genoeg. Veel van mijn vrienden zijn jong, gay of andere vrije geesten. Ik vind het zonde om mijn hele leven op die saxofoon te ploeteren om op een houtje te bijten in een buitenwijk met een lesbaan bij de muziekschool."

En er moet altijd iemand kunnen bellen met een goed idee. Een one-off gig op een festival in Maleisië bijvoorbeeld. Niet voor veel geld, maar tickets en hotel zijn betaald door de sponsor. "Wij doen dat vaak toch, al moeten we het er elke keer weer over hebben. Voor je goed en wel bij Schiphol aankomt, ben je al weer tachtig euro verder aan broodjes en taxi's. Maar ik realiseer me dat het niet vanzelfsprekend is. Toen ik een jaar of twintig was heb ik twee jaar lang alleen maar in het buitenland gespeeld. Ik zat in Zwitserland in een bandje via pianist Mike del Ferro. En ik werd gevraagd voor een Glenn Miller orkest waarmee we naar Japan gingen. Ik kon geen noot lezen, kon er echt nog niks van, maar ze zaten vreselijk omhoog en het was hartstikke leuk. Op een bepaald moment hield het op en kwam het er tien jaar helemaal niet van om naar het buitenland te gaan. Die reisjes miste ik wel hoor"

Het Japanse Fuji Rock festival beleefde Herman als een buitengewone ervaring. De muzikant was al vaak in Japan, maar nog nooit op dit monsterfestival. "Het is krankzinnig. Ik heb er Radiohead gezien, The Specials, Ray Davies en Noel Gallagher. Dat festival heeft het grootste hoofdpodium dat ik ooit gezien heb. Er stonden misschien wel 80.000 mensen voor. De sfeer is er heel anders dan in Europa, waar iedereen meer uit zijn plaat is. Daar heb ik geen problemen mee, maar het is mooi dat de mensen daar echt voor de muziek komen. Mensen onderschatten het wel eens, in Japan zijn ze gek op muziek. En ze zijn kritisch hoor, zijn echt niet van elke scheet die je laat ondersteboven. Het is aanpoten."

Herman kent er na al die jaren de weg - hij vierde zelfs zijn honeymoon in Japan - al blijft het lastig. "Zakelijk regelt Dox het allemaal voor me. Ik heb wel wat vrienden in de jazz, maar het is heel lastig om goede muziek te vinden. Alle websites zijn in het Japans en de namen zijn niet te onthouden. Je hebt geen houvast, of iemand nou Takeyushi, Takeshimi of Yakketakki heet, het is niet uit elkaar te houden. Maar ik doe mijn best. Ik heb laatst afgesproken met Hiroshi Itsuno van 55records. Die heeft in een catalogus precies aangekruist wat ik moet kopen. Net als in Europa lopen in Japan supergoede muzikanten rond, en net zoals hier komen de beste muzikanten vaak het land niet uit. Dat krijg je als je Amerikaanse muzikanten nadoet, je moet iets eigens hebben, zoals groepen als Soil & Pimp en Tokyo Ska Paradise dat hebben."

Toen Herman vorig jaar twee lucratieve opdrachten deed voor Philips en Johnny Walker, had hij even het idee zijn creatieve geweten af te kopen door zes weken in New York saxofoon te studeren. Hij besloot uiteindelijk toch iets anders te doen. Hij investeerde in Deal, de soundtrack bij de nieuwe film van Eddy Terstall. "Ik heb Eddy Terstall ontmoet toen ik met Hans Teeuwen in Amerika was bij de verkiezing van Obama. Eddy is echt een politiek dier. We zijn niet heel dikke vrienden geworden, maar ik vind hem een intelligente, ondernemende man. Dat zoek ik graag op. Mensen waarvan ik energie kan aftappen. Bij Remco Campert had ik dat ook, en bij Jules Deelder. Toen Eddy me benaderde heb ik niet lang na hoeven denken. Ik had het script gekregen en kreeg ideeën om er een soort Turks Fruit-achtige soundtrack bij te maken. Je T'aime Moi Non Plus, John Barry. Iets heel anders dan waar ik normaal mee werk. Jazz is zwarte Amerikaanse muziek. Ik hou van Art Blakey en dat soort heavy dudes. Dit zijn over het algemeen blanke Europese componisten. Het werkte ook zo toen ik met surfmuziek ging werken, dat is gewoon heel anders dan jazz."

