#LGW12: FIDLAR is de belichaming van garage en lol

Slackende snotapen serveren sensationele skatepunk set

Ingmar Griffioen ,

"I! DRINK! CHEAP! BEER! SO! WHAT! FUCK! YOU!", is dus echt de belangrijkste zin in single Cheap Beer van FIDLAR?! Jazeker, het is zelfs een gemeen opwindende garage-song en zowel de opener van het aanstaande album als van een bepaald sensationele set tijdens de Le Guess Who? Fuzzbox. Niet gek voor een stel Californische skatepunks. FIDLAR staat overigens voor Fuck It Dog, Life's A Risk. SO! U! KNOW!

CONCERT
FIDLAR, Le Guess Who?, Tivoli Oudegracht, zondag 2 december 2012

MUZIEK
Gejaagde garage- en skatepunk met een mopje surf uit Los Angeles, California van vier skatende, uitermate prettig gestoorde snotapen. College kids in skate- en punk-kleding, die duidelijk naar The Black Lips en Wavves luisterden en dat rudimentair en in klassieke opstelling (zang, 2 gitaren, drums, bas) opdienen. FIDLAR komt 4 februari 2013 met het meer dan uitstekende titelloze debuutalbum, waar liefhebbers van de EP's DIYDUI en Don't Try zich geen buil aan zullen vallen. Al was het maar omdat alle prijsnummers van die releases ook op de eerste langspeler staan. Het zijn lolbroeken met singles als No Waves (met surfende Magere Hein op de hoes), Whore en Max Can't Surf die beide aan drummer Max Kuehn zijn opgedragen.

PLUS
Zanger-gitarist Zac Carper, in broek met afgescheurde pijpen, heeft een speelse, ondeugende grijns, die de hele show niet meer van het bezwete gelaat verdwijnt. Hij zet vrijwel elk nummer in met een verwijzing naar een ander genotsmiddel: "This song is about LSD. Do you have LSD here?" In Cocaine snijden ze ook een voorname Beastie Boys partyfeel aan en Wake Bake Skate behoort tot de felste, meest opruiende nummers. FIDLAR is losjes en rammelend rockend als de vroege The Black Lips maar dan met een dikke glimlach, een nog dikkere knipoog en vooral: on speed. Het kwartet heeft naast tomeloze energie vooral heel veel lol in wat ze doen en dat slaat over als olie op het Fuzzbox-vuur. Wat aanvankelijk als een bescheiden pitje oogt, mondt al gauw uit in een kolkende massa die het centrale deel van de Tivoli-zaal meevoert. De pit is hevig, het publiek slaat in aanvalsgolven tegen het zaalpodium en over de monitoren en een slingerende stellage met boxen moet door drie man gezekerd worden om niet omver te worden gesmeten. Zo'n laag podium heeft veel voordelen: je kunt de band aanraken, het podium bestormen en die opzwepende garagepunk-beleving van dichtbij proeven; het zweet spat je in het gezicht. Crowdsurfen is ook laagdrempelig: de een na de ander komt voorbij en Carper kan zelf natuurlijk niet achterblijven.

MIN

Zo'n laag podium heeft ook nadelen: mensen vallen over monitoren, schakelaars en pedalen (Duct tape doet wonderen), bier vliegt overal overheen, de microfoonstandaards klappen alle kanten op en je moet als stagediver iets meer je best doen om op, in plaats van tegen, de mensen vooraan te springen. Een breed grijnzende vijftiger tovert een heupflacon tevoorschijn, neemt een teug en geeft door aan Carper, die verheugt reageert: "Now you really remind me of my father". Beetje lullig dat de beste man vervolgens het podium opgebeukt wordt, maar hij klautert overeind en houdt stand. Inhoudelijk heeft de band behalve de ode aan alle denkbare geestverruimende geneugten niks te melden, en dat is ook wel eens lekker.

CONCLUSIE
Eigenlijk ontploft Tivoli een half uur lang, vanaf de eerste tonen tot de laatste. Heel lekker, en knap hoe ze die energie blijven voeden. Halverwege is er al zoveel gebeurd, dat je in plaats van een kwartier een uur vermoedt en dat je zo beurs bent als een appel in een centrifuge. Aan alles voel je; deze rauwe energie had de LGW12 zondag even nodig en vooral: dit is 'm, mensen moeten van verdomd goede huize komen om hier nog overheen te gaan qua beleving en Fuzzbox-gehalte.

CIJFER
9