Het album begint met het bloedsnelle Can’t Get Higher. Op het derde album is, nog meer dan op de vorige releases van de band, gekozen voor een rechttoerechtaan aanpak. Turbo-fueled blues, rock ’n roll riffs met hakkende drums, trashmetal gitaarsolo’s en nummers van maximaal tweeënhalveminuut. Speedrock in de zin van Zeke, Turbonegro en Motorhead. Na Can’t Get Higher volgt titletrack T.G.B.J., met catchy refrein en scheurende gitaarsolo van gitarist Sander Bus. Dit nummer, tevens met videoclip onder dit artikel te zien, is typerend voor de hele plaat. Compacte, scheurende speedrock. Halverwege het album biedt Hurts Like Hell, het enige nummer langer duurt dan drie minuten, afwisseling. Het nummer eindigt in een trage, sludgy, jam. (I’m In Love With) Somebody Else, gezongen door bassist Franco, die over een goede strot beschikt, is één van de sterkste nummers op de plaat. Denk aan Herman Brood & His Wild Romance, standje Slayer. Uiteindelijk sluit de plaat af met JUNK, een soort elektronische, industriële outro. Het staat in contrast met de rest van de plaat maar vormt daardoor een toffe afsluiter.
Harde, korte, bloedsnel aaneengeschakelde nummers, zonder dat het ergens inlevert aan energie. Dat is precies wat je wilt bij een plaat van een band als dit. Wat dat betreft hebben The Blues Junkies zichzelf overtroffen en leveren ze hun beste werk tot nu toe af. T.G.B.J. en Somebody Else vormen de hoogtepunten van de plaat. Scheurende, over-the-top rock ’n roll, als je daar wel voor te porren bent dan wil je The Blues Junkies niet missen. Met T.G.B.J. hebben ze extra ammunitie voor hun live repertoire, de plek waar de band uiteindelijk het beste tot z’n recht komt. De komende periode speelt de band door het hele land. Ga ze zien!