"Het was een leerzame plaat om te maken. Het was niet makkelijk om de juiste balans te vinden tussen die strijkers en het Hammond orgel. Alles zat elkaar in de weg. Ik vind het sowieso steeds belangrijker dat een opname goed klinkt. Iemand kan nog zo de sterren van de hemel toeteren, je moet het ook met visie vastleggen. Er was een tijd dat je gewoon alles op cd pleurde en dat was dan je nieuwe album. Maar mensen zijn steeds kieskeuriger. Ik merk het ook aan de reacties op mijn programma bij Radio 6. Er is natuurlijk geen geld en geen tijd in de jazz, en dus wordt vaak een live optreden opgenomen."

Een hedendaagse jazzmuzikant als Benjamin Herman ontkomt er niet aan de geschiedenis te herinterpreteren. Er was een tijd dat jazz per definitie vernieuwend was. Iedere nieuwe jazzgigant gooide het regelboek van zijn voorganger uit het raam, tot Ornette Coleman in de jaren zestig de jazz 'free' verklaarde. Benjamin Herman kent de jazzgeschiedenis op zijn duimpje en deelt dat op allerlei mogelijke manieren. Zo twitterde hij een tijdje terug een compleet concert van pianist Thelonious Monk uit 1966 op YouTube. Van die muziek die tegenwoordig als volstrekt normaal gezien wordt, maar die destijds baanbrekend was. "Hij was zo'n goede pianist en zo'n goede componist, daar kun je gewoon niet omheen. Die combinatie vind ik interessant: iemand die virtuoos is, visie heeft en productief is. Dat was met Ornette Coleman ook zo. Die schreef in zijn hoogtijdagen tien liedjes per dag, direct herkenbaar als zijn geluid."

"Ik heb dat ook met een hedendaagse muzikant als Brad Mehldau, die is zo kneitergoed, daar kan ik niet bij. Maar of het nou retro is wat iemand maakt of hypermodern en baanbrekend, dat maakt me uiteindelijk niet uit. Neem een band als Jungle By Night. Die jongens zijn niet grensverleggend, maar wel heel goed en spring in het velds. Ik ben geen hardliner, voor mij hoeft niet alles vooruitstrevend te zijn. Ik houd ook van dingen die verwijzen naar het verleden. Dat doe ik zelf op de soundtrack van Deal, maar ook op het album Itch. Niet mijn meest consistente plaat, maar die rare hoekige gitaar met een swingende beat eronder, dat had ik wel zo in gedachten."

"We zijn inmiddels al weer negentien jaar bij elkaar", zegt Herman over de basis van alles wat hij doet, New Cool Collective. "Iedereen ontwikkelt zich op zijn eigen manier, maar als band wordt het steeds gemakkelijker. Conflicten moesten vroeger worden uitgevochten, nu herkennen we ze in een eerder stadium en kennen we de oplossing vaak ook al. De meesten van ons hebben hun midlife crisis allang achter de rug. Ik had hem denk ik al toen ik 28 was. We waren al zes jaar bezig met New Cool en ik was alleen maar bezig met bellen en mailen om het op de rails te krijgen. Ik ben daar depressief van geweest en heb mijn thuislevens flink veranderd. Ik zat in een relatie die - laat ik het zo zeggen -  niet erg goed was. Dat kwam ook doordat ik zo hard werkte. Maar ik wist: als ik niets doe, is het over een paar jaar over. Dan zijn er geen gigs meer en gaat iedereen wat anders doen. Ik ben doorgegaan op mijn tandvlees. Nu is mijn leven er helemaal op ingericht. Mijn sociale leven bestaat voornamelijk uit muzikanten. Dat zijn toch nog altijd de leukste mensen om mee rond te hangen."