Andrew Bird bracht dit jaar maar liefst twee albums uit: Break It Yourself en het bijbehorende Hands Of Glory. Het eerste staat vol met nieuwe songs, op de tweede covert Bird onder meer zijn helden Townes Van Zandt en The Handsome Family. Hij wordt sinds zijn album Noble Beast (2009) door zijn collegae zeer serieus genomen. Bird werkte met Ian Schneller aan een project met vijftig handgemaakte vintage speakers in het Guggenheim in New York onder de naam Sonic Arboretum en bracht twee jaar geleden zijn eenmansorkest naar Long Beach, Californië voor een TED-conferentie. Onder meer Bill Gates en Al Gore zagen hem op het podium zijn kunsten vertonen.
#CB12: Andrew Bird: Gevoelige fluiter
Minder 'kamerpop-achtig gedoe en gedraai', meer gewoon inpluggen en spelen
De live optredens van Andrew Bird, klassiek geschoold violist uit Chicago, zijn fascinerende schouwspelen. Hij switcht tijdens de nummers tussen instrumenten, terwijl hij met elektrische voetpedalen de lagen over elkaar heen legt en het geheel laat aanzwellen tot orkestrale proporties. Bird zingt als ingetogen crooner en spint zijn folk, jazz en klassieke invloeden tot een minimalistisch web van akoestische geluiden.
Extreem verlegen
Als kind vertoonde Andrew Bird soms intens fysieke reacties op geluiden. Ze maakten hem misselijk, of er bleef een constante fluittoon in zijn oren hangen. Andere tonen, zoals de slide van de pedalsteelgitaar brachten hem juist weer in de zevende hemel. Birds extreme gevoeligheid hoor je terug in zijn muziek. De gevoelige fluiter was een extreem verlegen kind, hij ging er zelfs voor naar een speciale school. Muziek bleek de uitweg, de viool het instrument. Het studeerde af aan het conservatorium, maar de gestructureerde klassieke wereld verveelde hem. Bird ziet zichzelf liever als een songwriter die toevallig viool speelt. Hij stortte zich op jazz en nam drie albums op met de band Bowl Of Fire, voordat hij in 2007 solo ging. Daarna maakt Bird langzaam maar zeker naam door zijn spectaculaire liveoptredens.
Bird houdt niet van repeteren, hij leeft voor de spontaniteit en onzekerheid op het podium. Live optreden blijft voor hem een ongrijpbaar fenomeen. Het ritueel van de donkere ruimte waar mensen elkaar ontmoeten die willen luisteren naar waar hij zich het afgelopen jaar mee bezig heeft gehouden fascineert hem nog steeds. Het liefst is hij op tournee, weg van een wereld vol verantwoordelijkheden. Het is een slopend leven, maar hij begrijpt tenminste wel hoe het werkt.
Gewoon inpluggen
Bird is een singer-songwriter die het hart ook niet op de tong heeft. De teksten zijn vaak in code en ook het muzikale web kan soms lastig te ontrafelen zijn. Het geeft hem de veiligheid om dingen meer privé te laten zijn, maar ook om het voor zichzelf avond na avond interessant te houden. Op Break It Yourself is Bird toch een stuk directer dan op zijn eerdere werk. Halverwege het maken van dit laatste album gebeurde er iets. Bird werd zijn eigen poëzie een beetje zat, vertelde hij in een interview met het Amerikaanse blog The Quietus. Maar vooral wilde hij eens een wat ander album maken. Minder kamerpop-achtige gedoe en gedraai, meer gewoon inpluggen en spelen. Hij sleepte de drie andere bandleden vorig jaar augustus naar zijn boerderij voor een weekje eten, drinken en muziek maken. Het meest directe resultaat van deze losheid is de single ‘Eyeoneye’, dat zo’n beetje voor het eerst in zijn oeuvre een nummer is met een duidelijk couplet en refrein. Op Break it Yourself en specifiek in het haast Spectoriaanse ‘Eyeoneye’ onderzoekt Bird het idee van de mens die helemaal niemand anders meer nodig heeft. Dat iedereen zo zelfvoorzienend wordt dat je nooit meer je huis uit hoeft. Wat gebeurt er als je een eiland wordt? Wat als je je eigen hart kan breken? You’ve done the impossible now / Took yourself apart / Made yourself invulnerable / No one can break your heart / So you break it yourself.’
Kermit de Kikker
Niet dat alles ineens helemaal duidelijk wordt in de wereld van Andrew Bird. Een metafoor als het zinken van de Lusitania (tijdens de Eerste Wereldoorlog) staat nog gewoon voor een gewonde relatie, maar hij schreef nu teksten waarvan hij zeker weet dat hij ze vijf jaar geleden niet gemaakt zou kunnen hebben. De invloed van Kermit de Kikker valt daarbij niet te ontkennen. Als songschrijver werkte Bird mee aan twee Muppetsprojecten. Hij coverde Kermit’s ‘Bein’ Green’ op The Green Album, waarop onder meer ook My Morning Jacket en Weezer een greep deden in het rijke oeuvre van Henson & co. En daarnaast verzorgt hij de fluitsolo tijdens de climax van de laatste Muppetsfilm. Deze projecten gaven hem een mooi excuus om eens te ontsnappen aan zijn eigen songs. Het was bovendien een prima manier om een kleine burn-out na een slopende tournee te verwerken. Bird maakte meerdere songs voor de Muppetsfilm, maar uiteindelijk bleef alleen zijn gefluit over. Typisch, want sinds jaar en dag staat hij op plaat en ook op het podium bekend staat als een ontzettende mooifluiter. Hoe het gekomen is weet hij niet meer, maar het is één van zijn belangrijkste instrumenten. ‘Voor mij is fluiten even belangrijk geworden als viool spelen.’