Patronaat doet stap terug ondanks jaarlijks twee ton extra subsidie

"We gaan terug naar onze corebusiness: popmuziek en dance"

Poppodium het Patronaat krijgt op jaarbasis 200.000 euro extra subsidie van de gemeente Haarlem. Daarmee komt de jaarlijkse steun van de gemeente op 600.000 euro. De voorwaarde is wel dat het Patronaat vanaf dit jaar geen verlies meer draait. Daarvoor schrapt het podium in het aanbod van concerten, cabaret en kindervoorstellingen en moet er ‘minder risicovol’ worden geprogrammeerd.

"We gaan terug naar onze corebusiness: popmuziek en dance"

De gemeente Haarlem springt opnieuw bij om poppodium Patronaat uit de brand te helpen. Besloot het gemeentebestuur vorig jaar al op jaarbasis 400.000 euro subsidie te verstrekken om het Patronaat na een jaar van wanbeleid van de ondergang te behoeden, daar komt nu structureel nog twee ton bij. Zo komt het jaarlijkse subsidiebedrag van Haarlem voor het Patronaat op 600.000 euro. De voorwaarde voor die extra, jaarlijkse steun is wel dat het Patronaat vanaf 2007 jaarlijks een sluitende begroting presenteert. “Dat is onze inspanningsverplichting”, zegt interim-directeur Rob Stecher. “Dat we de zaken snel goed voor elkaar krijgen. Want met dit extra bedrag moeten we het echt doen.”

Over 2006 bedroeg het verlies uiteindelijk ruim vijf ton. Toch is dit rode cijfer volgens Stecher minder dramatisch uitgevallen dan verwacht. “Het verlies over vorig jaar was namelijk begroot op 700.000 euro”, vertelt hij. Het tekort op de exploitatie moet natuurlijk wel worden weggewerkt. De jaarlijkse twee ton extra van de gemeente helpt voor een deel. Daarnaast moet het Patronaat zelf 300.000 euro aan bezuinigingen doorvoeren. Dit gebeurt onder meer met de sluiting van het restaurant – waar ontslagen vallen –, een efficiënter personeelsbeleid en het schrappen van cabaret- en kindervoorstellingen. In de zomermaanden staat de programmering helemaal op een laag pitje. “We gaan terug naar onze corebusiness van popmuziek en dance”, zegt Stecher. “Cabaret en kindervoorstellingen doen we soms nog wel, maar minder. Ze brengen teveel kosten met zich mee, we verdienen er amper aan.”

Daarnaast zullen er doordeweeks minder concerten in het Patronaat zijn en heeft de programmeur de opdracht meegekregen ‘minder risicovol en slimmer te programmeren’. Dat hoeft volgens Stecher niet ten koste tegaan van spannende of nog onbekende acts in het Patronaat. Er komen niet alleen nog maar bands die de zaal geheid uitverkopen, bezweert hij. “Jonge, aanstormende bandjes moeten in het Patronaat kunnen blijven spelen. We moeten naar een andere, slimmere manier van programmeren. Met de zaterdagavond moet je het grootste gedeelte verdienen. De grote toppers kun je op iedere dag van de week doen en juist niet op vrijdag of zaterdag. Daar komt het publiek toch wel voor. Onbekendere bands kun je juist op vrijdag- en zaterdagavond houden, als er sowieso meer publiek op de been is. Dan zijn er meer mensen geneigd om naar een concert te komen.”

Programmeur Jeroen Blijleve zal preciezer moeten gaan werken, zegt hij zelf. “Het wordt meer maatwerk. Als we nu op vrijdag een danceavond hebben, proberen we een concert ervoor te plannen in plaats van op woensdag, om kosten te sparen.” Om minder risicovol te programmeren hoeft hij echter niets te laten. “Kleine, onbekende bands kan ik nog steeds boeken, maar dan op het derde podium in het café. Desnoods gratis, dat trekt nog meer publiek ook. En qua kosten drukt het dan niet op de overhead van de kleine of grote zaal.”

Als het om programmeren gaat is het woord risico eigenlijk niet op zijn plaats, vindt Blijleve. “Kijk, een risicoloze programmering bestaat sowieso niet. Dus een risicovolle ook niet. Het zou wat zijn als ik van tevoren precies wist hoeveel publiek een band gaat trekken. Toen we vorig jaar november The Fratellis boekten, was dat een risico. Want er was nog weinig aan de hand rond die band. Maar in januari was het helemaal vol, zoiets is niet te voorspellen.”

Beluister het hele interview met Rob Stecher in Dubbel Check.