CMJ 2011 dag 2: Halfnaakte bardames en getormenteerde kindvrouwtjes

Onder meer Bleached, Main Attrakionz, Inc., Nina Nastasia

Erik Zwennes ,

Op dag twee van CMJ worden verrassingen met gejuich ontvangen, buzzbands lekgeprikt en blijken de mafste zalen zo gek nog niet.

Onder meer Bleached, Main Attrakionz, Inc., Nina Nastasia

Op dag twee van CMJ worden verrassingen met gejuich ontvangen, buzzbands lekgeprikt en blijken de mafste zalen zo gek nog niet.

De avond begint in Mercury Lounge met oudgediende Nina Nastasia, een getormenteerd kindvrouwtje met een prachtige stem. Met enkel haar eigen gitaartokkels als begeleiding zingt ze over verloren liefdes, de pijn van alledag en dromen van morgen. Soms traag en uitgesponnen, dan weer compact en in twee minuten afgelopen. Steve Albini, zanger en gitarist van Shellac en producer van onder meer Nirvana, gaf ooit een exemplaar van Nastasia’s debuutalbum Dogs aan de inmiddels overleden notoire Britse dj John Peel waarna het balletje ging rollen. In folkkringen heeft de Amerikaanse een flinke following en ze blijkt het nog steeds te kunnen. Sterker, haar laatste album Outlaster (2010, geproduceerd door Albini) was opnieuw een schot in de roos en krijgt vanavond een mooie live-vertaling. Liefhebber van My Brightest Diamond? Leg die laatste plaat alsjeblieft aan de kant en koop Nina Nastasia, zoveel beter. Het is zo basaal wat ze doet, of dat afschuwelijke woord: tijdloos, maar het raakt en verwarmt. Dan komt er een medewerker van de zaal naar haar toe. “Ik hoor dat ik nog tijd heb voor tweeënhalf nummer, gelukkig heb ik nog een half nummer liggen.” Nastasia lacht zonder te lachen. Wat volgt zijn twee dramatische nummers. Het lijken wel folkinterpretaties van Rachmaninov vol dwarse breaks en boze zang. Het slotnummer is vrijwel geheel instrumentaal en enorm minimalistisch. Het eindigt met de woorden ‘miss me, mourn me’. De zaal staat met open bek te kijken en vergeet bijna te applaudisseren. Dat gebeurt alsnog en overweldigend luid.

De verrassingsact van vanavond blijkt We Were Promised Jetpacks, een indieband uit Schotland die twee weken geleden het tweede album In the Pit of the Stomach uitbracht. De gedragen postrock in de lijn van The Twilight Sad, en af en toe wat punkelementen zoals Tokyo Police Club dat doet, wordt door de Amerikanen met gejuich ontvangen. Een rustige opener explodeert zoals Mogwai dat zo mooi kan. Gitaar en bas bestrijden elkaar in ritme dat uitmondt in een vreemd soort dansnummer. Er volgt een liefdesliedje met enorm veel fuzz. De band geniet van de aandacht en brengt typisch Britse humor. Iemand uit het publiek vraagt ‘waarom spelen jullie nooit het nummer Conductor?’ waarop zanger Adam Thompson droog antwoord: ‘waarom speel JIJ nooit het nummer Conductor? Nou?’. Het optreden is een daverend succes. In Europa (lees: Nederland) lijken we wel een beetje klaar met de emotionele Britse artrock, maar Amerika kan er geen genoeg van krijgen.

Daarna op naar Santos Party House. Wat? Ja, echt. Santos Party House is wat je er bij voorstelt. Denk aan die lelijke clubs waar de cast van The Hills of Jersey Shore feest met groteske uitgelichte pilaren, halfnaakte dames achter de bar, felgekleurde shotjes en ga zo maar door. Vandaag (en gezien het programma, vaker) wordt dit gedrocht bevolkt door moeilijk indiepubliek met vilten hoeden en kekke victoriaanse jurkjes. Onder de naam ‘Noisey’ staan de meest uiteenlopende jonge acts geprogrammeerd. In de linkerhoek van het Noisey-spandoek staat heel klein het logo van Vice. Kijk aan, vandaar. ‘Indie’ is immers big business en merken verbinden zich er nog steeds maar al te graag aan. Het contrast met het publiek in Mercury Lounge had niet groter kunnen zijn, maar acts programmeren kunnen ze wel degelijk.

Al blijft het oordeel na hype-to-be Bleached wisselend. De band speelt zich de hele CMJ-week suf, wat meestal betekent dat dat er iets omheen te doen is. Overigens betekent dat lang niet altijd dat het ook goed is: de lokale (Brooklyn, NY) hype Caveman speelt zeker tien keer tijdens het festival en wordt al op diverse blogs met de grond gelijk gemaakt. Maar Bleached dus: twee geblondeerde zusjes uit LA die lo-fi fuzzpop maken in de lijn van Dum Dum Girls. Jennifer Clavin zat eerder in Mika Miko. Die band ging uit elkaar en ze snorde twee topmuzikanten en haar zusje Jessica op voor een nieuw project. Het ziet er met die oudere mannen als ritmesectie erg bedacht uit en de sound bevestigt dat. Dit is wat nu hip is, de meisjes zien er leuk uit, de kleertjes zijn sexy en met wat grunge geluid kun je het toch als ‘nieuw’ verkopen. Het is gemakkelijk om de bel ongenadig hard door te prikken, was het niet dat in de set vijf erg sterke liedjes zitten. Nee, dit verhaal is nog niet over.

Ook Main Attrakionz heeft een goede kans de eendagsvlieg-status te ontlopen. Het jonge rapduo, dat met een laptopdj aantreedt, heeft te sterke producties meegenomen om te worden genegeerd. Het gaat van diepe en smerige doom-producties tot sterk vertraagde tropical Timbaland beats. Het jonge duo zelf is vooral grappig. Deze postmoderne hedonistische slampampers uit Oakland (denk aan de acterende broers Wayans) brullen knetterstoned over de zin en onzin des levens. Maar achter die stonede facade zitten interessante woordspelletjes en levenswijsheden die doen denken aan Lil’ Wayne op zijn hoogtepunt tussen 2004 en 2007. Op hun mixtape 808s & Dark Grapes II werken diverse aanstormende topproducers mee, ook levert ASAP Rocky een bijdrage. Hij is een van de hypes van het moment en tekende vorige week bij major label RCA. Main Attrakionz dus, ergens tussen een geinige novelty act en een waardevolle aanvulling van je hiphopcollectie.

Tijdens een soundcheck from hell bedenkt iemand dat het een leuk idee is om condooms uit portemonnees en broekzakken te halen, deze uit hun verpakking te halen en met een ferme zwaai het publiek, danwel het podium, op te gooien. En inderdaad: dat is best leuk. Enfin, na een uur mierenneuken durft voorman Andrew Aged van de band Inc. het aan. Deze Prince adept laat horen hoe The Artist Formerly Known As Relevant anno nu zou moeten klinken. Een fijne R&B eclectiek met links naar het verleden. Jammer dat de soul ontbreekt. En niet dat bloedmooie meisje die met een strot van God op de achtergrond zucht, ad-lipt en croont, maar echt met ziel en gevoel. Het is allemaal zo bedacht en statisch. In een goed gerecht versterken de afzonderlijke ingredienten elkaar. Je proeft geen peper, maar het zit er wel in. Bij Inc. is het nu nog veel te veel een verzameling van ingredienten; muzikantenmuziek zonder onderscheidende bereiding.


NB: de digitale camera lijkt (tijdelijk) overleden, vandaar deels beelden geschoten met een mobiele telefoon.